Convenant Voorkomen of beperken van insleep van exotische muggen bij bedrijven die handelen in gebruikte banden

PARTIJEN

de Staat der Nederlanden, te dezen vertegenwoordigd door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS); en

Vereniging VACO (Bedrijfstakorganisatie voor de Banden- en Wielenbranche); en

de in bijlage 1 opgenomen bedrijven die handelen in partijen gebruikte banden uit risicogebieden.

OVERWEGENDE:

  • Sinds er in 2009 bij verscheidene bandenbedrijven die handelen in gebruikte banden invasieve exotische muggen zijn aangetroffen, is het ministerie van VWS in overleg met Vereniging VACO (Bedrijfstakorganisatie voor de Banden- en Wielenbranche) over mogelijke preventieve maatregelen om introductie en vestiging van exotische muggen te voorkomen.

  • Mede als gevolg van de moeizame procedure om met de biocideproducent te komen tot een Nederlandse registratie, en het RIVM advies over exotische muggen, benadrukt de Minister van VWS het belang van overige mogelijke maatregelen vooralsnog buiten het gebruik van biociden voor preventieve doeleinden.

  • Bij gebrek aan internationale wetenschappelijke kennis over ‘best practices’ en gelet op de zorgplicht op basis van het Activiteitenbesluit milieubeheer (risico’s voor de volksgezondheid voorkomen en beperken), hebben de betrokken partijen zich georiënteerd op verschillende opties.

  • Deze verkenning heeft geleid tot de in dit convenant neergelegde standpunten en mogelijke maatregelen om de grootste risico’s voor introductie en verspreiding van exotische muggen in te dammen.

  • De primaire verantwoordelijkheid voor het nemen van preventieve maatregelen ligt bij de bedrijven die handelen in gebruikte banden met een hoog risico op onbedoelde introductie van exotische muggen.

  • Dit convenant heeft als doel om via zelfregulering te komen tot een kleiner risico voor introductie en verspreiding van exotische muggen.

  • Dit convenant wordt gesloten voor de periode tot één juli 2017 of eindigt zoveel eerder als de wijziging van de Wet publieke gezondheid onder meer in verband met het opnemen daarin van een aanbod van de overheid van vaccinaties en bevolkingsonderzoek en nieuwe regels voor de bestrijding van invasieve exotische vectoren inwerking treedt.1

BESLUITEN:

Artikel 1 - Maatregelen

Insleep en verspreiding van exotische muggen via bedrijven die handelen in gebruikte banden uit risicogebieden, moet worden voorkomen of beperkt conform het hierna gestelde:

  • a. Indien bandenbedrijven partijen gebruikte banden uit risicogebieden importeren, zorgen de bandenbedrijven ervoor dat deze partijen droog worden ingevoerd en vervolgens droog en overdekt worden opgeslagen bij de bedrijven, zodanig dat er geen regenwater in kan komen.

    • Preventieve maatregelen op bandenbedrijven moeten haalbaar en uitvoerbaar zijn, rekening houdend met proportionaliteit. In eerste instantie richt men zich daarom op de grootste risico’s. Hiertoe wordt nu gedifferentieerd tussen risico’s van verschillende exotische muggen voor het nemen van preventieve maatregelen. Het gaat hierbij om de Amerikaanse rotspoelmug (Aedes atropalpus), de Aziatische bosmug (Aedes japonicus), de gelekoortsmug (Aedes aegypti), de tijgermug (Aedes albopictus), de Aedes koreicus en de Oostelijke boomholtesteekmug (Aedes triseriatus).

    • Voor het nemen van preventieve maatregelen op bandenbedrijven worden risicogebieden gedefinieerd als gebieden in Europa waar de genoemde muggen gevestigd zijn. Voor de meest up-to-date kaart met de Europese administratieve gebieden waar volgens ECDC de voornoemde muggen gevestigd zijn, zie de rode gebieden bij de geselecteerde soort op http://ecdc.europa.eu/en/healthtopics/vectors/vector-maps/Pages/VBORNET_maps.aspx.

      Tevens worden alle gebieden buiten Europa gezien als risicogebied exclusief de gebieden waarvan aan de NVWA aangetoond kan worden dat de exotische muggen er niet gevestigd zijn.

  • b. Partijen gebruikte banden die uit risicogebieden worden geïmporteerd, zijn traceerbaar en worden door de bandenbedrijven herkenbaar apart gehanteerd op de bedrijven. Onder herkenbaar hanteren wordt verstaan het stickeren per band op een opvallende, weervaste en niet loslatende wijze. Op het bedrijf hangt een plattegrond waarop de actuele positie van partijen risicobanden is aangegeven.

  • c. Het bandenbedrijf stelt een preventieplan op waarin bovengenoemde maatregelen geïmplementeerd zijn. Het bandenbedrijf beschikt voorts over een administratie waarin de gegevens die samenhangen met en betrekking hebben op de uitvoering van het preventieplan op een systematische wijze zijn vastgelegd.

  • d. Voor de partijen banden die niet direct of indirect uit een risicogebied komen, zijn geen extra maatregelen, zoals droog opslaan, nodig.

  • e. Vereniging VACO stelt een instructie op waardoor de medewerkers van de bedrijven zich bewuster worden van de risico’s van exotische muggen en zij worden geïnstrueerd over het droog opslaan van banden uit risicogebieden.

  • f. Om het risico op verspreiding van exotische muggen verder te verkleinen, nemen bedrijven het initiatief om de banden uit risicogebieden, versneld zodanig te verwerken of af te voeren dat de betreffende banden geen risico op exotische muggen meer opleveren.

Artikel 2 - Verantwoording

  • Bedrijven nemen deel aan de monitoring door de NVWA, waarbij de monitoring van zowel volwassen muggen als larven ongehinderd plaats zal vinden.

  • De NVWA heeft toegang tot het bedrijf om op de gemaakte afspraken in dit convenant te kunnen nazien.

  • De NVWA en het Wabo-bevoegde gezag (provincie of gemeente) kunnen gegevens uitwisselen ten behoeve van transparant toezicht, handhaving en bestrijding, voor zover dit hun taken betreft. Op deze gegevensuitwisseling zijn de geldende privacy-regelingen van toepassing.

Artikel 3 - Slotbepalingen

  • Dit convenant treedt in werking met ingang van 25 juni 2016.

  • Dit convenant wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

Den Haag, 26 juni 2016

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze: de Directeur-Generaal Volksgezondheid, A. Berg

Het Algemeen bestuur van vereniging VACO, namens deze: de Algemeen secretaris van Vereniging VACO; T. van der Rijken

de voorzitter van de VACO, sectoren Bandenverwerking en Bandenvernieuwing,tevens lid van het Algemeen en Dagelijks bestuur van Vereniging VACO; J.G. Driessen.

de voorzitter van de VACO sector Bandeninzameling,tevens lid van Algemeen bestuur van Vereniging VACO, R. Schoenmaker

De in bijlage 1 opgenomen bedrijven die handelen in partijen gebruikte banden uit risicogebieden

BIJLAGE 1 BIJ ‘CONVENANT VOORKOMEN OF BEPERKEN VAN INSLEEP VAN EXOTISCHE MUGGEN BIJ BEDRIJVEN DIE HANDELEN IN GEBRUIKTE BANDEN’

Bandenbedrijven die handelen in partijen gebruikte banden uit risicogebieden:

1

Bandengroothandel Vrakking BV

Heijningen

2

Bandengroothandel Vrakking BV

Etten-Leur

3

Kargro Banden BV

Montfoort

4

Kargro Banden BV

Emmeloord

5

Ruband BV

Weert

6

Dikabo BV

Assen

7

Rubber Maalindustrie Limburg BV

Nederweert

8

Robeo Casings BV

Lelystad

9

Gebr. Kraan Bandenservice BV

Almere Buiten

10

Heuver Banden Groothandel BV

Hardenberg

11

OBO Banden BV

Hardenberg

12

Profile Tyrecenter Peter Stultiëns

Weert

13

Granuband BV

Nederweert

14

Granuband BV

Amsterdam

15

TRI Total Recycling Industries BV

Leeuwarden

16

Goodyear Nederland B.V.

Tilburg


X Noot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 34 472, nr. 2

Naar boven