Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 26 juni 2016, nr. IENM/BSK-2016/31180, tot wijziging van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Milieu 2012 in verband met periodieke actualisatie voor 2016 door veranderingen in de organisatie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011 en de artikelen 10:3, 10:9, eerste lid en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Milieu 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid vervalt de laatste volzin.

2. In het vijfde lid wordt de komma vervangen door ‘ en’ en vervalt: en de programmamanagers.

3. In het zesde lid vervallen ‘of programmanager’ en ‘of programmamanagers’.

4. Het achtste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt na ‘hebben’ ingevoegd: het.

b. Onderdeel c wordt als volgt gewijzigd:

  • 1°. In onderdeel ii vervalt na de puntkomma: en.

  • 2°. In onderdeel iii wordt na ‘uitvoering’ ingevoegd ‘en financiering’ en wordt na de puntkomma toegevoegd: en.

  • 3°. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • iv. bevordering van innovatie en kennis in het waterdomein;.

B

In artikel 12, zevende lid, onderdeel b, wordt onder vernummering van de onderdelen iii en iv tot iv en v een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • iii. de aan de rol van Coördinerend Directeur Inkoop opgedragen zorg voor de departementale beleidstaken op het gebied van inkoop;.

C

Artikel 20a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘sectoren’ vervangen door ‘afdelingen’ en wordt ‘sectorhoofden’ vervangen door: een afdelingshoofd.

2. In het vierde tot en met zesde lid wordt ‘sectorhoofden’ vervangen door: afdelingshoofden.

3. In het zesde lid wordt ‘sectorhoofd’ vervangen door: afdelingshoofd.

D

In artikel 24 wordt na ‘artikel 21, derde lid’ een komma ingevoegd.

E

Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt na ‘bij uitsluiting’ ingevoegd: van de overige diensthoofden.

b. In onderdeel a vervallen onderdeel ii alsmede de aanduiding ‘i.’ voor het eerste onderdeel.

c. Onder verlettering van de onderdelen b tot en met d tot c tot en met e wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • b. de directeuren-generaal Bereikbaarheid, Milieu en Internationaal, Ruimte en Water en Rijkswaterstaat, de hoofddirecteuren Bestuurlijke en Juridische Zaken en Financiën, Management en Control en de inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport: het nemen van een besluit op verzoek om informatie, bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur;.

d. In onderdeel c (nieuw) wordt ‘zevende lid’ vervangen door: achtste lid.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de eerste volzin wordt na ‘onder a’ ingevoegd: en b.

b. In de tweede volzin wordt ‘onder a, sub ii’ vervangen door: onder b.

ARTIKEL II

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2016. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2016, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • 2. Artikel I, onderdeel C, werkt terug tot en met 1 juni 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag, waarop dit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van de Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, Postbus 20906, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. de naam en het adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt; en

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

TOELICHTING

Dit besluit betreft wijziging van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Milieu 2012 (OenM-besluit). De wijzigingen vloeien voort uit gewijzigde inzichten binnen de desbetreffende diensten over hoe ze worden ingedeeld, welke taken ze hebben en hoe hun taken worden omschreven.

Ten eerste zijn er wijzigingen binnen het directoraat-generaal Ruimte en Water. Er zijn binnen dat directoraat-generaal geen programmamanagers meer. Daarom is de vermelding daarvan geschrapt. Daarnaast is de taakomschrijving van de directie Algemeen Waterbeleid en Veiligheid aangepast, zodat die beter past bij haar actuele taakopvatting.

Ten tweede wordt aan de taken van de directie Bedrijfsvoering, Organisatie en Informatiebeleid van de hoofddirectie Financiën, Management en Control een taak toegevoegd. Bij die directie ligt ook de rol als Coördinerend Directeur Inkoop. De invulling en positionering van de functie is onderzocht en er is voor gekozen de functie bij de genoemde directie onder te brengen.

Ten derde is aan de hoofddirecteuren Bestuurlijke en Juridische Zaken en Financiën, Management en Control de bevoegdheid verleend besluiten te nemen op Wob-verzoeken. De bevoegdheid was er al voor de directeuren-generaal Bereikbaarheid, Milieu en Internationaal, Ruimte en Water en Rijkswaterstaat en de inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport. De hoofdregel ‘mandaat volgt taak’ blijft gelden. Dat wil zeggen dat besluiten op verzoeken om informatie over beleidsinhoudelijke onderwerpen in eerste instantie nog steeds door de directeuren-generaal Bereikbaarheid, Milieu en Internationaal, Ruimte en Water kunnen worden genomen. Alleen als het verzoek om informatie een juridisch of financieel karakter heeft, zal de hoofddirecteur Bestuurlijke en Juridische Zaken of de hoofddirecteur Financiën, Management en Control een besluit (kunnen) nemen.

Tot slot zijn enkele redactionele wijzigingen doorgevoerd in de artikelen 6, achtste lid, 20a, derde tot en met zesde lid, 24 en 28, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van het OenM-besluit.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2016 of zo spoedig mogelijk daarna. Het is wenselijk dat dit besluit snel in werking treedt, zodat de indeling van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu formeel-juridisch wordt zoals de indeling in de praktijk wordt gehanteerd. De wijziging van sectoren in afdelingen bij de ANVS heeft reeds plaatsgevonden op 1 juni 2016. Daarom wordt aan artikel I, onderdeel C, terugwerkende kracht tot die datum verbonden.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven