Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 4 juli 2016, nr. IENM/BSK-2016/123782 tot wijziging van de Subsidieregeling innovaties duurzame binnenvaart in verband met de algemene groepsvrijstellingsverordening

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 4, eerste lid, onderdeel i, van het Kaderbesluit subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling innovaties duurzame binnenvaart wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, een begrip toegevoegd, luidende:

• staatssteun: steunmaatregelen als omschreven in artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

B

Na artikel 5 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 5a. Cumulering

Voor een project waarvoor eerder door een bestuursorgaan of de Europese Commissie aan de aanvrager staatssteun is verstrekt kan alleen subsidie worden verleend met inachtneming van de criteria uit artikel 8 van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

Artikel 5b. Specifieke afwijzingsgrond

De subsidie wordt afgewezen indien de subsidie wordt aangevraagd door een ondernemer in moeilijkheden als bedoeld in artikel 2, achttiende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

TOELICHTING

Inleiding

De Subsidieregeling innovaties duurzame binnenvaart (hierna: Subsidieregeling) maakt gebruik van de verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187) (hierna: algemene groepsvrijstellingsverordening).

Met deze regeling wordt een cumulatiebepaling en een bepaling over ondernemers in moeilijkheden zoals omschreven in artikel 2, achttiende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening expliciet in de Subsidieregeling opgenomen. Door deze wijziging worden geen nieuwe criteria aan het verlenen van subsidie toegevoegd, maar worden de twee reeds geldende regels vanuit het oogpunt van duidelijkheid aan de Subsidieregeling toegevoegd. Op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel a, van de Kaderwet subsidies I en M kan de Minister van Infrastructuur en Milieu immers al weigeren om een subsidie te verstrekken wanneer en voor zover die subsidieverstrekking in strijd is met bijvoorbeeld de algemene groepsvrijstellingsverordening. Tot de inwerkingtreding van deze wijziging wordt gebruik gemaakt van deze mogelijkheid in de Kaderwet indien daar aanleiding toe is. Er zou namelijk sprake zijn van strijdigheid met de algemene groepsvrijstellingsverordening als er op grond van de Subsidieregeling subsidie zou worden verstrekt voor een reeds gesubsidieerd project zonder inachtneming van de cumulatiebepaling of aan een ondernemer in moeilijkheden.

Europees kader

Een subsidie die op basis van de Subsidieregeling kan worden verstrekt, is aan te merken als staatssteun in de zin van artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Omdat deze subsidie voldoet aan de voorwaarden van de algemene groepsvrijstellingsverordening is er sprake van geoorloofde staatssteun.

In het kader van deze Subsidieregeling wordt gebruik gemaakt van artikel 25, eerste, derde, vierde, vijfde en zevende lid en artikel 27, vijfde tot en met negende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening. Daarin is vastgelegd dat een steunmaatregel verenigbaar is met de interne markt mits de voorwaarden in die artikelen en in hoofdstuk I zijn vervuld. Subsidie op grond van de Subsidieregeling voldoet aan de voorwaarden.

Met een kennisgeving op basis van artikel 11, onderdeel a, van de algemene groepsvrijstellingsverordening wordt de Europese Commissie op de hoogte gesteld van de Subsidieregeling, inclusief deze aanpassing.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel B

In het nieuw ingevoegd artikel 5a is een cumulatiebepaling expliciet opgenomen voor de subsidieverstrekking in verband met de naleving van de voorwaarden van de algemene groepsvrijstellingsverordening. Een ondernemer die al eerder staatssteun heeft ontvangen van een bestuursorgaan of de Europese Commissie voor het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd komt alleen voor subsidie op grond van de Subsidieregeling in aanmerking als aan de voorwaarden van artikel 8 van de algemene groepsvrijstellingsverordening is voldaan.

In het nieuw ingevoegd artikel 5b wordt expliciet opgenomen dat er geen subsidie wordt verstrekt aan een ondernemer die in financiële moeilijkheden verkeert als bedoeld in artikel 2, achttiende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening. De algemene groepsvrijstellingsverordening is niet van toepassing op deze categorie ondernemers. Om die reden mag een ondernemer in moeilijkheden geen gebruik maken van de Subsidieregeling.

Artikel II

Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten treden ministeriële regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking geschiedt uiterlijk twee maanden voor inwerkingtreding. In deze wijzigingsregeling wordt afgeweken van deze termijn van twee maanden en van de inwerkingtredingdata. Dit vanwege het feit dat het een reparatieregeling betreft.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus