Wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Veluwe IJssel

Logo Gelderland

Gedeputeerde Staten van Gelderland maken bekend dat de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Apeldoorn, Brummen, Epe en Voorst en het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland hebben besloten de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Veluwe IJssel te wijzigen.

 

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Apeldoorn, Brummen, Epe en Voorst en het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

 

overwegende dat:

 

  • de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Veluwe IJssel in werking is getreden op 28 november 2012;

  • per 1 januari 2015 de Wet tot wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen van 9 juli 2014 (Stb. 2014, 306) in werking is getreden;

  • het vanwege deze wetswijziging wenselijk is om de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Veluwe IJssel op onderdelen aan te passen;

  • daarnaast enkele technische verbeteringen wenselijk zijn;

 

gezien het daartoe strekkende voorstel van het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Veluwe IJssel;

 

gelet op de verkregen toestemming van Provinciale Staten van de provincie Gelderland en de raden van de gemeenten Apeldoorn, Brummen, Epe en Voorst;

 

gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen;

 

 

BESLUITEN

 

vast te stellen de navolgende wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Veluwe IJssel:

 

 

ARTIKEL I  

 

A.

In de considerans wordt na “het (…) Gemeentewet” vervangen door “de Wet gemeenschappelijke regelingen”.

 

B.

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Een nieuw onderdeel a wordt toegevoegd, luidend:

    • a.

      actualisatie van de begroting:

      • een deelnemer die lopende een begrotingsjaar meer taken inbrengt dan in een begroting is voorzien en die niet leiden tot verhoging van de bijdragen van de andere deelnemers;

      • of,

      • een verschuiving binnen de begrotingsposten die niet leidt tot een verhoging van de bijdragen van de deelnemers;

  • 2.

    De huidige onderdelen a tot en met f worden verletterd tot onderdelen b tot en met g.

  • 3.

    In onderdeel b (nieuw) wordt na “2011” toegevoegd: dan wel de daarvoor in de plaats getreden wet- en regelgeving.

  • 4.

    In onderdeel f (nieuw) wordt “openbare” vervangen door “openbaar”.

  • 5.

    Het huidige onderdeel g wordt verletterd tot onderdeel i.

  • 6.

    Het huidige onderdeel h wordt verletterd tot onderdeel k. De zinsnede “kwalitatief en kwantitatief voldoen aan de ‘KMPG-kwaliteitscriteria 2.0’" wordt vervangen door: in overeenstemming met de kwaliteitscriteria 2.1 dan wel de daarvoor in de plaats getreden wet- en regelgeving.

  • 7.

    Er wordt een nieuw onderdeel h toegevoegd, luidend:

h. openbaar lichaam: het openbaar lichaam, bedoeld in artikel 2;.

  • 8.

    Het huidige onderdeel i wordt verletterd tot onderdeel l.

  • 9.

    Er wordt een nieuw onderdeel j toegevoegd, luidend:

j. regeling: de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Veluwe IJssel.

 

C.

In artikel 3 wordt “ter zake van vergunningverlening, toezicht en handhaving in het kader van” vervangen door: op het gebied van.

 

D.

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onder b, vervalt “bij het treffen van de regeling”. De zinsnede “milieutaken (…) omgevingsrecht” wordt vervangen door: overige taken op het gebied van het omgevingsrecht waaronder in ieder geval begrepen milieutaken niet vallende onder de basistaken.

  • 2.

    In het derde lid wordt “milieutaken (…) omgevingsrecht” vervangen door: taken, bedoeld in het eerste lid, onder b.

  • 3.

    In het vierde lid wordt “basistaken (…) taken” vervangen door: taken, bedoeld in het eerste lid. Tevens wordt “overeenkomsten” vervangen door: samenwerkingsovereenkomsten.

 

E.

In het vierde lid van artikel 5 wordt “overeenkomsten” vervangen door: samenwerkingsovereen-komsten.

 

F.

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het opschrift wordt “Andere taken” vervangen door “Verzoektaken”.

  • 2.

    Het eerste lid komt te luiden:

1. Naast de taken, genoemd in artikel 4, voert het openbaar lichaam op verzoek van een deelnemer andere uitvoerende, coördinerende, adviserende en ondersteunende taken op het gebied van het omgevingsrecht uit.

  • 3.

    In het tweede lid worden de woorden “de andere taken” vervangen door: deze taken. Tevens wordt “overeenkomsten” vervangen door: samenwerkingsovereenkomsten.

 

G.

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onder d, wordt “regionale (…) IJssel” vervangen door: andere uitvoeringsdiensten in Gelderland aan het openbaar lichaam.

  • 2.

    In het vijfde lid vervalt de zin “Na drie jaren wordt de inputfinanciering omgezet in outputfinanciering.” Tevens wordt “de OVIJ” vervangen door: het openbaar lichaam.

 

H.

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt “vijf” vervangen door: zes.

  • 2.

    Het tweede lid komt te luiden:

2. Elke deelnemer wijst uit zijn midden een lid en een plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur aan, met uitzondering van het college van Voorst dat twee leden en twee plaatsvervangende leden aanwijst. Een lid of plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur kan niet tevens medewerker in dienst van of op grond van een overeenkomst van opdracht werkzaam zijn voor het openbaar lichaam.

 

I.

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid vervalt “in hun eerste vergadering na inwerkingtreding van deze regeling”.

  • 2.

    Onder vernummering van het tweede tot en met zesde lid tot derde tot en met zevende lid wordt een lid ingevoegd, luidend:

2. In geval van periodiek aftreden blijven de aftredende leden hun functie als lid van het algemeen bestuur waarnemen, totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 3.

    In het zevende lid (nieuw) wordt de zinsnede “Het eerste tot en met vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing” vervangen door: De voorgaande leden zijn van overeenkomstige toepassing.

 

J.

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt “een van de leden” vervangen door: ten minste een vijfde van het aantal leden.

  • 2.

    In het tweede lid wordt “ten minste” vervangen door: meer dan.

 

K.

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot tweede en derde lid, vervallen het eerste tot en met het vierde lid.

  • 2.

    Het eerste lid (nieuw) komt te luiden:

1. Het algemeen bestuur kan bevoegdheden overdragen aan het dagelijks bestuur, tenzij de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet, maar in ieder geval met uitzondering van de bevoegdheden tot het vaststellen van de begroting, alsmede de wijzigingen daarvan en de jaarrekening.

 

L.

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt “uit drie personen, waaronder de voorzitter” vervangen door: naast de voorzitter uit twee andere leden.

  • 2.

    Het tweede lid wordt vernummerd tot derde lid.

  • 3.

    Het tweede lid (nieuw) komt te luiden:

2. De leden van het dagelijks bestuur zijn ieder afkomstig van verschillende deelnemers.

 

M.

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Het algemeen bestuur wijst uit zijn midden de andere leden van het dagelijks bestuur aan. Het algemeen bestuur wijst daarbij ook één van deze leden aan als plaatsvervangend voorzitter van het dagelijks bestuur.

    • 2.

      In het tweede lid wordt na de eerste volzin ingevoegd: In geval van periodiek aftreden van de leden van het algemeen bestuur, blijven de aftredende leden van het dagelijks bestuur hun functie waarnemen, totdat het algemeen bestuur in zijn eerste vergadering in nieuwe samenstelling nieuwe leden voor het dagelijks bestuur heeft aangewezen.

    • 3.

      In het vierde lid vervalt “, niet zijnde de voorzitter,” en wordt “te allen tijden” vervangen door: te allen tijde.

    • 4.

      In het vijfde lid wordt “niet zijnde de voorzitter” vervangen door: waaronder begrepen de voorzitter.

 

N.

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het tweede lid vervalt “het bepaalde in” en wordt “vijfde lid” vervangen door: tweede lid.

  • 2.

    In het derde lid wordt “ten minste” vervangen door: meer dan.

  • 3.

    In het vierde lid wordt “tweede” vervangen door: derde.

 

O.

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onder d, wordt “en verlies van recht en eigendom” vervangen door: of verlies van recht of bezit.

  • 2.

    Het vierde en vijfde lid vervallen.

  • 3.

    Onder vernummering van het tweede en derde lid tot het vierde en vijfde lid, worden twee leden ingevoegd, luidend:

2.Het dagelijks bestuur benoemt, schorst en ontslaat het personeel waaronder begrepen de directeur. Onder benoeming van personeel wordt tevens verstaan de tewerkstelling op grond van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

3.Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het vaststellen van een regeling omtrent de ambtelijke organisatie van het openbaar lichaam, alsmede de rechtspositieregelingen voor de directeur en het overige personeel.

  • 4.

    Een zesde tot en met achtste lid wordt toegevoegd, luidend:

6.Het dagelijks bestuur is bevoegd om te besluiten tot het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten met uitzondering van privaatrechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in artikel 55a van de Wet.

7.Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het voeren van rechtsgedingen namens het openbaar lichaam.

8.Het dagelijks bestuur stelt alle overige regelingen vast die noodzakelijk zijn.

 

P.

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid van artikel 18 vervalt ” in zijn eerste vergadering na inwerkingtreding van deze regeling”.

  • 2.

    Het derde lid wordt vernummerd tot vierde lid.

  • 3.

    Het derde lid (nieuw) komt te luiden:

3.De voorzitter kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan het algemeen bestuur. Het ontslag gaat in, zodra in opvolging is voorzien.

 

Q.

In het eerste lid van artikel 28 vervalt “de artikelen 212 tot en met 215 van de Gemeentewet en”.

 

R.

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het derde lid, onder a, komt te luiden: a. de taken, bedoeld in de artikelen 4 en 6;.

  • 2.

    Het derde lid, onder b, vervalt onder vernummering van de onderdelen c, d, e en f tot b, c, d, en e.

  • 3.

    In het vierde lid vervalt “het bepaalde in” en wordt “1 april” vervangen door: 15 april.

  • 4.

    In het zevende lid vervalt “zoals” en wordt “vóór 1 juli in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient” vervangen door: niet eerder dan acht weken nadat deze aan de gemeenteraden en Provinciale Staten is verzonden.

  • 5.

    In het negende lid wordt “15 juli” vervangen door: 1 augustus.

  • 6.

    In het tiende lid wordt “Dit artikel is” vervangen door: De voorgaande leden zijn. Na “begroting” wordt toegevoegd: , met dien verstande dat de daarin genoemde data niet gelden.

  • 7.

    Een elfde lid wordt toegevoegd, luidend:

11.Een actualisatie van de begroting wordt door het algemeen bestuur vastgesteld zonder de toepassing van de procedure, genoemd in het eerste tot en met negende lid.

 

S.

Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid, onder a, komt te luiden: de taken, bedoeld in de artikelen 4 en 6;.

  • 2.

    Het eerste lid, onder b, vervalt onder vernummering van de onderdelen c, d, e en f tot b, c, d en e.

  • 3.

    In het derde lid wordt “1 april” vervangen door: 15 april.

  • 4.

    Het vierde tot en met zesde lid worden vernummerd tot vijfde tot en met zevende lid.

  • 5.

    Het vierde lid (nieuw) komt te luiden:

4.Het dagelijks bestuur zendt de vastgestelde jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling doch in ieder geval vóór 15 juli aan de minister.

 

T.

Het tweede lid van artikel 31 komt te luiden:

2.De omvang van de reserves is gemaximeerd op 5 % van de jaarlijkse exploitatiekosten. Binnen deze norm is de omvang van de algemene reserves gemaximeerd op 2,5% van de jaarlijkse exploitatiekosten. Dit geldt eveneens voor de omvang van de bestemmingsreserves.

 

U.

Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

1.Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    Het tweede lid komt te luiden:

2.Gedeputeerde Staten van Gelderland dragen zorg voor de in artikel 53 van de Wet voorgeschreven toezending en bekendmaking van deze regeling.

 

V.

Artikel 40 vervalt onder vernummering van artikel 41 tot artikel 40.

 

ARTIKEL II

 

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

 

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

 

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Apeldoorn, Brummen, Epe en Voorst en het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

 

 

 

Aldus besloten door

 

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn, in de vergadering van 17 november 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Apeldoorn, verleend in de vergadering van 17 december 2015;

 

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen, in de vergadering van 17 november 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Brummen, verleend in de vergadering van 17 december 2015;

 

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Epe, in de vergadering van 10 november 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Epe, verleend in de vergadering van 10 december 2015;

 

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst, in de vergadering van 15 december 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Voorst, verleend in de vergadering van 29 februari 2016;

 

het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, in de vergadering van 3 november 2015, met toestemming van het college van Provinciale Staten van de provincie Gelderland, verleend in de vergadering van 16 december 2015.

 

Zaaknummer 2015-013950

Gepubliceerd te Arnhem

Namens Gedeputeerde Staten van Gelderland

Mw. N.M.H. Roesink

 

Toelichting op de wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Veluwe IJssel

 

 

Algemene toelichting

 

Op 1 januari 2015 is een wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) (Stb. 2014, 306) in werking getreden. Deze gewijzigde wet voorziet in een uitgebreide en zelfstandige regeling van voor gemeenschappelijke regelingen belangrijke onderwerpen. De noodzaak hiervan houdt verband met de dualisering van het gemeente- en provinciebestuur die in het verleden heeft plaatsgevonden. De wetgever handhaaft echter het monisme in de Wgr.

 

De gewijzigde Wgr noodzaakt tot de onderhavige wijziging van de vigerende Gemeenschappelijke regeling van het openbaar lichaam Omgevingsdienst Veluwe IJssel (hierna: GR OVIJ). Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om begrippen te actualiseren en toekomstbestendig te maken. Tevens zijn enkele tekstuele verbeteringen aangebracht.

 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel A

Voorheen verwees de Wgr naar de Gemeentewet en de Provinciewet van vóór de dualisering. Deze bepalingen zijn echter komen te vervallen. De Wgr voorziet nu in een zelfstandige regeling van onderwerpen die belangrijk zijn voor gemeenschappelijke regelingen.

 

Artikel B

Een drietal nieuwe definities is toegevoegd: “actualisatie van de begroting”, “openbaar lichaam” en “regeling”. De laatste twee ontbraken abusievelijk. De eerstgenoemde definitie is toegevoegd, omdat in de praktijk behoefte is aan de mogelijkheid om de begroting te actualiseren zonder toepassing van de procedure voor een begrotingswijziging.

 

De basistaken zijn nu nog vastgelegd in het Basistakenpakket, maar bij de invoering van nieuwe wet- en regelgeving zal dit wijzigen. Reden waarom het begrip “basistaken” zoveel mogelijk toekomstbestendig is gemaakt, zodat de GR OVIJ bij wijziging van wet- en regelgeving op dit punt geen aanpassing behoeft.

 

Ook het begrip “robuust” is zoveel mogelijk toekomstbestendig gemaakt. Door de verwijzing naar de geldende Kwaliteitscriteria 2.1. of de daarvoor in de plaats getreden wet- en regelgeving is het begrip complexe inrichtingen, bedoeld in artikel 1, onder d, GR OVIJ, mede geactualiseerd overeenkomstig de Kwaliteitscriteria 2.1 of de opvolgende versies daarvan.

 

Artikel C

OVIJ voert niet alleen taken ter zake van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) uit, maar ook taken in het kader van het omgevingsrecht die niet gelieerd zijn aan VTH. Deze taken moeten worden opgenomen in de GR OVIJ.

 

 

 

 

 

 

 

Artikel D

Het betreft tekstuele verbeteringen:

  • de GR OVIJ is inmiddels in werking getreden en het onderbrengen van taken heeft niet meer plaats bij het treffen van de regeling;

  • ter verduidelijking is een aantal taken vermeld die onder de overige taken van OVIJ op het gebied van het omgevingsrecht worden begrepen;

- de term “samenwerkingsovereenkomsten” dekt de lading beter.

 

Artikel E

Het betreft een tekstuele verbetering. De term “samenwerkingsovereenkomsten” dekt de lading beter.

 

Artikel F

Het betreft tekstuele verbeteringen:

  • verduidelijkt is dat het hier gaat om taken die op verzoek van de deelnemers worden uitgevoerd, in tegenstelling tot de taken die structureel zijn ingebracht door de deelnemers;

  • tot verzoektaken kunnen ook coördinerende, adviserende en ondersteunende taken behoren;

  • de term “samenwerkingsovereenkomsten” dekt de lading beter.

 

Artikel G

Het betreft tekstuele verbeteringen:

- het is van belang dat steeds dezelfde begrippen worden gebruikt;

- de bepaling over input- en outputfinanciering is verwijderd, omdat deze elders wordt geregeld.

 

Artikel H

De gewijzigde Wgr bepaalt dat het aantal leden van het dagelijks bestuur nooit de meerderheid van de leden van het algemeen bestuur mag uitmaken. Reden waarom het aantal leden van het algemeen bestuur is verhoogd van vijf naar zes door de gemeente Voorst twee leden te laten aanwijzen. In principe heeft elk lid één stem.

 

Artikel I

Het betreft een tekstuele verbetering. De GR OVIJ is inmiddels in werking getreden en de aanwijzing van de leden van het algemeen bestuur heeft niet meer plaats in de eerste vergadering van de deelnemers na de inwerkingtreding.

 

Een nieuw lid is toegevoegd, omdat bij gemeenteraadsverkiezingen een vacuüm kan ontstaan. Voor leden van het algemeen bestuur die vanuit hun functie als wethouder in het algemeen bestuur plaatsnemen, geldt dat hun lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt, wanneer hun wethouderschap eindigt. Het moment van eindigen van het wethouderschap ligt alleen op een ander moment dan bij raadsleden. Uit de Gemeentewet volgt dat na een gemeenteraadsverkiezing alle zittende wethouders aftreden op het moment dat de nieuwe gemeenteraad ten minste de helft van het benodigd aantal wethouders heeft benoemd en deze benoemingen zijn aangenomen. De (her)benoeming van de nieuwe wethouders door de nieuwe gemeenteraad gebeurt veelal in één keer voor alle wethouders uit een college tegelijkertijd, maar dit hoeft niet. Totdat de wethouders zijn (her)benoemd, kan het lidmaatschap van het algemeen bestuur niet worden ingevuld. Er ontstaat dan dus een leemte. Een algemeen bestuur met wethouders is pas voor het eerst in nieuwe samenstelling voltallig bijeen, wanneer alle deelnemende gemeenten hun nieuwe colleges benoemd hebben. Dit hoeft niet voor alle gemeenten gelijktijdig en even vlot te verlopen. Dit wordt praktisch opgelost door te bepalen dat de leden van het algemeen bestuur hun functie blijven vervullen, totdat in hun opvolging is voorzien.

 

Artikel J

Daar het aantal leden van het algemeen bestuur is verhoogd van vijf naar zes leden, is “een van de leden” niet meer correct, omdat de Wgr ten minste een vijfde van het aantal leden vereist. Tevens is het artikel in overeenstemming gebracht met de formulering in de Provinciewet (artikel 52 en 22 Wgr juncto artikel 17, tweede lid, Provinciewet).

 

Artikel K

In de bevoegdheden van het algemeen bestuur is het nodige gewijzigd. De gewijzigde Wgr brengt de organisatie van een gemeenschappelijke regeling meer in overeenstemming met het dualisme dat al is ingevoerd bij de gemeenten en provincies. Daarmee vervallen verscheidene bevoegdheden van het algemeen bestuur en krijgt het dagelijks bestuur meer taken. Zie ook artikel O over de bevoegdheden van het dagelijks bestuur.

 

Tevens is nu een algemene bepaling opgenomen die het mogelijk maakt dat het algemeen bestuur bevoegdheden overdraagt aan het dagelijks bestuur. Onder de oude wet mocht dit alleen voor bevoegdheden die als zodanig in de GR tekst zelf werden genoemd. Een aantal bevoegdheden mag het algemeen bestuur echter niet overdragen en die betreffen met name de financiële zaken.

 

Artikel L

Verduidelijkt is dat het dagelijks bestuur bestaat uit drie leden waaronder de voorzitter. Expliciet is bepaald dat de leden van het dagelijks bestuur ieder afkomstig zijn van verschillende deelnemers, omdat gemeente Voorst nu twee afgevaardigden in het algemeen bestuur heeft.

 

Artikel M

Het betreft een tekstuele verbetering. De GR OVIJ is inmiddels in werking getreden en de aanwijzing van de leden van het dagelijks bestuur heeft niet meer plaats in de eerste vergadering van het algemeen bestuur na de inwerkingtreding.

 

De zittingsperiode van de leden van het dagelijks bestuur loopt parallel aan de zittingsperiode van de leden van het algemeen bestuur. Om bestuurlijke continuïteit te verzekeren, is ook voor de leden van het dagelijks bestuur een regeling getroffen om een eventuele leemte in verband met de gemeenteraadsverkiezingen op te vangen. Zie ook de toelichting onder artikel I.

 

Volgens de gewijzigde Wgr kunnen individuele leden van het dagelijks bestuur worden ontslagen. Dat was in de oude wet alleen mogelijk, indien het nadrukkelijk in de GR tekst stond zoals bij OVIJ. Nieuw echter daarbij is dat ook de voorzitter kan worden ontslagen. Dat was voorheen niet mogelijk. Om die reden wordt nu dit vermeld in de passage over ontslag.

