Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 juli 2016, kenmerk 989379-153044-MC, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake het experiment integrale geboortezorg

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 31 mei 2016 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II, 2015-2016, 32 279, nr. 84) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Gelet op het Verslag van een schriftelijk overleg naar aanleiding van de voorhangbrief van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Kamerstukken II, 2015-2016, 32 279, nr. 87); en

Gelet op het algemeen overleg ‘Zwangerschap en geboorte’ van 23 juni 2016.

Besluit:

Artikel 1 Definities

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

a. de wet:

de Wet marktordening gezondheidszorg;

b. de zorgautoriteit:

de Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de wet;

Artikel 2 Werkingssfeer

Deze aanwijzing is van toepassing op geboortezorg, dit omvat:

  • a. de geneeskundige zorg zoals geregeld bij of krachtens artikel 2.4 Besluit zorgverzekering, zoals:

    • obstetrische zorg met uitzondering van high care obstetrische zorg en geavanceerd ultrageluid onderzoek;

    • antenatale consultatieve kindergeneeskundige zorg;

    • eerstelijnsdiagnostiek voor zover die samenhangt met de zorgvraag van de cliënt;

  • b. Kraamzorg zoals geregeld bij of krachtens artikel 2.11 Besluit zorgverzekering.

Artikel 3 Opdracht

De zorgautoriteit voorziet per 2017 in een experiment integrale geboortezorg op grond van artikel 58 van de wet.

Artikel 4 Uitgangspunten experiment

De zorgautoriteit neemt bij de vaststelling van de regelgeving voor het experiment als bedoeld in artikel 3 de volgende uitgangspunten in acht:

  • a. Doel van het experiment is het bevorderen van de samenwerking in de geboortezorg door middel van integrale bekostiging van de geboortezorg;

  • b. De huidige prestatiestructuur voor geboortezorg wordt omgevormd naar negen prestaties. Hierbij dient de prestatiestructuur zoals weergegeven in de bijlage als uitgangspunt, met dien verstande dat de zorgautoriteit de prestatiestructuur in overleg met zorgaanbieders en zorgverzekeraars kan wijzigen met het oog op de doorontwikkeling van die structuur;

  • c. De tarieven voor de in sub b genoemde prestaties zijn vrij zoals bedoeld in artikel 50 lid 1 sub a van de wet.

Artikel 5 Evaluatie experiment

De zorgautoriteit evalueert de effecten van het experiment op de keuzevrijheid van de patiënt.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

BIJLAGE: PRESTATIESTRUCTUUR INTEGRALE GEBOORTEZORG

  • 1. Begeleiding eindigend voor 16 weken zwangerschap inclusief nazorg

  • 2. Geboortezorg prenataal

  • 3. Geboortezorg prenataal complex

  • 4. Geboortezorg nataal

  • 5. Geboortezorg nataal intramuraal op eigen verzoek

  • 6. Geboortezorg nataal complex

  • 7. Geboortezorg postnataal

  • 8. Geboortezorg postnataal complex

  • 9. Kraamzorg postnataal per uur

TOELICHTING

Met deze aanwijzing geef ik de Nederlandse Zorgautoriteit (zorgautoriteit) opdracht om op grond van artikel 58 van de Wet marktordening gezondheidszorg (wet) in haar regelgeving de mogelijkheid van een experiment op te nemen voor de bekostiging van integrale geboortezorg.

Het experiment ziet op geboortezorg dit omvat o.a.:

  • a. Geneeskundige zorg:

    • obstetrische zorg met uitzondering van high care obstetrische zorg en geavanceerd ultrageluid onderzoek;

    • antenatale consultatieve kindergeneeskundige zorg;

    • eerstelijnsdiagnostiek voor zover die samenhangt met de zorgvraag van de cliënt;

    • verloskundige zorg, uitgezonderd preconceptiezorg;

  • b. Kraamzorg.

De reguliere bekostiging voor geboortezorg wordt omgevormd naar een aantal multidisciplinaire prestaties. Het zogenaamde ‘ZN model’ dient als uitgangspunt voor de ontwikkeling van de prestatiestructuur. Voor zorgaanbieders en zorgverzekeraars biedt het experiment de gelegenheid om ervaring op te doen met de gekozen prestatiestructuur, zich voordoende knelpunten op te lossen en de bestendigheid daarvan in de praktijk nauwlettend te monitoren en te toetsen.

De zorgautoriteit heeft de mogelijkheid om naar aanleiding van de gedurende het experiment opgedane ervaringen en kennis, in overleg met de zorgaanbieders en verzekeraars, de prestatiestructuur aan te passen. Hieronder wordt ook begrepen de vraag of specifieke aspecten van de geboortezorg al dan niet binnen de prestatiestructuur worden opgenomen.

In het algemeen overleg van 23 juni 2016 is de keuzevrijheid van de patiënt aan de orde gekomen. Het experiment zal door de zorgautoriteit worden geëvalueerd op grond van de wet. Hierbij zullen ook de effecten van het experiment voor de keuzevrijheid voor de patiënt worden meegenomen.

De resultaten van de experimenten zullen worden betrokken bij de verdere beleidsontwikkeling op het gebied van de bekostiging van de geboortezorg.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven