Besluit van de voorzitter van het Bureau Financieel Toezicht van 6 juni 2016 tot vaststellen van het Mandaatbesluit 2016 Bureau Financieel Toezicht en intrekking van het Mandaatbesluit 2014 Bureau Financieel Toezicht (Mandaatbesluit 2016 Bureau Financieel Toezicht)

De voorzitter van het Bureau Financieel Toezicht (BFT),

Gelet op afdeling 10.1.1 Algemene wet bestuursrecht (Awb);

Gelet op artikel 110 en 111a, eerste lid en 111b van de Wet op het notarisambt;

Gelet op artikel 30 Gerechtsdeurwaarderswet;

Gelet op artikel 24 en 31 Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT);

Gelet op artikel 5 Uitvoeringsbesluit Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

Gelet op het artikel 1 Besluit aanwijzing toezichthouders Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

Overwegende dat het noodzakelijk is dat de volgende besluiten worden genomen met betrekking tot de uitvoering van de taken van het BFT;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. Beslissingsmandaat: de bevoegdheid om in naam van de voorzitter van het bestuur BFT besluiten te nemen.

  • 2. Ondertekeningsmandaat: de bevoegdheid om in naam van de voorzitter van het bestuur BFT besluiten, correspondentie (en overige documenten) te ondertekenen.

  • 3. Vertegenwoordigingsmandaat: de bevoegdheid om namens de voorzitter van het bestuur BFT het BFT (in en buiten rechte) te vertegenwoordigen.

  • 4. Ondermandaat: een door een gemandateerde verleend mandaat (als bedoeld in artikel 10:9 Awb).

Artikel 2. Beslissingsmandaat

Het beslissingsmandaat wordt verleend aan de directeur BFT.

Artikel 3. Ondertekeningsmandaat

Het ondertekeningsmandaat wordt verleend aan de directeur BFT.

Artikel 4. Vertegenwoordigingsmandaat

Het vertegenwoordigingsmandaat wordt verleend aan de directeur BFT.

Artikel 5. Mandaat dagelijkse gang van zaken

  • 1. In het kader van de dagelijkse gang van zaken mag de directeur BFT (passend binnen de begroting en taakstelling van het BFT) financiële verplichtingen aangaan en (individuele) betalingen doen tot een maximum bedrag van € 250.000,– per verplichting;

  • 2. De directeur BFT is bevoegd tot het aanstellen of inhuren van (tijdelijk) personeel, waarvan het jaarsalaris van het specifieke personeelslid valt binnen de grenzen genoemd onder het eerste lid.

Artikel 6. Volmacht en machtiging

  • 1. Voor de toepassing van dit besluit en de op grond daarvan verleende en doorgegeven ondermandaten worden met mandaat en ondermandaat gelijkgesteld de verlening en het doorgeven van:

    • a. Volmacht om in naam van het bestuur van het BFT privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

    • b. Machtiging om in naam van het bestuur handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

  • 2. De volmacht om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten is beperkt tot het verrichten van regelmatig voorkomende rechtshandelingen.

  • 3. De machtiging om in de naam van het bestuur handelingen te verrichten, is slechts toegestaan voor zover het regelmatig voorkomende handelingen betreft.

Artikel 7. Plaatsvervanging directeur

1. De directeur BFT wordt bij zijn afwezigheid, met inachtneming van het tweede en vierde lid, vervangen door het hoofd afdeling Juridische Zaken/Handhaving.

2. Het hoofd afdeling Juridische Zaken/Handhaving treedt tijdens deze periode op als plaatsvervangend directeur BFT

3. Indien de directeur BFT en de plaatsvervangend directeur BFT beiden afwezig zijn, wordt de directeur BFT als bedoeld in het eerste lid vervangen door het hoofd afdeling Notariaat/Gerechtsdeurwaarders dan wel door het hoofd afdeling WWFT.

4. Voor de navolgende besluiten heeft de functionaris genoemd in het tweede of derde lid, zonder een vooraf verleende goedkeuring van het bestuur, geen mandaat:

  • a. Het aangaan van nieuwe financiële verplichtingen boven een bedrag van € 50.000,– per verplichting;

  • b. Besluiten die vergaande consequenties voor het BFT hebben.

5. De in het tweede of derde lid benoemde functionaris ondertekent bij plaatsvervanging van de directeur de besluiten als plaatsvervangend directeur.

Artikel 8. Ondermandaat

  • 1. De directeur BFT mag zijn bevoegdheden ondermandateren aan een medewerker van het BFT.

  • 2. Overeenkomstig artikel 10:8 van de Awb kan het bestuur van het BFT c.q. de voorzitter daarvan, het op basis van dit besluit verleende ondermandaat intrekken.

Artikel 9. Uitvoering (onder)mandaat

  • 1. Een krachtens (onder)mandaat genomen besluit vermeldt dat het namens de voorzitter van het bestuur BFT is genomen.

  • 2. De ondertekening van een krachtens (onder)mandaat genomen besluit alsmede van de op de gemandateerde bevoegdheden betrekking hebbende brieven geschiedt als volgt:

    Bureau Financieel Toezicht,

    de voorzitter van het bestuur,

    voor deze,

    [Handtekening gemandateerde]

    [Naam gemandateerde]

    [Functie gemandateerde]

Artikel 10. Slotbepalingen

1. Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Mandaatbesluit 2016 Bureau Financieel Toezicht’.

2. Het Mandaatbesluit BFT 2014 vastgesteld door het bestuur BFT op 12 maart 2014, zoals herzien op 17 april 2014 en de daar onder liggende (persoonlijke) mandaten worden hierbij ingetrokken.

3. Alle persoonlijke volmachten aan medewerkers BFT, die door de voorzitter dan wel de directeur BFT zijn verleend, worden hierbij ingetrokken.

4. Het ondermandaatbesluit bij afwezigheid directeur BFT 2014 wordt ingetrokken.

5. Het ondermandaatbesluit Bureau Financieel Toezicht van 18 maart 2013 wordt ingetrokken.

6. Het ondermandaatbesluit Bureau Financieel Toezicht van 15 april 2013 wordt ingetrokken.

7. Het mandaatbesluit belegging personele bevoegdheden van het Bureau Financieel Toezicht van 4 februari 2014 wordt ingetrokken.

8. Het besluit Verlening ondermandaat bij afwezigheid directeur Bureau Financieel Toezicht van 15 juli 2014 wordt ingetrokken.

9. Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

10. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2016.

11. Dit besluit ligt ter inzage op het kantoor van het BFT en zal op de website van het BFT (www.bureauft.nl) worden geplaatst.

Utrecht, 6 juni 2016

Bureau Financieel Toezicht, de voorzitter van het bestuur, A. Hammerstein.

TOELICHTING

Artikelsgewijs

Artikel 5

De financiële verplichtingen mogen niet boven het bedrag van € 250.000,– per verplichting uitkomen. Wat betreft personele verplichtingen ziet dit op de verplichting per personeelslid per jaar. De directeur mag wel feitelijk de batches (klaargezette meerdere betalingen tegelijkertijd) van het personeel betalen. Deze betalingen kunnen te samen in de praktijk boven het bedrag van € 250.000,– uitkomen. Wat betreft de financiële uitgaven mag de directeur offertes binnen dit bedrag goedkeuren.

Artikel 6

Dit artikel betreft een uitleg omtrent de reikwijdte van wat gemandateerd wordt. Ook deelname aan pretuchtrechtelijke en normoverdragende gesprekken in het kader van de handhaving en het schrijven van waarschuwingsbrieven worden door dit artikel gedekt.

Artikel 7

In het derde lid worden onder verregaande consequenties mede personele beslissingen (zoals het aannemen en ontslaan van (vast) personeel) bedoeld.

Bij afwezigheid van de directeur worden de in het vierde lid genoemde besluiten genomen door het bestuur of de voorzitter van het bestuur van het BFT.

Naar boven