Beleidsregel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 januari 2016, 2015-0000291306, tot wijziging van de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit 2013 in verband met gewijzigde regels met betrekking tot kinderarbeid

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 10:7, zesde lid, van de Arbeidstijdenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

In bijlage 1 Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete Arbeidstijdenwet bij de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit 2013 komt het onderdeel kinderarbeid tot het onderdeel algemene verplichtingen te luiden:

Onderwerp	Boete normbedrag
* Kinderarbeid
○ Het verbod van kinderarbeid	€ 2.000,–
○ Het ontbreken van een ontheffing indien deze kan worden verleend	€ 1.000,–
○ Het gebruiken van een ontheffing die op grond van onjuiste of onvolledige gegevens is verkregen	€ 1.000,–
* Het niet naleven van voorschriften in geval van toegestane kinderarbeid
○ rusttijd ○ zondagsarbeid ○ arbeidstijd ○ weeknorm ○ nachtarbeid ○ pauze ○ begeleiding ○ adres ○ jaarnorm ○ zomervakantie	€ 200,– € 200,– € 200,– € 200,– € 200,– € 200,– € 200,– € 200,– € 200,– € 200,–
* Bijzondere onderwerpen
○ voorlichting ○ zorgverplichting arbeidsomstandigheden	€ 200,– € 200,–

ARTIKEL II

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 april 2016.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 januari 2016

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

TOELICHTING

Met ingang van 1 april 2016 treedt de nieuwe Beleidsregel inzake ontheffing verbod van kinderarbeid 2016 in werking alsmede een wijziging van de Nadere regeling kinderarbeid. Beide hebben betrekken op artistieke arbeid. Vanwege toename van producties en vanwege signalen van als onduidelijk dan wel oneerlijk ervaren regelgeving worden wijzigingen doorgevoerd. De onderhavige wijziging van de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit 2013 hangt hiermee samen.

Met betrekking tot meer onderwerpen kunnen bestuurlijke boeten worden opgelegd. Dit betreft weeknorm (12 uur of 3 dagen), jaarnorm, begeleiding, adres en zomervakantie.

Bij de ontheffingsaanvraag moet de werkgever de toezichthouder informeren over de aard van de arbeid, de vereiste toestemming van ouders of verzorgers, bij schoolverzuim de toestemming van het bevoegd gezag, de VOG van de begeleiders, de veilig- en gezondheidsrisico’s en de maatregelen die worden getroffen om de risico’s te voorkomen. Indien blijkt dat dit onjuist of onvolledig is gebeurd, kan een boete op grond van verboden kinderarbeid worden gegeven daar de ontheffing op grond van onjuiste of onvolledige gegevens is verkregen.

De boetes op zich zijn niet verhoogd. Opgemerkt wordt nog dat ook ten aanzien van repetities boetes mogelijk zijn als arbeids- en rusttijdennorming wordt overschreden.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher