Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken 15 juni 2016, nr.16087501, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van de teelt van peer tegen perenbladvlo (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de teelt van peer tegen perenbladvlo, 2016)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt verleend voor het gebruik van Vertimec Gold ter bescherming van de teelt van peer tegen perenbladvlo (Psylla pyri).

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt na 120 dagen, of zodra een geschikt alternatief middel op basis van abamectine beschikbaar is in de teelt van peer.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de teelt van peer tegen perenbladvlo, 2016.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Bezwaar

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via ‘mijn.rvo.nl’. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van dit besluit mee als pdf-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van dit besluit mee met uw bezwaarschrift.

Op mijn.rvo.nl/bezwaar vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over uw bezwaarschrift, kijk dan op de website: mijn.rvo.nl. of bel: 088 042 42 42 (lokaal tarief).

BIJLAGE: WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT VERTIMEC GOLD (13 087 N)

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als insectenbestrijdingsmiddel door middel van een gewasbehandeling in de volgende toepassingsgebieden (Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.0, Ctgb juni 2011) onder de vermelde toepassingsvoorwaarden

Toepassingsgebied

Werkzaamheid getoetst op

Dosering* middel per toepassing

Maximale dosering middel per toepassing

Maximaal aantal behandelingen per 12 maanden

Minimum interval tussen toepassingen in dagen

Veiligheidstermijn in dagen of uiterst gewasstadium waarin toegepast mag worden

Peer

Bladvlo1

0,05% (50 ml/100 l water)

0,5 l/ha

1

28

1 perenbladvlo (Psylla pyri)

* Verlaging van de dosering is toegestaan, maar van het maximaal aantal toepassingen en de andere toepassingsvoorwaarden mag niet worden afgeweken. Werkzaamheid is bij lagere dosering niet beoordeeld.

Toepassingsvoorwaarden

Voor opwaartse veldtoepassingen is gebruik uitsluitend toegestaan door middel van daartoe geëigende apparatuur, te weten een machinaal voortgetrokken veldspuit. Omdat gezondheidseffecten niet zijn uit te sluiten bij toepassing met een handspuit is handmatige toepassing van het middel niet toegestaan.

Om in het water levende organismen, bijen en hommels en andere niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen te beschermen is toepassing in de teelt van peer uitsluitend toegestaan indien aantoonbaar gebruik wordt gemaakt van de volgende maatregel:

  • een KWH k1500-3R2 VLOS 3-rijenspuit met variabele luchtondersteuning en minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen en ventilatorstand ‘laag’ in de eerste 20 meter van het gewas, gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij, met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter gemeten van af de insteek van de sloot of vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de perceelsgrens.

Het middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen of op niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg uw leverancier van natuurlijke vijanden over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van gebruik van natuurlijke vijanden.

Resistentiemanagement

Dit middel bevat de werkzame stof abamectine. Abamectine behoort tot de avermectinen. De IRAC code is 6. Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van het resistentiemanagement dient u de adviezen die gegeven worden in de voorlichtingsboodschappen op te volgen.

TOELICHTING

1. Algemeen

Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en nr. 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) nr. 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden tijdelijke vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Tijdelijke vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een noodsituatie die op geen enkele andere redelijke manier te bestrijden is.

2. Adviezen

2.1 Noodsituatie

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van een noodsituatie.

Gevaar

Perenbladvlo kan zich onder warme omstandigheden zeer snel uitbreiden en grote schade veroorzaken. Het zuigen van de perenbladvlo leidt tot directe schade. Zuigen aan bloemen en jonge vruchten leidt tot verhoogde vruchtval en misvorming van de vruchten en zuigen aan het blad leidt tot directe groeiremming. In het najaar zuigen de larven aan de nieuwe knoppen, met negatieve gevolgen voor de bloemkwaliteit en vruchtzetting van het volgende jaar. Bij een zware aantasting sterven de bloemknoppen af. Indirecte schade ontstaat door de honingdauw die de perenbladvlo produceert, waarop roetdauwschimmels groeien, dit veroorzaakt groeiremming en de “zwarte vruchten” zijn onverkoopbaar.

Alternatieven

Niet-chemisch

Een geïntegreerde bestrijdingsstrategie van perenbladvlo wordt algemeen toegepast. Er zijn diverse middelen en maatregelen om de populatieopbouw te remmen. Algemeen toegepaste preventieve en teelttechnische maatregelen zijn optimale bemesting voor beheerst groeiende weerbare bomen en het creëren van een goede leefomgeving voor natuurlijke vijanden zoals oorwormen en roofwantsen. Toegepaste niet-chemische maatregelen zijn onder andere het afspoelen van larven en honingdauw door beregening. Een middel op basis van maltodextrine wordt ingezet om de populatieopbouw af te remmen. Bovenstaande niet-chemische alternatieven werken onvoldoende om de perenbladvlo voldoende te beheersen.

Chemisch

Er zijn vier middelen toegelaten ter bestrijding van perenbladvlo, alle middelen hebben effect op de eieren en/of larven. Drie middelen werken niet tegen het volwassen insect. Het vierde systemisch middel heeft ook effect op de vruchtbaarheid van de volwassenen, echter dit werkt alleen wanneer nog gewasgroei plaatsvindt, waardoor het inzetbaar is tot en met juni. Met deze middelen kan de populatie-opbouw niet voldoende worden beheerst.

De sector schat in dat op 4.800 ha (60% van de 8.000 ha perenteelt in Nederland) naast bovengenoemde maatregelen, het toepassen van een middel dat werkzaam is tegen het volwassen stadium van perenbladvlo noodzakelijk is om een is schade van gemiddeld € 3.000,– per ha te voorkomen.

Bijzondere omstandigheden

De toelating van het Vertimec Gold in de teelt van peer is in 2015 ingetrokken, met een opgebruiktermijn tot 1 november 2015. Belanghebbenden leveren inspanningen om te komen tot een toelating van een middel op basis van abamectine in de teelt van peer. De toelatingsaanvraag is ingediend en het besluit over de toelating wordt in 2016 verwacht. Naar verwachting is dit middel niet voor het teeltseizoen van 2016 beschikbaar. Er is perspectief voor de toelating van een middel waardoor een kortstondig noodverband gerechtvaardigd is.

Conclusie

De NVWA komt tot volgende conclusies:

  • Een landbouwtechnisch doelmatige geïntegreerde teelt van peren wordt bedreigd door onvoldoende bestrijding van perenbladvlo.

  • Het beschikbare middelen- en maatregelenpakket is ontoereikend voor een effectieve geïntegreerde bestrijding van perenbladvlo in peer.

  • De toelatinghouder levert inspanningen om te komen tot een reguliere oplossing. Er is perspectief voor de toelating van een nieuw middel op basis van abamectine in de teelt van peer waardoor een kortstondig noodverband van Vertimec Gold gerechtvaardigd is. Voor de gevraagde vrijstellingsperiode is het middel naar verwachting niet beschikbaar. Wanneer het middel wel beschikbaar komt wanneer de vrijstelling van kracht is, vervalt de vrijstelling. De sector zal in dit geval worden geïnformeerd.

De tijdelijke vrijstelling van Vertimec Gold voor het bestrijden van perenbladvlo in de teelt van peer voldoet aan de criteria voor een noodsituatie.

2.2 Risicobeoordeling

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van aanvaardbare risico’s.

Humane toxiciteit

Voldoet aan de eisen.

Als er machinaal wordt toegediend is het gebruik veilig zonder persoonlijke veiligheidsmiddelen.

Handmatige toepassing van het middel is niet toegestaan en daarom dient de volgende restrictiezin op het Wettelijk Gebruiksvoorschrift te worden vermeld:

Voor opwaartse veldtoepassingen is gebruik uitsluitend toegestaan door middel van daartoe geëigende apparatuur, te weten een machinaal voortgetrokken veldspuit, omdat gezondheidseffecten niet zijn uit te sluiten bij toepassing met een handspuit.

Voor bijstanders, omwonenden en re-entry activiteiten is er geen gezondheidsrisico te verwachten.

Volksgezondheid

Voldoet aan de eisen.

Gedrag in het milieu

Voldoet aan de eisen.

Ecotoxiciteit

Er wordt voor de toepassing in peer een acceptabel risico verwacht voor de aspecten: vogels, zoogdieren, regenwormen, micro-organismen, actief slib en niet doelwit planten.

Voor aquatische organismen is een acceptabel risico te bereiken middels het voorschrijven van driftreducerende maatregelen (zie hieronder).

Op basis van de standaard gegevens is er een groot risico voor bijen (normoverschrijdingsfactor is 95). Het risico in het gewas wordt acceptabel geacht met de volgende restrictiezin:

Het middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen of op niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit.

Echter, het off-crop risico voor bijen dient ook geadresseerd te worden. Daartoe dienen driftreducerende maatregelen te worden opgenomen (zie hieronder).

Voor niet-doelwit arthropoden wordt er zowel een in-field als off-field risico verwacht. Vanwege de snelle dissipatie wordt wel snel herstel verwacht in-field. Dat blijkt ook uit aged-residue studies. Om het off-field risico te verlagen dienen driftreducerende maatregelen op het etiket te worden opgenomen (zie hieronder).

Het risico voor waterorganismen, bijen en hommels en andere niet-doelwit arthropoden kan met de volgende driftreducerende maatregel tot een acceptabel niveau worden teruggebracht:

Om in het water levende organismen, bijen en overige niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/insecten te beschermen is toepassing in de teelt van peer uitsluitend toegestaan indien gebruik wordt gemaakt van één van de volgende maatregelen:

een KWH k1500-3R2 VLOS 3-rijenspuit met variabele luchtondersteuning en minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen en ventilatorstand ‘laag’ in de eerste 20 meter van het gewas, gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij, met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter gemeten van af de insteek van de sloot of vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de perceelsgrens.

Vanuit IPM oogpunt is de volgende waarschuwingszin noodzakelijk:

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg uw leverancier van natuurlijke vijanden over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

Conclusie

Het College constateert dat er na het nemen van risicoreducerende maatregelen en het inachtnemen van restrictiezinnen geen risico verbonden is aan de vrijstelling.

Advies

Gezien het risico adviseert het College een vrijstelling ex artikel 38 Wgb van het gewasbeschermingsmiddel Vertimec Gold in de teelt van peer te verlenen onder vermelding van de volgende risicoreducerende maatregelen / restrictiezinnen:

Humane toxiciteit

Voor opwaartse veldtoepassingen is gebruik uitsluitend toegestaan door middel van daartoe geëigende apparatuur, te weten een machinaal voortgetrokken veldspuit, omdat gezondheidseffecten niet zijn uit te sluiten bij toepassing met een handspuit.

Ecotoxiciteit

Het middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen of op niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit.

Om in het water levende organismen, bijen en overige niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/insecten te beschermen is toepassing in de teelt van peer uitsluitend toegestaan indien gebruik wordt gemaakt van één van de volgende maatregelen:

een KWH k1500-3R2 VLOS 3-rijenspuit met variabele luchtondersteuning en minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen en ventilatorstand ‘laag’ in de eerste 20 meter van het gewas, gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij, met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter gemeten van af de insteek van de sloot of vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de perceelsgrens.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg uw leverancier van natuurlijke vijanden over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

3. Overwegingen

Een tijdelijke vrijstelling van het gewasbeschermingsmiddel Vertimec Gold is gewenst, omdat zonder deze vrijstelling de teelt van peer op geen enkele andere redelijke wijze adequaat te beschermen is tegen perenbladvlo. Hierdoor wordt de doelmatige teelt van peer bedreigd. Belanghebbenden spannen zich in om op korte termijn te beschikken over een regulier toegelaten gewasbeschermingsmiddel.

In het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (zie bijlage bij dit besluit) zijn de risicoreducerende maatregelen overgenomen die door het Ctgb zijn voorgesteld.

4. Besluit

De adviezen van de NVWA en het Ctgb overnemend, heb ik in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb tijdelijke vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Vertimec Gold ter bescherming van de teelt van peer tegen perenbladvlo.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt na 120 dagen, of zodra een middel op basis van abamectine toegelaten is in de teelt van peer’.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven