Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken 23 juni 2016, nr. 16091766, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van de onbedekte teelt van boon zonder peul tegen zwarte bonenluis (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de onbedekte teelt van boon zonder peul tegen zwarte bonenluis, 2016)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt verleend voor het gebruik van Pirimor ter bescherming van onbedekte teelt van boon zonder peul tegen zwarte bonenluis, (Aphis fabae).

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt op 1 september 2016.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de onbedekte teelt van boon zonder peul tegen zwarte bonenluis, 2016.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Bezwaar

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via "mijn.rvo.nl". Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van dit besluit mee als pdf-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van dit besluit mee met uw bezwaarschrift.

Op mijn.rvo.nl/bezwaar vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over uw bezwaarschrift, kijk dan op de website: mijn.rvo.nl. of bel: 088 042 42 42 (lokaal tarief).

BIJLAGE: WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT PIRIMOR (5794)

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als insectenbestrijdingsmiddel door middel van een gewasbehandeling in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.0, Ctgb juni 2011) onder de vermelde toepassingsvoorwaarden

Toepassingsgebied

Te bestrijden organisme

Dosering (middel) per toepassing

Maximale dosering (middel) per toepassing

Maximaal aantal toepassingen per teeltcyclus of per 12 maanden

Minimum interval tussen toepassingen in dagen

Veiligheidstermijn in dagen of uiterst gewasstadium waarop toegepast mag worden

Boon zonder peul (onbedekte teelt) op percelen grenzend aan oppervlakte water

bladluis

0,5 kg/ha

0,5 kg/ha

2 per 12 maanden

7

7

Toepassingsvoorwaarden

Voor op- en zijwaartse veldbespuitingen is gebruik uitsluitend toegestaan door middel van daartoe geëigende apparatuur, te weten een machinale veldspuit voortgetrokken door een tractor met een gesloten cabine, omdat gezondheidseffecten niet zijn uit te sluiten bij toepassing met een open cabine.

Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing van het middel op percelen die grenzen aan oppervlaktewater uitsluitend toegestaan wanneer gebruik gemaakt wordt van één van volgende driftreducerende maatregelen:

  • Minimaal 95% driftreducerende spuitdoppen;

  • Spuitboomverlaging (30 cm) in combinatie met luchtondersteuning;

  • Hardi Twin Force met luchtondersteuning en minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen;

  • Släpduksysteem en minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen;

  • Wingssprayer en minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen;

  • Conventionele spuit met luchtondersteuning in combinatie met minimaal 90% driftreducerende doppen en een teeltvrije zone van 0.50 meter.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg uw leverancier van natuurlijke vijanden over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

TOELICHTING

1 Algemeen

Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en nr. 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) nr. 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden tijdelijke vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Tijdelijke vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een noodsituatie die op geen enkele andere redelijke manier te bestrijden is.

2 Adviezen

2.1 Noodsituatie

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van een noodsituatie.

Gevaar

Onder gunstige omstandigheden (warm en droog weer) neemt de plaagdruk door de zwarte bonenluis toe, waardoor de planten slap gaan hangen. De productie van bonen neemt daardoor af of stopt zelfs geheel. Dit geeft een lagere opbrengst (kwantitatieve schade). De geoogste bonen zijn daarnaast ook kleiner, waardoor ze in een lagere klasse vallen die financieel minder opbrengt (kwalitatieve schade). Zonder een goede bestrijdingsmethode kan de opbrengstschade oplopen van 25-80%.

Alternatieven

Niet-chemisch

Zwarte bonenluis wordt bestreden door van nature aanwezige natuurlijke vijanden. Onder voor de luizen gunstige omstandigheden (droog en warm weer) vermeerderen de luizen zich echter zo snel dat deze natuurlijke vijanden de populatie onvoldoende kunnen inperken.

Inzet van Pirimor tegen zwarte bonenluis in bonen zonder peul is wel toegestaan op percelen die niet grenzen aan het oppervlaktewater. Vruchtwisseling noodzaakt de telers echter om voor de teelt van bonen zonder peul ook gebruik te maken van percelen die grenzen aan oppervlaktewater (circa 60% van de percelen) waardoor deze optie geen oplossing vormt voor het probleem. Met deze niet- chemische maatregelen kan zwarte bonenluis niet afdoende bestreden worden.

Chemisch

Een middel op basis van pirimicarb is toegelaten in de teelt van bonen zonder peul, maar mag niet worden toegepast op percelen grenzend aan oppervlaktewater. Daarnaast is een niet meer toegelaten middel met een opgebruiktermijn tot februari 2017 beschikbaar, deze is schadelijk voor bijen en hommels en mag niet worden gebruikt op in bloei staande gewassen. Bonen zonder peul hebben een lange bloeitijd. Zwarte bonenluis treedt op in de periode tussen 2-3 weken voor de bloei tot circa 2 weken voor de oogst en moet ook tijdens de bloei bestreden worden. Hierdoor is het middel niet toepasbaar in de periode dat de zwarte bonenluis bestreden dient te worden. Daarnaast is een middel toegelaten met nevenwerking tegen bladluizen (incl zwarte bonenluis). Dit mag 3 maal gedurende 12 maanden worden toegepast, maar dit mag eveneens niet tijdens de bloei. Met de beschikbare chemische middelen kan de zwarte bonenluis tijdens de bloei, wanneer de zwarte bonenluis bestreden moet worden, op percelen grenzend aan oppervlakte water, niet afdoende bestreden worden.

Bijzondere omstandigheden

Door een wijziging van het etiket (sinds 23 december 2014, met een opgebruiktermijn tot 1 april 2015) van middelen op basis van pirimicarb, mogen deze alleen nog worden gebruikt op percelen die niet grenzen aan oppervlaktewater. Belanghebbenden spannen zich in voor een reguliere toelating op percelen die grenzen aan het oppervlaktewater.

Een aanvraag voor wijziging van het wettelijk gebruiksvoorschrift Pirimor met extra driftbeperkende maatregelen op percelen die grenzen aan het oppervlaktewater is ingediend bij het Ctgb. De toelating van het middel in percelen die grenzen aan het oppervlaktewater is in 2016 niet beschikbaar.

Conclusie

De NVWA komt tot volgende conclusies:

  • een landbouwtechnisch doelmatige geïntegreerde teelt van bonen zonder peul in Nederland wordt bedreigd door onvoldoende bestrijding van de Zwarte bonenluis;

  • Een landbouwtechnisch doelmatige geïntegreerde teelt van bonen zonder peul is met het beschikbare pakket aan middelen en maatregelen op percelen die grenzen aan oppervlaktewater niet mogelijk;

  • Er is perspectief voor de toelating van een middel op basis van pirimicarb in de onbedekte teelt van bonen zonder peul op percelen grenzend aan oppervlakte water, waardoor een kortstondig noodverband gerechtvaardigd is. Voor de percelen grenzend aan oppervlakte water is het middel niet beschikbaar voor de gevraagde vrijstellingsperiode.

De tijdelijke vrijstelling van Pirimor voor het bestrijden van zwarte bonenluis in de onbedekte teelt van bonen zonder peul voldoet aan de criteria voor een noodsituatie.

2.2 Risicobeoordeling

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van aanvaardbare risico’s.

Humane toxiciteit

Toepasser blootsteling

Voor de onbeschermde toepasser kunnen gezondheidseffecten na dermale blootstelling aan pirimicarb ten gevolg van de toepassing van Pirimor in bonen niet uitgesloten worden. Juist gebruik van persoonlijke beschermingsmaatregelen, te weten handschoenen en een tractor met gesloten cabine, geven voldoende reductie in de dermale blootstelling aan pirimicarb.

De volgende restrictie dient opgenomen te worden in het wettelijk gebruiksvoorschrift:

Voor op- en zijwaartse veldbespuitingen is gebruik uitsluitend toegestaan door middel van daartoe geëigende apparatuur, te weten een machinale veldspuit voortgetrokken door een tractor met een gesloten cabine, omdat gezondheidseffecten niet zijn uit te sluiten bij toepassing met een open cabine.

Omstander bloostelling

Op basis van de risicobeoordeling kan geconcludeerd worden dat er geen schadelijke effecten te verwachten zijn voor omstanders en omwonenden ten gevolge van blootstelling aan pirimicarb bij toepassing van Pirimor in bonen.

Werker blootstelling

Op basis van de risicobeoordeling kan geconcludeerd worden dat er geen schadelijke effecten te verwachten zijn voor de onbeschermde werker ten gevolge van blootstelling aan pirimicarb bij toepassing van Pirimor in bonen.

Volksgezondheid

Voldoet aan de eisen.

Gedrag in het milieu

Voldoet aan de eisen.

Ecotoxiciteit

Er wordt op basis van de beoordeling van de reguliere toelating van Pirimor een acceptabel risico verwacht voor vogels, zoogdieren, bijen, niet-doelwit arthropoden, regenwormen, bodemmicro-organismen, actief slib en niet doelwit planten.

Voor waterorganismen is het risico slechts acceptabel, indien strenge driftreducerende maatregelen worden toegepast. De volgende zin dient op het etiket te worden geplaatst:

Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing van het middel op percelen die grenzen aan oppervlaktewater uitsluitend toegestaan wanneer gebruik gemaakt wordt van één van volgende driftreducerende maatregelen:

  • Minimaal 95% driftreducerende spuitdoppen;

  • Spuitboomverlaging (30 cm) in combinatie met luchtondersteuning;

  • Hardi Twin Force met luchtondersteuning en minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen;

  • Släpduksysteem en minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen;

  • Wingssprayer en minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen;

  • Conventionele spuit met luchtondersteuning in combinatie met minimaal 90% driftreducerende doppen en een teeltvrije zone van 0.50 meter

In verband met IPM dient de volgende zin op het etiket te worden geplaatst:

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg uw leverancier van natuurlijke vijanden over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

Conclusie

Het College constateert dat er na het nemen van risicoreducerende maatregelen / het inachtnemen van restrictiezinnen geen risico verbonden is aan de vrijstelling.

Advies

Gezien het risico adviseert het College een vrijstelling ex artikel 38 Wgb van het gewasbeschermingsmiddel Pirimor in de teelt van boon zonder peul te verlenen onder vermelding van de volgende risicoreducerende maatregelen / restrictiezinnen:

Juist gebruik van persoonlijke beschermingsmaatregelen, te weten handschoenen en een tractor met gesloten cabine, geven voldoende reductie in de dermale blootstelling van toepassers aan pirimicarb.

Voor op- en zijwaartse veldbespuitingen is gebruik uitsluitend toegestaan door middel van daartoe geëigende apparatuur, te weten een machinale veldspuit voortgetrokken door een tractor met een gesloten cabine, omdat gezondheidseffecten niet zijn uit te sluiten bij toepassing met een open cabine.

Ecotoxiciteit

Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing van het middel op percelen die grenzen aan oppervlaktewater uitsluitend toegestaan wanneer gebruik gemaakt wordt van één van volgende driftreducerende maatregelen:

  • Minimaal 95% driftreducerende spuitdoppen;

  • Spuitboomverlaging (30 cm) in combinatie met luchtondersteuning;

  • Hardi Twin Force met luchtondersteuning en minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen;

  • Släpduksysteem en minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen;

  • Wingssprayer en minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen;

  • Conventionele spuit met luchtondersteuning in combinatie met minimaal 90% driftreducerende doppen en een teeltvrije zone van 0.50 meter

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg uw leverancier van natuurlijke vijanden over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

3 Overwegingen

Een tijdelijke vrijstelling van het gewasbeschermingsmiddel Pirimor is gewenst, omdat zonder deze vrijstelling de onbedekte teelt van bonen zonder peul op geen enkele andere redelijke wijze te beschermen is tegen zwarte bonenluis. Hierdoor wordt de doelmatige onbedekte teelt van bonen zonder peul bedreigd. Belanghebbenden spannen zich in om op korte termijn te beschikken over een regulier toegelaten gewasbeschermingsmiddel.

In het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (zie bijlage bij dit besluit) zijn de risico reducerende maatregelen overgenomen die door het Ctgb zijn voorgesteld.

4 Besluit

De adviezen van de NVWA en het Ctgb overnemend, heb ik in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb tijdelijke vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Pirimor ter bescherming van de onbedekte teelt van boon zonder peul tegen zwarte bonenluis

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt op 1 september 2016.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven