Realisatieovereenkomst Halve Aansluiting A6

Partijen,

De ondergetekenden,

De Minister van Infrastructuur en Milieu, mevrouw drs. M.H. Schultz van Haegen, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna te noemen ‘de Minister’ respectievelijk ‘het Rijk’.

De publiekrechtelijke rechtspersoon de provincie Flevoland gevestigd aan de Visarenddreef 1, 8232 PH te Lelystad, te dezen op grond van een door de Commissaris van de Koning krachtens artikel 176 tweede lid van de Provinciewet afgegeven volmacht rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gedeputeerde verkeer en vervoer, de heer J. Lodders, daarbij handelend ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten met kenmerk 1916167 van 31 mei 2016, hierna te noemen: ‘de Provincie’;

hierna gezamenlijk: ‘Partijen’

Overwegende:

  • dat het Luchthavenbesluit Lelystad is vastgesteld op 12 maart 2015, is gepubliceerd op 31 maart 2015 en in werking is getreden op 1 april 2015;

  • dat een goede landzijdige bereikbaarheid een belangrijke voorwaarde is voor de ontwikkeling van Lelystad Airport en dat om die reden de Minister mede met de Provincie afspraken heeft gemaakt om de bereikbaarheid van Lelystad Airport te verbeteren, waaronder met de aanleg van een provinciale verbindingsweg en een halve aansluiting met de rijksweg A6;

  • dat deze afspraken in het Convenant Landzijdige Bereikbaarheid Lelystad Airport van 21 juli 2014 zijn vastgelegd;

  • dat in de brief van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu van 10 juli 2015 wordt bevestigd dat de aanleg van de provinciale verbindingsweg en de aanleg van de Halve Aansluiting op de rijksweg A6 integraal worden aangepakt en dat het voortouw in dit kader bij de Provincie ligt. De reden hiervoor is de samenhang tussen deze projecten die een afzonderlijke ontwikkeling van de Halve Aansluiting door het Rijk en een afzonderlijke ontwikkeling van de provinciale weg door de Provincie onwenselijk maakt;

  • dat in aanvulling en in afwijking op het Convenant Landzijdige Bereikbaarheid Lelystad Airport in deze realisatieovereenkomst afspraken worden gemaakt over het uitgewerkte voorkeursalternatief, de planvorming, de realisatie, planning en financiering van de Halve Aansluiting;

  • dat in het verlengde van deze afspraken op regionaal niveau afspraken zijn gemaakt over de realisatie van de projecten om de landzijdige bereikbaarheid van Lelystad Airport te verbeteren en over de kosten die daarmee zijn gemoeid;

  • dat deze regionale afspraken zijn vastgelegd in de Bestuursovereenkomst betreffende Infrastructuur Lelystad Airport, overeengekomen tussen de Provincie, de Gemeente Lelystad, Airport Garden City C.V. en de N.V. Luchthaven Lelystad op 28 oktober 2015 (‘de Bestuursovereenkomst’).

Komen het volgende overeen:

Artikel 1. Definities

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

Convenant:

Convenant Bereikbaarheid Lelystad Airport van 21 juli 2014.

Halve Aansluiting:

De halve aansluiting die zich richt op de aansluiting van de verbindingsweg op de A6 in de richting van en naar Almere.

Nader te detailleren:

het uitwerken van technische specificaties binnen scope, planning en projectbudget van de realisatieovereenkomst.

Ontsluitingsweg:

de weg die het luchthaventerrein, de airside van het bedrijvenpark Airport Garden City en de circuits ontsluit. De Ontsluitingsweg sluit aan op de N302.

Planning:

de planning met betrekking tot de voorbereiding van en de realisatie van de Verbindingsweg en Halve Aansluiting.

Planologische procedure:

Het provinciaal inpassingsplan en de daarvoor noodzakelijke milieueffectrapportage welke door Provinciale Staten wordt vastgesteld. In afwijking van het Convenant zal de Provincie de planologische procedure doorlopen.

Projectbudget:

het voor de realisatie van de Halve Aansluiting op de A6 benodigde budget, inclusief grondverwervingskosten en btw, te financieren door het Ministerie van I&M. Het betreft een taakstellend budget.

Verbindingsweg:

de weg die de Halve Aansluiting met de Ontsluitingsweg verbindt.

Artikel 2. Doel van de realisatieovereenkomst

Ten behoeve van de ontsluiting van Lelystad Airport wensen Partijen afspraken te maken over de wijze waarop de Halve Aansluiting wordt gerealiseerd in samenhang met de Verbindingsweg. Deze realisatieovereenkomst heeft daarom primair tot doel om de verschoven verantwoordelijkheden en kaders tussen Partijen schriftelijk vast te leggen. Tevens legt deze realisatieovereenkomst de nader uitgewerkte scope en de financiële afspraken tussen Partijen vast.

Partijen maken in dit kader afspraken over in ieder geval de volgende aspecten:

  • a. De projectscope van de Halve Aansluiting en de voorkeursvariant van de Halve Aansluiting en Verbindingsweg (artikel 3);

  • b. De planning en de na te streven mijlpalen (artikel 5);

  • c. De verantwoordelijkheden en rollen van Partijen bij de planvorming en realisatie van de Halve Aansluiting (artikel 6);

  • d. Vastleggen van financiële afspraken tussen het Rijk en de Provincie (artikel 4);

  • e. De wijze van besluitvorming in geval van wijzigingen in de projectscope, -raming, en de planning (artikel 8);

  • f. Principe afspraken over beheer- en onderhoud (artikel 3).

Artikel 3. Projectscope Halve Aansluiting

  • Lid 1 Ligging en geografische duiding

    • a. De Halve Aansluiting is gelegen tussen aansluiting 8 (Almere Buiten-Oost) en 10 (Lelystad) op de A6, ter hoogte van hectometer 72 en betreft het deel van de Verbindingsweg tussen km 4.22 en km 4.82, zoals weergegeven in bijlage A bij deze realisatieovereenkomst.

    • b. De ligging en geografische duiding van de Halve Aansluiting zijn meer gedetailleerd uitgewerkt in het voorontwerp in bijlage B van deze realisatieovereenkomst. De bijlage is onverminderd deel van deze realisatieovereenkomst.

  • Lid 2 Projectscope

    De projectscope omvat een Halve Aansluiting op de A6 voor Lelystad Airport, zoals opgenomen in het voorontwerp in bijlage B van deze realisatieovereenkomst (tekening PFL 150430 d.d. 20 november 2015) met de volgende elementen:

    • a. Een Halve Aansluiting, in de vorm van een klaverbladaansluiting met een toerit naar Almere en een afrit van Almere richting Lelystad Airport;

    • b. Een viaduct over de A6 met middenondersteuning, die vervolgens onder de Tennet-hoogspanningslijn door zal lopen aan de noordzijde van de A6;

    • c. Het uitgangspunt bij het ontwerp van de Halve Aansluiting is dat de volgende toekomstige ontwikkelingen niet onmogelijk worden gemaakt:

      • De realisatie van een volledige aansluiting;

      • De toekomstige aansluiting van de Warandedreef en/of de Poseidonweg;

      • Een mogelijke uitbreiding met een fietsbrug, dat als een aansluitend dek aan het viaduct wordt gerealiseerd;

      • De verbreding van de A6 naar 2 x 3 rijstroken, binnen de mogelijkheden van het huidige ontwerp;

    • d. Op het viaduct is in totaal ruimte voor 3 rijstroken ten behoeve van de toekomstige functie van de aansluiting;

    • e. Als onderdeel van het waterhuishoudkundige systeem worden drie duikers gerealiseerd en een nieuwe duiker onder de rijksweg A6 door. De bestaande duiker onder rijksweg A6 ter hoogte van het viaduct wordt dichtgezet.

  • Lid 3 Ruimtelijke kwaliteit, inpassing en mitigerende maatregelen

    • a. Op basis van de ruimtelijke kwaliteit is gekomen tot de ligging van de Halve Aansluiting zoals vastgelegd in het voorontwerp in bijlage B van deze realisatieovereenkomst.

    • b. Dit voorontwerp draagt zorg voor de overgang van het dichte (natuur)gebied de Burchtkamp en het meer stedelijke gebied van Lelystad en past bij de aansluitingen (klaverbladaansluiting) langs de A6.

    • c. Ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit wordt door Partijen de intentie uitgesproken om op basis van een nadere detaillering te bezien of de op- en afrit op basis van landschappelijke inpassing nog wijziging behoeft. Deze wijziging heeft betrekking op een gewijzigde ligging van de watergang in het kwadrant van de toerit richting Amsterdam en/of een vierkante begrenzing van de afrit richting Lelystad Airport.

    • d. De stuurgroep besluit hiertoe, mits deze wijzigingen met medewerking van de grondeigenaar en beheerder af te spreken zijn. Deze wijzigingen mogen niet leiden tot een vertraging in het project.

    • e. De Provincie treft de mitigerende maatregelen ten behoeve van de aspecten water, natuur, archeologie en landschap op de wijze die staan beschreven in de ‘Milieueffectrapportage Verbindingsweg en Halve Aansluiting op de A6’, die op 6 april 2016 door Provinciale Staten van de Provincie is vastgesteld en zijn opgenomen in de kostenraming d.d. 30 maart 2016 versie F.

    • f. Ten tijde van het ondertekenen van deze overeenkomst is de termijn voor het indienen van zienswijzen op het provinciaal inpassingsplan en daarmee voornoemde milieueffectrapportage nog niet verstreken. Indien en voor zover blijkt dat na inspraak op het ontwerp-provinciaal inpassingsplan aanvullende mitigerende maatregelen moeten worden getroffen dan waar ten tijde van ondertekening door Partijen van werd uitgegaan, komen deze voor rekening en risico van de Provincie.

  • Lid 4 Eigendomssituatie, beheer en onderhoud

    Partijen spreken met elkaar de navolgende principes af ten aanzien van het beheer en onderhoud alsmede de eigendomssituatie van de gronden ter plaatse van de Halve Aansluiting:

    • De nieuwe infrastructuur van de Halve Aansluiting (toe- en afrit) en viaduct over de A6 komen na realisatie in eigendom en beheer van het Rijk;

    • De nieuwe infrastructuur van de Verbindingsweg komt na realisatie in eigendom en beheer van de Provincie waarbij tevens het wegdek op het viaduct en naar het viaduct toe in beheer bij de Provincie komt;

    • Partijen hebben de intentie om het hoofdwatersysteem na realisatie in eigendom en beheer van het waterschap Zuiderzeeland te brengen, voor het maken van afspraken hierover is de Provincie verantwoordelijk.

    Definitieve beheergrenzen worden in de uitvoeringsovereenkomst tussen Partijen bijgesteld ten opzichte van de in bijlage C van deze realisatieovereenkomst vastgestelde beheergrenzen.

  • Lid 5 Uitbreiding en/of wijziging van de Projectscope

    Verzoeken tot uitbreiding of wijziging van de scope die leiden tot vertraging ten opzichte van de planning zijn alleen mogelijk na instemming van de daartoe gemandateerde stuurgroep (zie artikel 8). In geval van een wijziging met financiële en/of tijdsconsequenties op de projectscope worden de kosten gedragen door de initiatiefnemer van de wijziging. Vaststelling van wijzigingen op de projectscope vindt plaats volgens de wijzigingsprocedure als opgenomen in artikel 12 van deze realisatieovereenkomst.

Artikel 4. Financiën en risico’s

  • a. Het Projectbudget voor de Halve Aansluiting bedraagt € 19.600.000,– inclusief btw op prijspeil 1 juli 2015. Dit budget is gebaseerd op de door Partijen uitgewerkte en getoetste kostenraming.

  • b. Het Rijk betaalt het Projectbudget aan de Provincie na ondertekening van de uitvoeringsovereenkomst, maar niet eerder dan 1 januari 2017, bij de daarop eerstvolgende tranche van de doeluitkering.

  • c. Vooruitlopend op de betaling van het Projectbudget zoals onder lid b. van dit artikel bedoeld, betaalt het Rijk met de eerste tranche van de doeluitkering in 2017 of zoveel eerder als mogelijk een voorschot ter grootte van 6 mln. inclusief btw. Dit voorschot is bestemd voor noodzakelijke grondverwerving, voorbereidingskosten en andere noodzakelijke verplichtingen.

  • d. De Minister indexeert tot het moment van overboeking naar de Provincie de bijdrage conform de door het ministerie van Financiën gehanteerde IBOI. Indien de minister van Financiën besluit de middelen, die samenhangen met deze IBOI, niet of niet volledig aan de Minister uit te keren, wordt het taakstellend budget niet (volledig) geïndexeerd.

  • e. De Provincie is verantwoordelijk voor de voorbereiding, aanleg en ingebruikstelling van de Halve Aansluiting en Verbindingsweg (zie artikel 6) en draagt hiervan de kosten en risico’s. Hieronder vallen onder andere onzekerheden in de raming(en), renterisico’s en prijsstijgingen.

  • f. Op lid e gelden drie uitzonderingen:

    • Uitgangspunt in de (financiële) afspraken is dat de Tennetmasten niet hoeven te worden verplaatst of verhoogd. Het risico dat het ontwerp van de provinciale weg tussen de toe- en afrit niet valt in te passen vanuit de hoogteligging (verticaal alignement) in relatie tot de hoogte van de hoogspanningskabels. Hierdoor zijn mogelijk aanvullende en extra maatregelen nodig ten aanzien van de Tennetmast waarbij tevens vertraging in de realisatie kan ontstaan. Indien dit risico zich voordoet, overleggen Partijen over de gevolgen voor het project en de verdeling van de kosten.

    • De hogere kosten voor aanleg van de duiker onder de A6 ingeval het Rijk verzoekt om een afwijkende realisatie dan de gekozen aanpak zoals onderbouwd in de kostenraming d.d. 30 maart 2016 versie F zoals opgesteld en getoetst door Partijen. Indien een andere dan wel duurdere uitvoeringswijze wordt verzocht door het Rijk om de effecten op het verkeer op de A6 te beperken, overleggen Partijen over de gevolgen voor het project waarbij de kosten voor rekening komen van verzoeker conform artikel 3 lid 5.

    • Wijziging van nationale wet- en regelgeving, voor zover nog niet bekend bij het tekenen van deze overeenkomst. Het Rijk betaalt de kosten die hieruit voortvloeien.

  • g. Eventuele mee-en tegenvallers komen volledig ten bate respectievelijk ten laste van de Provincie.

  • h. Voor aanvullende maatregelen vanuit ruimtelijke kwaliteit, zoals bedoeld in artikel 3 lid 3 sub c., stelt het Rijk maximaal € 750.000,– beschikbaar.

  • i. Het Rijk is na oplevering van de aansluiting verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de Halve Aansluiting.

  • j. Naast het Projectbudget wordt een bedrag van € 660.000,– inclusief btw door het Rijk voor de planstudiekosten voor de Halve Aansluiting vergoed.

  • k. De planstudiekosten worden door het Rijk na ondertekening van deze realisatieovereenkomst door Partijen aan de Provincie vergoed bij de eerstvolgende tranche van de doeluitkering.

Artikel 5. Planning

Partijen streven er naar om voor de Halve Aansluiting en Verbindingsweg de volgende mijlpalen te halen:

  • Besluit Provinciaal Inpassingsplan Q4 2016

  • Definitief Ontwerp Q4 2016

  • Uitvoeringsovereenkomst Q4 2016

  • Aankoopstrategieplan Q3 2016

  • Bestek Q1 2017

  • Aanbestedingsdocumenten uploaden Q2 2017

  • Gunning Q3 2017

  • Definitieve gunning Q4 2017

  • Start werkzaamheden Q1 2018

  • Gelijktijdige oplevering Halve Aansluiting en Verbindingsweg 2019–2020

Artikel 6. Rol en Verantwoordelijkheden

  • a. De Provincie is verantwoordelijk voor de gezamenlijke voorbereiding en realisatie van de Halve Aansluiting en de Verbindingsweg.

  • b. het Rijk geeft op voorhand haar inbreng via de KES (klanten eis specificatie) ten behoeve van het op te stellen Definitief Ontwerp (DO).

  • c. Voorafgaand aan de aanbesteding van de realisatie van de Halve Aansluiting zal het Rijk toetsen op basis van het inkoopplan en marktuitvraag of er wordt gerealiseerd wat er is afgesproken in deze overeenkomst en of wordt voldaan aan de Rijksvereisten.

  • d. De Provincie zal voor de werken een vergunning in het kader van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken (Wbr) aanvragen, volgens de daarvoor gebruikelijke voorwaarden.

  • e. De Provincie coördineert en organiseert het overleg met derden, waaronder in ieder geval het Waterschap Zuiderzeeland en de gemeente Lelystad.

  • f. Partijen trekken gezamenlijk op in de communicatie naar derden. De Provincie stelt hiervoor een communicatieplan op dat wordt vastgesteld door de Partijen.

Artikel 7. Uitvoeringsovereenkomst

Voordat het werk zal worden gegund stellen Partijen een uitvoeringsovereenkomst vast. De uitvoeringsovereenkomst komt tot stand tussen de Provincie en het Rijk (als wegbeheerder) en is bedoeld om:

  • a. afspraken vast te leggen over beheer- en onderhoud en de overdracht van gronden;

  • b. invulling te geven aan de afspraken over de positie van het Rijk als wegbeheerder ten aanzien van de nadere detaillering van de onderhoudseisen;

  • c. te bepalen hoe de juridische vastlegging (bijvoorbeeld in de vorm van zakelijk recht en/of recht van opstal) van het viaduct over de A6, de Tennetmasten en hoogspanningslijnen plaats dient te vinden.

Artikel 8. Overleg en organisatie

  • Lid 1 Stuurgroep

    • a. De voortgang van de realisatie van de Halve Aansluiting wordt besproken in een stuurgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de Provincie en het Rijk als wegbeheerder (Rijkswaterstaat Midden Nederland);

    • b. De stuurgroep komt eens per half jaar bij elkaar, daartoe uitgenodigd door de Provincie of als één van de Partijen een verzoek doet;

    • c. Wijzigingen van de Projectscope worden ter besluitvorming aan de daartoe gemandateerde Stuurgroep voorgelegd;

    • d. Besluiten van de Stuurgroep worden schriftelijk vastgelegd.

  • Lid 2 Ambtelijk overleg Provincie en Rijk

    • a. Op ambtelijk niveau is er een regulier voortgangsoverleg tussen vertegenwoordigers van de Provincie en het Rijk als wegbeheerder (Rijkswaterstaat Midden Nederland);

    • b. In het voortgangsoverleg wordt:

      • de voortgang van de realisatie besproken;

      • afgestemd op de producten en de samenwerking;

      • afstemming en inbreng van Rijkvereisten besproken;

      • de toetsing van de aanbestedingsstukken conform artikel 6 lid c besproken;

      • de voorbereiding van stukken voor stuurgroep afgestemd.

    • c. Het ambtelijk overleg komt eens per twee weken bij elkaar of een nader af te spreken frequentie.

    • d. Uitnodiging voor de overleggen worden gedaan door de Provincie of op verzoek van het Rijk.

    • e. De Provincie is de trekker van het overleg.

    • f. Separaat worden indien het ambtelijk overleg dit nodig acht, ten behoeve van de inhoudelijke tot stand koming van het Definitief Ontwerp en Bestek, overleggen en of werksessies georganiseerd om specialisten van het Rijk en de Provincie met elkaar te laten afstemmen en te zorgen dat eisen van het Rijk kunnen worden overgedragen en toegelicht.

Artikel 9. Grondverwerving

  • a. De Provincie is verantwoordelijk voor de verwerving van de benodigde onroerende zaken voor zowel Halve Aansluiting als Verbindingsweg en draagt de benodigde gronden benodigd voor de Halve Aansluiting direct bij eigendomsverkrijging om niet over aan het Rijk.

  • b. De Provincie streeft ernaar de benodigde onroerende zaken minnelijk te verwerven en werkt hiervoor een aankoopstrategieplan uit.

  • c. Indien minnelijke verwerving niet mogelijk is, zal de Provincie, voor zover zij hiertoe de meest gerede partij is (in overleg met de Corporate Dienst van Rijkswaterstaat), de benodigde onroerende zaken onteigenen voor zover gelegen binnen de plangrens van het inpassingsplan.

  • d. De Provincie start zo spoedig mogelijk na het vaststellen van het aankoopstrategieplan de formele grondverwerving op. De formele grondverwerving, waartoe het uitbrengen van definitieve biedingen aan grondeigenaren wordt gebaseerd op het genoemde aankoopstrategieplan. Deze strategie gaat voor wat het grondbeslag uit van het voorontwerp.

  • e. De Provincie is verantwoordelijk voor beheer en onderhoud tussen de grondtransactie waarbij het Rijk eigenaar wordt, en overdracht van de te realiseren scope aan het Rijk na oplevering. Nadere afspraken worden gemaakt in de uitvoeringsovereenkomst.

  • f. In het hiervoor aangehaalde artikel 4 lid h worden mogelijk aanvullende maatregelen getroffen die ook vastgelegd zal worden in het Definitief Ontwerp.

  • g. Bij een grondtransactie waarbij het Rijk eigenaar wordt, verleent het Rijk voor deze betreffende gronden toestemming aan de Provincie tot uitvoering van de benodigde werkzaamheden en onderzoeken op gronden door en namens de Provincie.

OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 10. Publiekrechtelijke medewerking

  • a. Partijen verbinden zich jegens elkaar om zich in te spannen om de voor de uitvoering van deze realisatieovereenkomst benodigde publiekrechtelijke besluiten zodanig vast te stellen respectievelijk te nemen, dat een tijdige uitvoering conform de in artikel 5 van deze realisatieovereenkomst genoemde planning wordt nagekomen.

  • b. Partijen komen overeen dat zij ieder voor zich en gezamenlijk, overeenkomstig hun verantwoordelijkheden conform deze realisatieovereenkomst, (wettelijke) taken en bevoegdheden, een zodanige inzet realiseren in daadkracht, menskracht, benodigde productie en bestuurlijke besluitvormingstrajecten, dat conform planning, tegen zo laag mogelijke kosten en zorgvuldig de realisatie van de afgesproken projectscope plaatsvindt.

  • c. Partijen bevorderen daarbij zoveel mogelijk, met inachtneming van wettelijke procedures en de te betrachten zorgvuldigheid jegens derden, dat de procedures tot het nemen van publiekrechtelijke besluiten met voortvarendheid worden doorlopen.

  • d. Ingeval de in het sub c bedoelde procedures ertoe leiden dat de uitvoering van deze realisatieovereenkomst niet of althans niet op de door Partijen bij het aangaan van deze realisatieovereenkomst voorgestane wijze kan worden uitgevoerd, bezien Partijen of deze overeenkomst wijziging, of (gedeeltelijke) beëindiging behoeft. Indien dit zich voordoet neemt de verantwoordelijke partij contact op met de andere Partijen.

  • e. De in het kader van deze realisatieovereenkomst door Partijen te verlenen publiekrechtelijke medewerking laat de publiekrechtelijke positie en bevoegdheden van Partijen onverlet.

Artikel 11. Gewijzigde of onvoorziene omstandigheden

  • a. Partijen treden met elkaar in overleg indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen die wezenlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van deze realisatieovereenkomst.

  • b. Het in het eerste lid bedoelde overleg vindt plaats binnen 20 werkdagen nadat een partij de wens hiertoe aan de andere Partijen schriftelijk kenbaar heeft gemaakt.

  • c. Uit dit overleg kan voortkomen dat deze overeenkomst onverminderd wordt voortgezet, deze overeenkomst wordt gewijzigd (artikel 12) of deze realisatieovereenkomst wordt beëindigd (artikel 13).

  • d. Tegenvallers in de aanbesteding zijn geen onvoorziene omstandigheid.

Artikel 12. Wijziging

  • a. Elke partij kan de andere partij schriftelijk verzoeken deze realisatieovereenkomst te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van Partijen.

  • b. De wijziging en de verklaring(en) tot instemming worden als bijlage aan deze realisatieovereenkomst gehecht.

Artikel 13. Opzegging

  • a. Elke partij kan deze realisatieovereenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van 20 werkdagen schriftelijk en gemotiveerd opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat deze realisatieovereenkomst billijkheidshalve niet kan worden nagekomen door deze partij. De opzegging moet de verandering in omstandigheden bevatten.

  • b. Ingeval van opzegging zal de Provincie het ontvangen Projectbudget terug betalen aan het Rijk onder aftrek van alle gemaakte kosten en aangegane verplichtingen.

  • c. Partijen bepalen in overleg met elkaar de hoogte van gemaakte kosten en aangegane verplichtingen en de wijze waarop deze tussen Partijen afgewikkeld dienen te worden. Ook ten aanzien van de reeds in eigendom verkregen gronden bepalen Partijen gezamenlijk hoe hier mee om te gaan.

Artikel 14. Geschilbeslechting

  • a. Er is sprake van een geschil indien één van de Partijen daarvan schriftelijk en gemotiveerd melding maakt aan de andere Partij, waarna Partijen binnen 20 werkdagen na een zodanige melding eerst met elkaar in overleg treden om te bezien of een oplossing van het geschil kan worden gevonden.

  • b. Wijzigingen van deze realisatieovereenkomst die uit de geschilbeslechting voortvloeien worden schriftelijk vastgelegd als bijlage bij deze realisatieovereenkomst.

  • c. Indien binnen drie maanden na het overleg, zoals bedoeld in dit artikel onder a, tussen de Partijen geen overeenstemming is bereikt, wordt een derde aangezocht die als bemiddelaar tussen Partijen tot overeenstemming dient te komen. Indien Partijen niet tot overeenstemming komen om een derde hiertoe te verzoeken dan wel slaagt deze derde er niet in Partijen tot elkaar te brengen binnen een periode van drie maanden, staat het ieder der Partijen vrij het geschil voor te leggen aan de bevoegde burgerlijk rechter te Den Haag.

  • d. Elke partij draagt de eigen kosten, voortvloeiend uit de procedure voor geschilbeslechting.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 15. Inwerkingtreding, looptijd en einde realisatieovereenkomst

  • a. Deze realisatieovereenkomst treedt met de ondertekening in werking.

  • b. Deze realisatieovereenkomst eindigt met ingang van de dag waarop de Halve Aansluiting zoals opgenomen in artikel 3 in deze realisatieovereenkomst is gerealiseerd en het beheer en eigendom is overgedragen aan het Rijk.

  • c. De afspraken in deze realisatieovereenkomst komen in de plaats van de afspraken zoals vastgelegd in het Convenant met instandhouding van afspraken met andere Partijen waarop deze realisatieovereenkomst niet ziet.

  • d. Indien de afspraken die Partijen maken binnen deze realisatieovereenkomst strijdig zijn met de afspraken zoals gemaakt in het Convenant prevaleren de hier gemaakte afspraken boven de afspraken gemaakt in het Convenant, met uitzondering van die afspraken die met andere Partijen zijn gemaakt waarop de realisatieovereenkomst niet ziet.

Artikel 16. Publicatie in de Staatscourant

  • a. Binnen korte termijn na ondertekening van deze realisatieovereenkomst laat de Minister de overeenkomst publiceren in de Staatscourant.

  • b. Bij wijzigingen in deze realisatieovereenkomst vindt het eerste lid overeenkomstige toepassing.

Aldus in tweevoud ondertekend op 10 juni 2016

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Lid Gedeputeerde Staten van de Provincie Flevoland, J. Lodders

BIJLAGE A. SCOPE BESCHRIJVING

Partijen zijn met betrekking tot de realisatie van de halve aansluiting de volgende Scope overeengekomen (zie ook: Tekening PFL150430, Voorontwerp d.d. 20-11-2015, variant versobering) en kostenraming d.d. 30 maart 2016 versie F opgesteld en getoetst door Partijen:

  • De Halve aansluiting is gelegen in Rijksweg A6 (Almere-Emmeloord) tussen de aansluitingen 8 (Almere Buiten-Oost) en Aansluiting 10 (Lelystad) bij hm 72.7. De Halve aansluiting zorgt dat de Rijksweg A6 vanuit Almere aansluit op de nieuw te realiseren verbindingsweg. Tevens zorgt de Halve aansluiting dat de verbindingsweg aansluit op de Rijksweg A6 richting Almere.

  • De Halve aansluiting betreft het deel van de verbindingsweg van km 4.22 t/m 4.82. De scopegrens tussen het project Halve aansluiting en project Verbindingsweg is gelegen aan de zuidoostzijde van de duiker onder de Verbindingsweg. De Verbindingsweg eindigt bij de Lage Vaart. Dit is inclusief al het grondwerk en waterhuishouding, exclusief de asfaltverharding op dit deel van de Verbindingsweg.

  • De Halve Aansluiting betreft:

    • a. de afrit op de A6 vanuit Almere richting de verbindingsweg inclusief al het grondwerk, waterhuishouding en asfaltverharding. Dit betreft een afrit met 1 rijstrook;

    • b. de oprit richting Almere vanaf de verbindingsweg richting de A6 inclusief al het grondwerk, waterhuishouding en asfaltverharding. Het betreft een oprit met 1 rijstrook;

    • c. een ongelijkvloerse kruising van de verbindingsweg met de A6 in de vorm van een viaduct met hooggefundeerde landhoofden en een middenondersteuning. Onderlangs is er ruimte voor 2 x 3 rijstroken met extra ruimte voor de afrit en de toekomstige afrit vanaf Emmeloord. In de middenberm is een tussenpijler voorzien. De grondlichamen van de hooggefundeerde landhoofden beginnen op 2,8 meter uit de kant van het asfalt;

    • d. De grondlichamen worden uitgevoerd t.b.v. de direct te realiseren infrastructuur;

    • e. Verbindingsweg als gebiedsontsluitingsweg wordt uitgevoerd als 2 x 1 rijbaan (exclusief fietspad) met een adviessnelheid van 80 km / uur.

Waterhuishouding

  • a. Langs de verbindingsweg en verbindingsbogen wordt aan weerszijde watergangen aangelegd. Een deel van deze watergangen vormen onderdeel uit van het waterhuishoudkundig systeem van het waterschap Zuiderzeeland. Als onderdeel van de Hollandse tocht en als onderdeel van de waterverbinding Hollandse Tocht met de Lage Vaart. Tevens dienen de watergangen als compensatie van het toegenomen verhardingsoppervlak.

  • b. Als onderdeel van het waterhuishoudkundig systeem zijn er 3 duikers nodig en één duiker onder Rijksweg A6 door. De duiker onder Rijksweg A6 dient ook als faunaverbinding en wordt uitgevoerd als een prefab betonduiker en wordt ter plaatse aangebracht. De duiker onder Rijksweg A6 wordt gerealiseerd ter plaatse van hm 72.1 (nabij puntstuk toerit Almere).

Compensatie en mitigatie

Vanwege de aanleg van de Halve aansluiting is er natuurcompensatie en mitigatie nodig. De natuurcompensatie bestaat uit een beplantingszone langs de verbindingsweg en toerit Almere om hiermee lichtinval richting natuurgebieden te beperken, kiekendiefcompensatie en compensatie vanuit de boswet. Op basis van de MER en de noodzakelijke maatregelen wordt de noodzakelijke compensatie en mitigatie uitgevoerd.

Overig

  • a. De kruispunten Verbindingsweg-Toerit Almere en Verbindingsweg-Afrit Almere worden voorzien van een Verkeersregelingsinstallatie.

  • b. Het kruispunt Verbindingsweg-Toerit Almere, het kruispunt Verbindingsweg -Afrit Almere, de Toerit Almere en de Afrit Almere worden voorzien van openbare verlichting. De openbare verlichting wordt afgeschermd richting natuurgebied de Burchtkamp.

    • Uitgangspunt is dat de Tennetmasten niet hoeven te worden verplaatst of verhoogd.

    • De Warandedreef kan worden aangesloten met een brug over de Lage Vaart en er is rekening gehouden met een aansluiting met de Poseidonweg. Deze vallen beide buiten de scope van de Halve Aansluiting.

BIJLAGE B. VOORLOPIG ONTWERP (TEKENING PFL150430, VOORONTWERP D.D. 20-11-2015)

BIJLAGE C. NU VASTGESTELDE EIGENDOM- EN BEHEERGRENZEN

Decompositie van het areaal

Situatietekening met concept beheergrenzen

Naar boven