Beleidsregel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 juni 2016, 2016-0000149730, tot wijziging van de Beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag 2016, in verband met enkele aanvullingen op het sanctiebeleid bij overtredingen van artikel 7a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 18f, zesde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag 2016 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Bij een overtreding van artikel 7 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt voor het in het geheel niet uitbetaalde loon niet ook een boete opgelegd voor de overtreding van artikel 7a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag die daarmee samenloopt.

B

Artikel 2, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. In afwijking van artikel 1 wordt geen boete opgelegd, indien het bedrag aan loon waarvoor de verplichting, bedoeld in artikel 1, tweede lid, niet wordt nagekomen minder bedraagt dan € 50. Er wordt volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing.

ARTIKEL II

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 juli 2016. Indien de Staatscourant waarin deze beleidsregel wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2016, treedt hij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst, en werkt hij terug tot en met 1 juli 2016.

Deze beleidsregel zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 27 juni 2016

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

TOELICHTING

Algemeen

Deze beleidsregel betreft twee wijzigingen van de Beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag 2016. De wijzigingen worden aangebracht naar aanleiding van de handhavingspraktijk van de Inspectie SZW ten aanzien van de verplichting om het wettelijk minimumloon giraal uit te betalen. Deze verplichting is in werking getreden op 1 januari 2016. De wijzigingen betreffen een verduidelijking ten aanzien van de boeteoplegging bij onderbetaling van het minimumloon en een wijziging ten aanzien van het geven van een waarschuwing bij overtreding van artikel 7a.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A

Het betreft hier een redactionele wijziging ter verduidelijking van het feit dat bij een overtreding van artikel 7 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag niet ook voor het in het geheel niet uitbetaalde bedrag een boete wordt opgelegd voor artikel 7a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

Artikel I, onderdeel B

Bij een overtreding van artikel 7a wordt thans geen boete opgelegd als de overtreding per onderzoeksperiode minder dan 5% van het uit te betalen loon bedraagt of een bedrag betreft dat minder is dan € 50 en dit artikel niet eerder is overtreden. Omdat bij de beboeting van een overtreding van artikel 7a, zoals opgenomen in artikel 2, tweede lid, van deze beleidsregel, het percentage onderbetaling niet van invloed is op de boetehoogte, is het niet logisch om dat wel mee te wegen bij het geven van een waarschuwing. Dit percentage wordt daarom geschrapt.

Artikel II

De wijzigingen worden op 1 juli 2016 van kracht.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven