De Minister van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op artikel 6.2, tweede lid, van de Wet elektriciteit en drinkwater BES;
BESLUIT:
ARTIKEL I
Het Besluit aanwijzing toezichthouders en autoriteiten Caribisch Nederland Infrastructuur
en Milieu wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1a komt te luiden:
Artikel 1a
Dit besluit berust mede op artikel 6.2, tweede lid, van de Wet elektriciteit en drinkwater
BES.
B
Artikel 4a komt te luiden:
Artikel 4a
Met het toezicht op de naleving van de Wet elektriciteit en drinkwater BES, bedoeld
in artikel 6.2, eerste lid, van die wet zijn belast de ambtenaren van de Inspectie
Leefomgeving en Transport.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van het tijdstip waarop de Wet elektriciteit
en drinkwater BES in werking treedt.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
TOELICHTING
Met ingang van 1 juli 2016 treedt naar verwachting de Wet elektriciteit en drinkwater
BES (hierna: de wet) in werking. Op grond van artikel 6.2, tweede lid, van de wet
wijst de minister van Infrastructuur en Milieu ambtenaren aan die zijn belast met
het toezicht op de naleving van de wet. Met het onderhavige besluit worden de ambtenaren
van de Inspectie Leefomgeving en Transport aangewezen als toezichthouder. Tot op heden
waren deze ambtenaren als toezichthouder aangewezen voor de Wet drinkwater BES, die
met de inwerkingtreding van de wet zal komen te vervallen.
Het toezicht ziet op de naleving van de verboden om zonder vergunning elektriciteit
te produceren en te distribueren, alsmede de bepalingen inzake de kwaliteit, veiligheid
en leveringszekerheid van elektriciteit en drinkwater. Dit toezicht sluit aan bij
het toezicht van de Autoriteit Consument en Markt, op grond van artikel 6.1 van de
wet, dat betrekking heeft op de tarieven, de financiële huishouding en de financiële
verslaglegging van aangewezen producenten of distributeurs van elektriciteit of drinkwater.
De op grond van dit besluit aangewezen toezichthouders beschikken in het kader van
hun werkzaamheden over de in artikel 6.3 van de wet genoemde bevoegdheden, zoals de
bevoegdheid tot het vragen van inlichtingen en de bevoegdheid tot het betreden van
woningen.
Er is geen internetconsultatie uitgevoerd voor de onderhavige regeling, omdat hier
sprake is van een situatie waarin consultatie niet in betekenende mate kan leiden
tot aanpassing van de conceptregeling.
Voor de inwerkingtreding van de onderhavige regeling wordt aangesloten bij de datum
van inwerkingtreding van de wet, die de grondslagen bevat voor deze regeling. Daarbij
wordt, wat betreft de daarbij behorende publicatiedatum van deze regeling, afgeweken
van de zogenaamde vaste verandermomenten. Dit is nodig omdat de aanwijzing van een
toezichthouder een noodzakelijke voorwaarde is voor de inwerkingtreding van de wet.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus