Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 25 juni 2016, nr. DGBI-I&K/16083120, houdende aanwijzing van de managementautoriteit, de certificeringsautoriteit, de auditautoriteit en het Comité van Toezicht voor het samenwerkingsprogramma Euregio Maas-Rijn 2014–2020

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op:

  • artikel 21, eerste lid, van verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling ‘Europese territoriale samenwerking’ (PbEU L 247/359);

  • artikel 47, derde lid, van verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PbEU L 347/320);

  • de artikelen 3 en 5 van de Uitvoeringswet EFRO;

  • Gezien het verzoek van het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg van 10 mei 2016 en van 20 mei 2016;

  • Gezien het verzoek van de directeur van de Auditdienst Rijk van 17 mei 2016;

  • Gezien de aanvaarding van de uitnodiging tot deelname aan het samenwerkingsprogramma door deelname aan het Comité van Toezicht van INTERREG V A Euregio Maas-Rijn 2014–2020 op 4 maart 2016

  • Gezien de overeenkomst tussen de programmapartners inzake de uitvoering van het programma voor grensoverschrijdende samenwerking INTERREG V A Euregio Maas-Rijn 2014–2020;

  • Gezien de vaststelling van het Reglement van Orde door het Comité van Toezicht INTERREG V A Euregio Maas-Rijn 2014–2020 op 4 maart 2016;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

verordening (EU) nr. 1299/2013:

verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling ‘Europese territoriale samenwerking’ (PbEU L 247/359);

verordening (EU) nr. 1303/2013:

verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PbEU L 347/320);

samenwerkingsprogramma Euregio Maas-Rijn 2014–2020:

samenwerkingsprogramma als bedoeld in artikel 8 van verordening (EU) nr. 1299/2013 dat de COROP-gebieden Midden-Limburg, Zuid-Limburg, Zuidoost-Noord Brabant alsmede de in aanmerking komende Belgische en Duitse gebieden beslaat.

Artikel 2

  • 1. Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg wordt aangewezen als managementautoriteit en als certificeringsautoriteit, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van verordening (EU) nr. 1299/2013, voor het samenwerkingsprogramma Euregio Maas-Rijn 2014–2020.

  • 2. De directeur van de Auditdienst Rijk wordt aangewezen als auditautoriteit, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van verordening (EU) nr. 1299/2013, voor het samenwerkingsprogramma Euregio Maas-Rijn 2014–2020.

Artikel 3

Het Comité van Toezicht INTERREG V A Euregio Maas-Rijn 2014–2020 wordt aangewezen als Comité van toezicht als bedoeld in artikel 47, derde lid, van verordening (EU) nr. 1303/2013.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 9 december 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 25 juni 2016

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

TOELICHTING

Op 9 december 2015 heeft de Europese Commissie het Operationeel Programma Interreg V A Euregio Maas-Rijn (EMR), het samenwerkingsprogramma van Limburg en Noord-Brabant met Vlaanderen, Wallonië en Duitsland, voor de periode 2014–2020 goedgekeurd.

Voor de uitvoering van het INTERREG V A-programma EMR is het op grond van verordening (EU) nr. 1299/2013 noodzakelijk de managementautoriteit, de certificeringsautoriteit en de auditautoriteit aan te wijzen. Het onderhavige besluit voorziet hierin.

Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg wordt aangewezen als managementautoriteit en als certificeringsautoriteit. Dat deze twee functies bij één bestuursorgaan mogen worden belegd volgt uit artikel 21 van verordening (EU) nr. 1299/2013. De directeur van de Auditdienst Rijk van het Ministerie van Financiën wordt aangewezen als auditautoriteit. Van de voornoemde instanties zijn verzoeken tot aanwijzing ontvangen.

Net als in de vorige programmaperiode is voor het Operationeel Programma Interreg V A Euregio Maas-Rijn 2014–2020 een Comité van Toezicht ingesteld. Dit Comité is ingesteld op grond van artikel 47, derde lid, van verordening (EU) nr. 1303/2013. Het Comité van Toezicht houdt toezicht op de uitvoering van het programma en de voortgang die wordt geboekt bij het verwezenlijken van de doelstellingen. Het doet onderzoek naar vraagstukken die van invloed zijn op de prestaties van het programma, brengt advies uit over door de managementautoriteit voorgestelde wijzigingen, beoordeelt de voortgang van het programma en beoordeelt de projecten.

Het Comité van Toezicht voor EMR heeft op 4 maart jl. haar reglement van orde vastgesteld waarin de met stem vertegenwoordigde leden en de raadgevende leden worden bepaald, de taken nader worden omschreven en de werkwijze en regels van het Comité worden vastgelegd

De aanwijzing geldt met terugwerkende kracht tot het moment waarop het programma door de Europese Commissie werd goedgekeurd, namelijk 9 december 2015.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven