Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 28 juni 2016, nr. WJZ/15183699, houdende wijziging van de Regeling dierlijke producten in verband met de intrekking door Verordening (EU) nr. 609/2013 van Richtlijn 92/52/EEG en de daarin opgenomen regels over de uitvoer van zuigelingenvoeding naar derde landen

De Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (Pb EU 2011 L 304), op Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen, voeding voor medisch gebruik en de dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing, en tot intrekking van Richtlijn 92/52/EEG van de Raad, Richtlijnen 96/8/EG, 1999/21/EG, 2006/125/EG en 2006/141/EG van de Commissie, Richtlijn 2009/39/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 41/2009 en (EG) nr. 953/2009 van de Commissie (Pb EU 2013 L 181), en op de artikelen 2.6, aanhef en onderdeel d, en 2.8a van het Besluit dierlijke producten;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling dierlijke producten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.10 wordt als volgt gewijzigd:

1. De definities van richtlijn 92/52/EEG en richtlijn 2000/13/EG vervallen.

2. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

verordening (EU) nr. 1169/2011:

Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (Pb EU 2011 L 304);

B

Artikel 2.26 komt te luiden:

Artikel 2.26. Zuigelingenvoeding

Bij de uitvoer van volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding uit Nederland naar een staat die geen lid is van de Europese Unie en geen partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, wordt, voor zover van toepassing, voldaan aan:

  • a. het Warenwetbesluit bijzondere voeding 2016; en

  • b. het Warenwetbesluit uitvoer van waren.

C

In artikel 2.31, eerste lid, wordt ‘artikel 1, derde lid, onderdeel a, van richtlijn 2000/13/EG’ vervangen door: artikel 2, tweede lid, onderdeel j, van Verordening (EU) nr. 1169/2011.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 20 juli 2016.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 juni 2016

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

TOELICHTING

1. Algemeen

Deze regeling strekt tot uitvoering van een deel van Verordening (EU) nr. 609/20131, waarin algemene samenstellings- en informatievoorschriften zijn gesteld voor specifieke categorieën van levensmiddelen. Het grootste deel van Verordening (EU) nr. 609/2013 wordt uitgevoerd door middel van een algemene maatregel van bestuur op grond van de Warenwet.

Met Verordening (EU) nr. 609/2013 wordt – onder meer – Richtlijn 92/52/EEG2 ingetrokken, waarin voorschriften werden gesteld voor de uitvoer van volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding van EU-lidstaten naar derde landen. Ter implementatie van Richtlijn 92/52/EEG was, op grond van artikel 2.26 van de Regeling dierlijke producten, de uitvoer van volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding uit Nederland naar derde landen verboden, tenzij werd voldaan aan de toepasselijke wetgeving van de Unie of aan de voorschriften van het land van bestemming. Deze verplichting vloeide echter tevens voort uit artikel 12 van Verordening (EG) nr. 178/20023, waardoor twee vergelijkbare normen naast elkaar bestonden. Met het oog op vereenvoudiging en ter wille van de rechtszekerheid wordt Richtlijn 92/52/EEG daarom ingetrokken.

Omdat artikel 12 van Verordening (EG) nr. 178/2002 rechtstreeks van toepassing is in de Nederlandse rechtsorde, en niet mag worden omgezet in nationale regelgeving, moet artikel 2.26 van de Regeling dierlijke producten worden aangepast. De voorheen geldende verbodsbepaling van artikel 2.26 is vervangen door een gebodsbepaling, waarin wordt verwezen naar het Warenwetbesluit bijzondere voeding 2016 en naar het Warenwetbesluit uitvoer van waren, waarin artikel 12 van Verordening (EU) nr. 178/2002 is uitgevoerd. Hiermee wordt voorkomen dat de systematiek van het Besluit en de Regeling dierlijke producten wordt doorsneden en blijft het COKZ, ingevolge artikel 2.10 van het Besluit dierlijke producten, belast met het toezicht op de naleving, en bevoegd tot het uitreiken van bewijsstukken ten aanzien van de kwaliteit van zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding voor de uitvoer naar derde landen.

Met onderhavige regeling zijn de materiële normen voor uitvoer van zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding van Nederland naar een derde land ongewijzigd gebleven. Bij de uitvoer naar derde landen moet, via het Warenwetbesluit uitvoer van waren, worden voldaan aan de toepasselijke wetgeving van de Unie, tenzij in voorschriften van het land van bestemming andere eisen of bepalingen zijn vastgesteld.

Hiernaast is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in artikel 2.31, eerste lid, van de Regeling dierlijke producten een verouderde verwijzing naar EU-regelgeving te actualiseren en om daarvoor in artikel 2.10 een definitie op te nemen van Verordening (EU) nr. 1169/2011.

2. Regeldruk

Deze regeling heeft geen effecten op de regeldruk. Met de intrekking van Richtlijn 92/52/EEG door Verordening (EU) nr. 609/2013, en de uitvoering daarvan in de Regeling dierlijke producten, blijven de voorschriften voor uitvoer van volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding materieel ongewijzigd.

3. Inwerkingtreding

Met de inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van het beleid van vaste verandermomenten (VVM) voor regelgeving. Dit beleid houdt in dat nieuwe ministeriële regelingen slechts in werking treden op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober, en dat bekendmaking in de Staatscourant minimaal twee maanden voordien plaatsvindt. Deze regeling strekt tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 609/2013, die van toepassing is met ingang van 20 juli 2016. Uitvoering van bindende EU-rechtshandelingen is één van de uitzonderingsgronden om af te wijken van VVM en derhalve treedt deze regeling in werking op 20 juli 2016.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam


X Noot
1

Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen, voeding voor medisch gebruik en de dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing, en tot intrekking van Richtlijn 92/52/EEG van de Raad, Richtlijnen 96/8/EG, 1999/21/EG, 2006/125/EG en 2006/141/EG van de Commissie, Richtlijn 2009/39/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 41/2009 en (EG) nr. 953/2009 van de Commissie.

X Noot
2

Richtlijn 92/52/EEG van de Raad van 18 juni 1992 inzake volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding die voor de uitvoer naar derde landen is bestemd.

X Noot
3

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden.

Naar boven