 

Artikel N

In artikel 17, tweede en vierde lid, zijn de verwijzingen gecorrigeerd. Het derde lid is in overeenstemming gebracht met de formulering in de Wgr juncto de Provinciewet.

 

Artikel O

In dit artikel worden de nieuwe bevoegdheden van het dagelijks bestuur vermeld. Het betreft het benoemen, schorsen en ontslaan van het personeel inclusief de directeur, het opstellen van allerlei regelingen voor het personeel en het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten - met uitzondering van privaatrechtelijke rechtshandelingen zoals het oprichten en deelnemen in rechtspersonen. Op grond van artikel 8 GR OVIJ is het dagelijks bestuur tot dit laatste niet bevoegd behoudens instemming van de deelnemers. Dit is verstrekkender dan artikel 55a Wgr bepaalt, maar artikel 55 Wgr staat dit toe. Tevens is het dagelijks bestuur bevoegd tot het voeren van rechtsgedingen en het vaststellen van alle overige regelingen.

 

Artikel P

Het betreft een tekstuele verbetering. De GR OVIJ is inmiddels in werking getreden en de aanwijzing van de voorzitter van het algemeen bestuur heeft niet meer plaats in de eerste vergadering van het algemeen bestuur na de inwerkingtreding.

 

Hier is toegevoegd dat ook de voorzitter ontslag kan nemen. Deze bepaling ontbrak.

 

Artikel Q

Op grond van artikel 59, zesde lid, Wgr zijn alleen de artikelen 216 en 217 Provinciewet van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel R

De verwijzingen naar de taken in artikel 4 en 6 zijn verduidelijkt.

Voor de begroting is een aantal bepalingen gewijzigd. De begroting mag op grond van de gewijzigde Wgr niet eerder dan na 8 weken nadat de begroting is opgestuurd, worden vastgesteld door het algemeen bestuur. In de oude bepaling stond vermeld dat de begroting vóór 1 april moest worden opgestuurd. Dit is gewijzigd in 15 april conform de nieuwe wet. Ook de datum dat de begroting moet worden opgestuurd aan het ministerie, is verschoven en gesteld op 1 augustus in plaats van 15 juli. De bedoeling van de wijziging in de wet is om de deelnemers beter in staat te stellen de begroting door te nemen en zienswijzen op te stellen.

 

Tevens wordt het begrip actualisatie van de begroting geïntroduceerd. Voor een omschrijving van het begrip wordt verwezen naar artikel 1, onder a. Het wordt hierdoor mogelijk om beperkte wijzigingen binnen de begroting die niet leiden tot een wijziging van de bedragen van de deelnemers, door het algemeen bestuur te laten vaststellen zonder de brede procedure van zienswijzen. Dit is verwoord in artikel 29, elfde lid.

 

Artikel S

Ook hier zijn de verwijzingen naar de taken in artikel 4 en 6 verduidelijkt.

 

Op grond van de gewijzigde Wgr zendt het dagelijks bestuur voortaan de vastgestelde jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli aan de minister.

 

Artikel T

Het tweede lid van artikel 31 is in overeenstemming gebracht met de praktijk bij OVIJ.

 

Artikel U

De vaststellingbesluiten tot het wijzigen van de GR OVIJ dienen op grond van artikel 3:42, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht door alle deelnemers bekend gemaakt te worden in de eigen gemeente/provincie. Daarnaast wordt één deelnemer (provincie Gelderland) verantwoordelijk gemaakt voor de bekendmaking van de gemeenschappelijke regeling zelf. De regeling dient door kennisgeving van de inhoud in de Staatscourant bekend te worden gemaakt om in werking te kunnen treden. Tevens dient toezending van de regeling als bedoeld in artikel 53 Wgr plaats te vinden. Ook moet de regeling worden ingeschreven in de daartoe bestemde registers (artikel 27 en 52, eerste lid, onder k, Wgr).

 

Artikel V

Artikel 40 kan vervallen, omdat OVIJ op 28 november 2012 in werking is getreden en de eerste begroting al is opgesteld.

 

Artikel 41 is omgenummerd tot artikel 40 (nieuw).

 

   

Naar boven