Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 3 juli 2016, PO/B&S/933642, tot wijziging van de Regeling bekostiging regionale procesbegeleider leerlingendaling PO en VO in verband met verlenging van de werkingsduur tot en met schooljaar 2016–2017

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 116, eerste en derde lid, en 123, eerste en vierde lid, van de Wet op het primair onderwijs en de artikelen 85a, eerste en vijfde lid, en 89, eerste en vierde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs,

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling bekostiging regionale procesbegeleider leerlingendaling PO en VO wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan onderdeel d wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: waarbij onder toekomstbestendig in ieder geval moet worden verstaan ‘voldoende dekkend voor de regio’.

2. In onderdeel e wordt ‘2015’ vervangen door: 2016.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘schooljaar 2014–2015 en schooljaar 2015–2016’ vervangen door ‘schooljaar 2014–2015, schooljaar 2015–2016 en schooljaar 2016–2017’ en vervalt de zinsnede ‘indien de gezamenlijk aanvragende schoolbesturen en gemeenten gezamenlijk of’.

2. In het tweede lid wordt ‘het hele gebied’ vervangen door: de hele regio.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, vervalt ‘en’.

2. Aan het eerste lid worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een komma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • d. € 1,2 miljoen voor aanvragen gedaan tussen 31 december 2015 en 15 september 2016, en

  • e. € 2,4 miljoen voor aanvragen gedaan tussen 14 september 2016 en 1 december 2016.

3. Aan het tweede lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: De eerste volzin is niet van toepassing ten aanzien van het resterende bedrag uit de periode bedoeld in het eerste lid, onderdeel c.

D

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste en tweede lid komen te luiden:

  • 1. Het bevoegd gezag van de kassierschool dient uiterlijk 14 september 2016 of 30 november 2016 een aanvraag in.

  • 2. Indien een aanvraag in de periode, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel d, niet wordt toegekend, schuift de aanvraag automatisch door naar de periode, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel e.

2. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘mede-aanvragende gemeenten’ vervangen door: gemeenten in de regio.

3. Het derde lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. de uitkomsten van het overleg met de gemeenten in de regio over de opdracht aan de regionale procesbegeleider.

4. In het derde lid, onderdeel h, wordt ‘2015’ vervangen door: 2016.

5. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. De onderbouwing, bedoeld in het derde lid, onder d, wordt uitgedrukt in het percentage leerlingendaling over een periode van tien kalenderjaren waarbinnen het aanvraagmoment valt, te ontlenen aan de data die voor het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs ter beschikking worden gesteld op de website van DUO of voor het voortgezet onderwijs ook op de website www.scenariomodel-vo.nl. Het percentage leerlingendaling wordt voor het voortgezet onderwijs berekend voor de leerlingen die meetellen in de aanvraag.

6. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 6. In het primair onderwijs kan voor een regio ten hoogste één keer bijzondere en aanvullende bekostiging op grond van deze regeling worden toegekend. Een gemeente telt maximaal één keer mee voor een aanvraag voor het primair onderwijs.

  • 7. In het voortgezet onderwijs kan voor een regio ten hoogste twee keer bijzondere en aanvullende bekostiging op grond van deze regeling worden toegekend, mits de opdrachten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van elkaar verschillen. Een gemeente telt maximaal twee keer mee voor een aanvraag voor het voortgezet onderwijs.

D

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt ’2013’ vervangen door: 2015.

2. Het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

  • d. het aantal gemeenten in de regio waarmee is overlegd over de aanvraag tot bijzondere en aanvullende bekostiging,.

3. In het eerste lid, onderdeel e, wordt ‘2015’ vervangen door: 2016.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

TOELICHTING

Algemeen

In februari 2015 is de Regeling bekostiging regionale procesbegeleiders leerlingendaling PO en VO van kracht geworden. Krachtens deze regeling was het in 2015 voor schoolbesturen met leerlingendaling mogelijk voor het schooljaar 2014–2015 en 2015–2016 bijzondere bekostiging aan te vragen voor de inzet van een regionale procesbegeleider leerlingendaling. Deze regeling wordt verlengd. Het wordt ook voor het schooljaar 2016–2017 mogelijk hiervoor bekostiging aan te vragen.

Het doel van de regionale procesbegeleiders is ervoor te zorgen dat samenwerking tot stand komt tussen schoolbesturen en gemeenten in de regio om de gevolgen van dalende leerlingaantallen op te vangen en om te bevorderen dat er een meerjarig plan wordt opgesteld voor het toekomstbestendig maken van het onderwijsaanbod. Met toekomstbestendig wordt daarbij bedoeld ‘voldoende dekkend voor de regio’ zodat de toegankelijkheid van het onderwijs is gewaarborgd. Dit is een verduidelijking ten opzichte van de oorspronkelijke regeling.

Schoolbesturen in gebieden met leerlingendaling formuleren volgens de verlengde regeling in overleg met de gemeenten de aanvraag van de bekostiging voor de regionale procesbegeleider. Dit is een vereenvoudiging ten opzichte van de oorspronkelijke regeling uit 2015, waarbij er de keuze was om óf samen met óf in overleg met de gemeenten de aanvraag te doen. Dit werkte in de praktijk verwarrend. Voor aanvragen die in 2016 worden gedaan, geldt dat moet zijn overlegd met de gemeenten over de opdracht aan de regionale procesbegeleider. De gemeenten treden dan niet meer op als mede-aanvrager.

Voor de regeling is in 2016 € 3,6 miljoen beschikbaar voor het primair en voortgezet onderwijs gezamenlijk.

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2016 in verband met de start van het nieuwe schooljaar. Daarmee wordt afgeweken van de standaardtermijn van tenminste twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding. De regeling kon echter niet eerder gepubliceerd worden. Afwijking van de twee maanden is geen bezwaar voor de belanghebbende scholen. Als daaraan wel zou zijn vastgehouden, zou dat juist nadelige gevolgen hebben gehad, omdat dan de eerste nieuwe aanvraagperiode korter zou duren.

Artikel 2

Een regionale procesbegeleider werkt voor het hele gebied, ongeacht of alle schoolbesturen als mede-aanvrager optreden. Onder gebied wordt verstaan de hele regio waarvoor de bekostiging wordt aangevraagd. Dit is een verduidelijking ten opzichte van de oorspronkelijke regeling.

Artikel 3

In 2016 is een bedrag beschikbaar voor 2016 en 2017. Dit bedrag wordt in twee nieuwe tranches toegekend. Niet-toegekende bedragen worden overgeheveld naar het beschikbare bedrag voor het volgende aanvraagmoment. Niet-toegekende bedragen vloeien terug naar ’s Rijks kas. Het bedrag dat resteerde op grond van de oorspronkelijke regeling is eveneens teruggevloeid naar ’s Rijks kas.

Artikel 4

De regeling gaat in 2016 uit van gemeenten zoals die bestaan per 1 januari 2016.

In 2016 worden de cijfers ter onderbouwing van het percentage leerlingendaling voor het basisonderwijs voor de gemeenten in de regio berekend aan de hand van het prognosemodel primair onderwijs van DUO, raadpleegbaar via https://duo.nl/open_onderwijsdata/databestanden/po/Leerlingen_po/bo_sbo/prog_8.jsp. Deze cijfers waren in 2015 nog niet beschikbaar en komen in de plaats van de cijfers van het scenariomodel PO.

In 2016 zijn de DUO-prognoses voor het voortgezet onderwijs raadpleegbaar via https://www.duo.nl/open_onderwijsdata/databestanden/vo/Leerlingen/leerlingen_vo_11.jsp. Ook kunnen de prognoses per vestiging op www.scenariomodel-vo.nl worden gebruikt.

Voor aanvragen in 2016 geldt dat de cijfers ter onderbouwing van het percentage leerlingendaling kunnen worden berekend over de periode 2007 tot en met 2016, maar ook voor 2016 tot en met 2025 en alle varianten daartussen waarbij het aanvraagmoment binnen de gekozen periode valt.

In afwijking van de regeling zoals die voorheen van toepassing was, kan in het voortgezet onderwijs voor een regio op grond van deze verlengde regeling twee keer aanvullende en bijzondere bekostiging worden toegekend, mits de opdrachten van elkaar verschillen. Hiervoor is gekozen vanwege de complexiteit in het voortgezet onderwijs die het noodzakelijk maakt dat voor verschillende schoolsoorten voor de samenwerking of het gebiedsplan verschillende processen worden opgestart. Dit kunnen verschillende regio’s zijn, zij het dat een gemeente maximaal twee keer kan meetellen bij een regio waarvoor bekostiging wordt versterkt.

Artikel 6

Voor aanvragen in 2016 geldt in het eerste lid, onderdeel d, het aantal gemeenten waarmee is overlegd over de opdracht waarvoor bekostiging wordt aangevraagd. Gemeenten treden niet meer op als mede-aanvrager. Bij onderdeel e dienen voor aanvragen in 2016 CBS-gegevens per 1 januari 2016 te worden gehanteerd.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven