Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 juli 2016, 2016-0000157056, tot wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling vanwege de Wet verbeterde premieregeling

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 2, negende lid, van de Pensioenwet en artikel 2, vierde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 3c van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘voor een levenslange uitkering’ vervangen door: voor een levenslange, vastgestelde, uitkering.

2. Aan het derde lid wordt toegevoegd ‘, als bedoeld in artikel 63 van de Pensioenwet dan wel artikel 75 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet verbeterde premieregeling in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 4 juli 2016

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

TOELICHTING

Inleiding

Op 8 juli 2015 is de tijdelijke regeling Pensioenknip opnieuw open gesteld in de aanloop naar de inwerkingtreding van de Wet verbeterde premieregeling (Staatscourant 2015, nr. 19124, 7 juli 2015). De Pensioenknip maakt het mogelijk om bij premie- en kapitaalovereenkomsten de uitkering op de ingangsdatum te splitsen in een direct ingaande tijdelijke uitkering en een daarop aansluitende levenslange uitkering. De Pensioenknip staat open voor mensen van wie de pensioendatum is gelegen vóór 1 januari 2017.

De Wet verbeterde premieregeling maakt het mogelijk om na afloop van de tijdelijke uitkering een levenslange variabele pensioenuitkering aan te kopen. Deze wet zal op 1 september 2016 in werking treden.

Inhoud van de wijzigingen

In de toelichting bij de opnieuw opengestelde regeling Pensioenknip is aangegeven dat de regeling indien nodig nogmaals zal worden aangepast om de regeling te laten aansluiten op de nieuwe wetgeving. Door middel van de onderhavige wijziging worden enkele kleine technische punten in de Pensioenknip aangepast in verband met het mogelijk maken van de variabele pensioenuitkering.

Artikel 3c, tweede lid, van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling bepaalt dat indien de pensioengerechtigde in het laatste jaar van de tijdelijke uitkering niet tijdig overgaat tot inkoop van een levenslange uitkering, de pensioenuitvoerder overgaat tot aanwending van het resterende kapitaal voor een levenslange uitkering. In de bepaling is gespecificeerd dat het daarbij gaat om een levenslange vastgestelde uitkering. Hiermee wordt aangesloten bij de zogenaamde default, die is opgenomen in de Wet verbeterde premieregeling (artikel 63b, vierde lid, Pensioenwet en artikel 75b, vierde lid, Wet verplichte beroepspensioenregeling).

Artikel 3c, derde lid, bepaalt dat de hoogte van de levenslange uitkering na ingang niet varieert. Daarbij wordt bedoeld de hoog-laag constructie van artikel 63 van de Pensioenwet en artikel 75 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, waarvan bepaald is dat de mate van variatie op de ingangsdatum van het pensioen moet zijn vastgesteld. De verwijzing naar deze artikelen wordt daarom toegevoegd. De variatie die inherent is aan de variabele pensioenuitkering is natuurlijk wel toegestaan.

Voor de volledigheid wordt hier nog het volgende vermeld in verband met de gebruikers van de oorspronkelijke regeling Pensioenknip in de periode 1 januari 2009 tot 1 januari 2014. Indien het aankoopmoment van de levenslange uitkering gelegen is na de inwerkingtreding van de Wet verbeterde premieregeling, kunnen ook deze mensen gebruik maken van de variabele uitkering.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Naar boven