Besluit van de Commissie toevoeging in strafzaken van 8 juni 2016, nr. 768105 houdende verlening van mandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand ten aanzien van besluiten omtrent de verlening van kosteloze rechtskundige bijstand in strafzaken op grond van het Wetboek van Strafvordering BES en het Besluit toevoeging in strafzaken BES (Mandaatbesluit toevoeging kosteloze rechtskundige bijstand strafzaken BES 2016)

Gelet op artikel 61, eerste, en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering BES en artikel 2, tweede lid, van het Besluit toevoeging in strafzaken BES;

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Toevoeging:

de toewijzing van een raadsman als bedoeld in artikel 61, eerste en derde lid, van de wet;

b. Bestuur van de raad:

het bestuur van de raad voor rechtsbijstand, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de Rechtsbijstand;

c. Wet:

Wetboek van Strafvordering BES;

d. Besluit:

Besluit toevoeging in strafzaken BES;

e. Mandaat:

de bevoegdheid om namens de minister van Veiligheid en Justitie besluiten te nemen;

f. Volmacht:

de bevoegdheid om namens de minister van Veiligheid en Justitie privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

g. Machtiging:

de bevoegdheid om namens de minister van Veiligheid en Justitie handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2

  • 1. Ten aanzien van de in artikel 2, tweede lid, van het Besluit aan de Commissie toevoeging in strafzaken toebedeelde taken wordt mandaat verleend aan het bestuur van de raad.

  • 2. Aan het bestuur van de raad wordt tevens mandaat verleend voor het behandelen van bezwaarschriften en beroepschriften gericht tegen besluiten als bedoeld in het eerste lid. Hieronder valt tevens het nemen van beslissingen op bezwaarschriften en het instellen van hoger beroep.

Artikel 3

Het bestuur van de raad kan ten aanzien van de in artikel 2 bedoelde bevoegdheden ondermandaat verlenen aan medewerkers binnen de raad die met deze taken zijn belast.

Artikel 4

Voor de toepassing van dit besluit en het op grond daarvan verleende mandaat wordt met mandaat en ondermandaat gelijk gesteld: volmacht en machtiging.

Artikel 5

Het bestuur van de raad draagt zorg voor een efficiënte en doelmatige uitvoering van de bevoegdheden die aan hem zijn gemandateerd.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2016.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit toevoeging kosteloze rechtskundige bijstand in strafzaken BES 2016.

Kralendijk, 8 juni 2016

De Commissie toevoeging in strafzaken, S. C. van Lint Lid

I. Jaspers secretaris

TOELICHTING

Met ingang van 10 oktober 2010 zijn Bonaire, Sint Eustatius en Saba openbare lichamen van Europees Nederland geworden. In het kader van deze staatkundige hervormingen waarbij ook de regelgeving met betrekking tot de kosteloze rechtskundige bijstand in werking is getreden, zijn de taken en bevoegdheden met betrekking tot de vergoeding van kosteloze rechtskundige bijstand in strafzaken voor een groot deel neergelegd bij de Commissie toevoeging in strafzaken (hierna: de Commissie).

In de praktijk is in de jaren na de staatkundige hervorming steeds duidelijker geworden op welke wijze de uitvoering van het stelsel van de kosteloze rechtskundige bijstand in Caribisch Nederland vorm kan worden gegeven. Daarbij is gebleken dat het wenselijk is het mandaat voor deze taken en bevoegdheden neer te leggen bij een organisatie die het beste geëquipeerd is om deze taken en bevoegdheden uit te voeren. Het bestuur van de raad voor rechtsbijstand (hierna: de raad), die binnen Europees Nederland vergelijkbare taken uitvoert, is hiervoor geschikt. De raad beschikt immers over de expertise met betrekking tot de gesubsidieerde rechtsbijstand. Om die reden worden met dit besluit de in artikel 2 genoemde taken en bevoegdheden van de Commissie gemandateerd aan het bestuur van de raad. In de bestuursvergadering van 28 oktober 2015 heeft de raad ingestemd met de mandaatverlening.

Verwacht wordt dat de raad de toevoeging van kosteloze rechtskundige bijstand op doelmatige en efficiënte wijze vormgeeft zodat de uitvoeringskosten in de hand worden gehouden.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

In het eerste lid is vastgelegd dat aan het bestuur van de raad voor de daar genoemde bevoegdheden welke samenhangen met de taken die de Commissie in het kader van de uitvoering van de kosteloze rechtskundige bijstand heeft, mandaat wordt verleend. De mandaatverlening ziet op de beoordeling van aanvragen om toevoegingen in strafzaken. Het gaat hier om een gering aantal aanvragen, aangezien het merendeel van de straftoevoegingen via het piket wordt verkregen. Indien een toevoeging moet worden aangevraagd, wordt deze aanvraag feitelijk ingediend bij de Rijksdienst Caribisch Nederland (hierna: RCN). Dit geeft de rechtzoekende de mogelijkheid om de aanvraag bij een loket nader toe te lichten. De RCN draagt ervoor zorg dat de aanvraag met het oog op de verdere behandeling bij de raad terechtkomt.

Het bestuur van de raad krijgt ook mandaat voor het nemen van andere besluiten die betrekking hebben op de kosteloze rechtskundige bijstand. Zo zal het bestuur van de raad namens de Commissie beslissen over een mutatie van advocaat. Nadat de rechtskundige bijstand is beëindigd dient de advocaat een declaratie in bij de raad. Het bestuur van de raad beoordeelt de declaratie en verzoekt de RCN om de vastgestelde vergoeding te betalen.

In het tweede lid is vastgelegd dat ook het behandelen van en het beslissen op bezwaar en het behandelen van de zaak in beroep aan de raad wordt gemandateerd. Doordat onderhavig besluit tevens voorziet in de mogelijkheid van ondermandaat kan worden gewaarborgd dat de functionaris die de primaire beslissing in mandaat neemt niet dezelfde is als degene die de beslissing op bezwaar neemt of het beroep behandelt.

Artikel 3

Gelet op het feit dat de raad een grote organisatie is, is het van belang dat de werkzaamheden met betrekking tot de beoordeling van zowel de aanvraag om een toevoeging als de declaratie door gespecialiseerde medewerkers van de raad worden uitgevoerd. Door de mogelijkheid tot het verlenen van ondermandaat te beperken tot medewerkers binnen de raad die met deze taak zijn belast, is dit gewaarborgd.

Artikel 5

Van het bestuur van de raad wordt verwacht dat het de uitvoering van de kosteloze rechtskundige bijstand efficiënt en effectief vorm geeft zodat de kosten van de uitvoering in de hand worden gehouden.

De Commissie toevoeging in strafzaken, S. C. van Lint Lid

I. Jaspers secretaris

Naar boven