Artikel 1 Definities
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a. gerechtsdeurwaarder-organisatie:
-
alle wijzen waarop de gerechtsdeurwaarder zijn werkzaamheden heeft georganiseerd;
- b. melding:
-
een melding als bedoeld in artikel 19a van de Gerechtsdeurwaarderswet;
- c. stagiair:
-
degene voor wie een stageverplichting in de zin van artikel 26 van de Gerechtsdeurwaarderswet
geldt.
Artikel 2 Meldplicht
Als zich een gebeurtenis voordoet die aanmerkelijke nadelige gevolgen heeft of zou
kunnen hebben voor de financiële positie van een gerechtsdeurwaarder, meldt de gerechtsdeurwaarder
dit volledig en onverwijld aan het Bureau.
Artikel 3 Gebeurtenis
Als gebeurtenis in de zin van artikel 2 van deze regeling worden aangemerkt:
-
1. Wijzigingen in de gerechtsdeurwaarder-organisatie met gevolgen voor de continuïteit.
-
2. Langdurige buitengewone omstandigheden die de persoon van de gerechtsdeurwaarder betreffen,
waaronder:
-
a. afwezigheid in verband met arbeidsongeschiktheid waardoor de continuïteit gevaar kan
lopen;
-
b. ontstentenis door een andere reden van persoonlijke aard al dan niet buiten de wil
van de gerechtsdeurwaarder, waaronder de situatie dat de gerechtsdeurwaarder wegens
zijn lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat is tot het behoorlijk verrichten
van zijn werkzaamheden.
-
3. Risico’s inzake de bewaringspositie. Hieronder valt in ieder geval het bestaan van
een negatieve bewaringspositie al dan niet terstond aangevuld.
-
4. Gebeurtenissen die van nadelige invloed zijn op de solvabiliteit of liquiditeit van
de gerechtsdeurwaarder-organisatie dan wel de financiële positie in algemene zin van
de gerechtsdeurwaarder privé. En tevens in geval van:
-
a. opzegging van krediet-(faciliteiten) of betalingsregeling door de kredietverstrekker;
-
b. claims, zowel civiele, strafrechtelijke als fiscale claims/dwangsommen, disputen of
geschillen van grote financiële omvang of met een impact die de stabiliteit van het
kantoor mogelijk kan schaden;
-
c. betalingsachterstand van meer dan zes maanden na de opeisbaarheid van een vordering.
-
5. Overige gebeurtenissen die van invloed kunnen zijn op de financiële positie van de
gerechtsdeurwaarder-organisatie of de gerechtsdeurwaarder privé:
-
a. omzetafhankelijkheid van één (on)middellijke opdrachtgever, dat wil zeggen dat 30%
of meer van de omzet door één (on)middellijke opdrachtgever wordt gegenereerd;
-
b. een aangifte van een strafbaar feit tegen een gerechtsdeurwaarder die verband houdt
met zijn ambtsuitoefening;
-
c. aanwijzingen of vermoedens van fraude of malversaties met betrokkenheid van een (of
meer) personen werkzaam binnen de gerechtsdeurwaarder-organisatie.
Artikel 4 Andere gebeurtenissen en meldrecht
-
1. Naast de in artikel 3 omschreven gebeurtenissen kan de gerechtsdeurwaarder andere
gebeurtenissen die aanmerkelijke nadelige gevolgen voor de (financiële) positie van
de gerechtsdeurwaarder-organisatie of de gerechtsdeurwaarder privé kunnen hebben,
aan het Bureau melden.
-
2. Een waarnemend gerechtsdeurwaarder, een toegevoegd gerechtsdeurwaarder, een kandidaat-gerechtsdeurwaarder
of een stagiair kan gebeurtenissen, bedoeld in artikel 3 en 4, eerste lid, melden
aan het Bureau.
Artikel 5 Overige gegevens
Als overige gegevens bedoeld in artikel 31, tweede lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet
worden in ieder geval aangemerkt de kwartaalcijfers van de gerechtsdeurwaarder.
Artikel 6 Wijze van melden en van indienen gegevens bij het Bureau
-
1. Een melding als bedoeld in artikel 19a van de Gerechtsdeurwaarderswet en de artikelen
2 en 4 van deze regeling kan digitaal of schriftelijk worden ingediend.
-
2. De gegevens, bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet en
de overige gegevens bedoeld in artikel 31, tweede lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet
worden digitaal ingediend via een daartoe door het Bureau beschikbaar gestelde elektronische
toepassing binnen de daartoe door het Bureau gestelde termijn.
Artikel 7
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2016.
Artikel 8
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling meldplicht voor gerechtsdeurwaarders
en wijze indiening van gegevens aan het Bureau.
Artikel 9
Deze regeling met de toelichting zal in de Staatscourant worden geplaatst.
TOELICHTING
Algemeen
Aanleiding voor deze regeling is de inwerkingtreding per 1 juli 2016 van de Wet van
17 februari 2016 tot wijziging van de Gerechtsdeurwaarderswet in verband met de evaluatie
van het functioneren van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders,
alsmede de regeling van enkele andere onderwerpen in die wet (Stb. 2016, nr. 93). Door deze wet is het nieuwe artikel 19a in de Gerechtsdeurwaarderswet (hierna:
de wet) gekomen, alsmede een nieuw tweede lid van artikel 31 van de wet.
Het Bureau Financieel Toezicht (hierna: het Bureau) ontvangt als toezichthouder reguliere
informatie van de gerechtsdeurwaarders, zoals de kwartaal- en jaarcijfers. Naast deze
reguliere informatiestromen voorziet artikel 19a van de wet in een meldingsplicht
(incidentenmelding) wanneer zich een gebeurtenis voordoet of dreigt voor te doen die
mogelijk aanmerkelijke nadelige gevolgen heeft of kan hebben voor de financiële positie
van de gerechtsdeurwaarder. In deze regeling is nader uitgewerkt welke gebeurtenissen
vallen onder deze meldplicht. Tevens is in deze regeling een meldrecht vastgelegd,
is vastgelegd wat onder overige gegevens zoals bedoeld in artikel 31, tweede lid,
dient te worden verstaan en is bepaald op welke wijze de gegevens en informatie ingediend
moeten worden bij het Bureau.
Aan de hand van onder andere deze informatie kan het Bureau vervolgens een risicoanalyse
maken. Een goed en effectief toezicht en het bevorderen van de integriteit en kwaliteit
van gerechtsdeurwaarders is van groot maatschappelijk belang.
Artikelsgewijs
In artikel 3 is een limitatieve opsomming uitgewerkt van de gebeurtenissen die worden
benoemd als gebeurtenissen die aanmerkelijk nadelige gevolgen voor de financiële positie
van de gerechtsdeurwaarder kunnen hebben en als gevolg daarvan meldenswaardig zijn.
Met deze opsomming wordt voor de gerechtsdeurwaarder en voor de tuchtrechter duidelijkheid
verschaft in welke gevallen de gerechtsdeurwaarder verplicht is een melding te doen
aan het Bureau.
Als relevante gebeurtenissen zijn benoemd de voornemens tot een fusie met of overname
door een ander kantoor, het vertrek van een voor de omzet essentiële opdrachtgever,
hooglopende geschillen tussen partners binnen een kantoor die de samenwerking de facto
onmogelijk maken, het toetreden tot of uittreden van een gerechtsdeurwaarder uit een
samenwerkingsverband. Het tweede lid bevat onder meer buitengewone omstandigheden
die de gerechtsdeurwaarder zelf betreffen, zoals langdurige ziekte. Onder langdurig
dient in ieder geval te worden verstaan: een periode die naar verwachting langer dan
drie maanden zal duren. Dit laat onverlet dat ook in andere gevallen een melding aan
het Bureau kan worden gedaan.
Artikel 4
De verplichting tot het melden van de gebeurtenissen, genoemd in artikel 3, laat onverlet
dat ook andere gebeurtenissen die aanmerkelijke nadelige gevolgen hebben voor de positie
van een gerechtsdeurwaarder, aan het Bureau kunnen worden gemeld. Artikel 4, eerste
lid, strekt ertoe dit buiten twijfel te stellen. Gedacht kan worden aan een aangifte
tegen de gerechtsdeurwaarder zelf of tegen een collega voor een strafbaar feit dat
geen verband houdt met de ambtsuitoefening.
Een ander voorbeeld is het melden van een incident dat betrekking heeft op een beveiligingslek
of een aanval van cybercriminelen. Dit ‘meldrecht’ voor de gerechtsdeurwaarder ziet
ook gebeurtenissen die zich voordoen op het gebied van de kwaliteit en integriteit.
Het tweede lid van artikel 4 strekt ertoe buiten twijfel te stellen dat ook een waarnemend
gerechtsdeurwaarder, een toegevoegd gerechtsdeurwaarder, een kandidaat-gerechtsdeurwaarder,
en een stagiair het recht heeft om gebeurtenissen waarvoor de meldplicht geldt, maar
ook andere gebeurtenissen die de kwaliteit en integriteit van een gerechtsdeurwaarder
betreffen te melden aan het Bureau. De financiële meldplicht die aan de gerechtsdeurwaarder
is opgelegd, staat een melding aan het Bureau betreffende de (financiële) positie
van een gerechtsdeurwaarder door een waarnemend gerechtsdeurwaarder, een toegevoegd
gerechtsdeurwaarder of een kandidaat-gerechtsdeurwaarder of een stagiair niet in de
weg.
Artikel 6
In het eerste lid is bepaald dat gebeurtenissen waarvoor een meldplicht dan wel meldrecht
geldt zowel digitaal als schriftelijk kunnen worden ingediend. Digitale melding heeft
de voorkeur. Gelet op de diversiteit van de aard van de meldingen wordt dit echter
niet als eis gesteld. Voor bijzondere gevallen moet de mogelijkheid bestaan dat de
gerechtsdeurwaarder of de in artikel 4, tweede lid, genoemde personen het Bureau op
andere wijze van relevante informatie in kennis stellen, zoals telefonisch.
In het tweede lid is vastgelegd dat gegevens digitaal aan het Bureau worden aangeleverd.
Dit geldt voor de jaargegevens en de overige gegevens, zoals de financiële gegevens
per kwartaal, de financiële gegevens met een met een hogere frequentie dan per kwartaal
(zoals maandcijfers). De gegevens moeten worden aangeleverd binnen de daarvoor door
het Bureau gestelde termijn.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
G.A. van der Steur