Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 januari 2016, 2015-0000291305, tot wijziging van de Nadere regeling kinderarbeid ten einde deze ten aanzien van het onderdeel uitvoeringen beter te laten aansluiten bij de praktijk

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3:2, derde lid, van de Arbeidstijdenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Nadere regeling kinderarbeid wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1:1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De definitie van schoolweek komt te luiden:

• schoolweek: een week waarin op één of meer dagen onderwijsactiviteiten plaatsvinden;.

2. De definitie van vakantieweek komt te luiden:

• vakantieweek: een week waarin geen onderwijsactiviteiten plaatsvinden.

3. De definitie van ‘voorarbeid’ met de omschrijving daarvan vervalt.

B

Artikel 6:1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

• d. na de arbeid een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 14 uren, waarin de periode tussen 23.00 uur en 08.00 uur begrepen is;.

2. Het eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:

• e. niet meer dan ten hoogste op 3 dagen per week arbeid verricht met een maximum, tezamen met artikel 7:1, eerste lid, onder c, van 24 dagen per leeftijdsjaar;.

3. Het tweede lid komt te luiden:

• 2. De totale arbeidstijd met inbegrip van repetities, pauzes en wachttijden bedraagt ten hoogste 7 uren per dag en 12 uren per week.

4. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

• 3. Het eerste lid, aanhef en onderdelen c en e voor zover het betreft het aantal van 24 dagen per leeftijdsjaar, is niet van toepassing op repetities, tenzij het een repetitie betreft die in het openbaar plaatsvindt of waarvan audio-, visuele of audio-visuele opnamen worden gemaakt die gebruikt worden voor vertoning in het openbaar.

C

Artikel 6:2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

• d. na de arbeid een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 12 uren, waarin de periode tussen 23.00 uur en 07.00 uur begrepen is;.

2. Het eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:

• e. niet meer dan ten hoogste op 3 dagen per week arbeid verricht met een maximum van 24 dagen in het jaar dat hij 15 jaar is;.

3. Het tweede lid komt te luiden:

• 2. De totale arbeidstijd inbegrip van repetities, pauzes en wachttijden bedraagt ten hoogste 8 uren per dag en 12 uren per week.

4. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

• 3. Het eerste lid, aanhef en onderdelen c en e voor zover het betreft het aantal van 24 dagen in het jaar dat hij 15 jaar is, is niet van toepassing op repetities, tenzij het een repetitie betreft die in het openbaar plaatsvindt of waarvan audio-, visuele of audio-visuele opnamen worden gemaakt die gebruikt worden voor vertoning in het openbaar.

D

Artikel 7:1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden;

• c. ten hoogste op 3 dagen per week arbeid verricht tussen 19.00 uur en 23.00 uur met een maximum tezamen met artikel 6:1, eerste lid, onder e, van 24 dagen per leeftijdsjaar;.

2. In het eerste lid, onderdeel e, vervalt ‘, met inbegrip van de voorarbeid,’.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

• 3. Het eerste lid, aanhef en onderdeel c voor zover het betreft het aantal van 24 dagen per leeftijdsjaar, is niet van toepassing op repetities, tenzij het een repetitie betreft die in het openbaar plaatsvindt of waarvan audio-, visuele of audio-visuele opnamen worden gemaakt die gebruikt worden voor vertoning in het openbaar.

E

Artikel 7:2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c komt te luiden:

• c. ten hoogste op 3 dagen per week arbeid verricht tussen 19.00 uur en 23.00 uur.

2. In onderdeel e vervalt ‘, met inbegrip van de voorarbeid,’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2016.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 januari 2016

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

TOELICHTING

Deze wijziging van de Nadere regeling kinderarbeid (NRK) is met name een gevolg van de nieuwe Beleidsregel inzake ontheffing verbod van kinderarbeid 2016. Die beleidsregel is verduidelijkt, bevat meer kwalitatieve waarborgen voor kinderen en sluit op onderdelen beter aan bij de praktijk. Deels werkt die beleidregel, via deze wijziging, door in de NRK.

Zo is het aantal malen dat een kind mag opgetreden gewijzigd in een aantal dagen, waardoor naast een optreden bijvoorbeeld ook een interview of foto-opnamen mogelijk zijn.

Repetities en selecties zijn arbeid, maar tellen niet meer mee in het jaarlijks gelimiteerde aantal dagen dat arbeid mag worden verricht. Dit omdat repetities over het algemeen vrijblijvender zijn en daarmee vergelijkbaar met bijvoorbeeld een wekelijkse ballet- of zangles in de privésfeer. Wanneer repetities in het openbaar plaatsvinden of er audio, visuele of audiovisuele opnamen worden gemaakt die gebruikt kunnen worden voor vertoning in het openbaar is de vrijblijvendheid weg en tellen ze wel mee bij het jaarlijks aantal.

De anderen bepalingen zoals arbeidsduur (inclusief pauzes en wachttijden), arbeidstijden, deskundige begeleiding en voorlichting zijn wel van toepassing op repetities. Uiteraard is ook de arbeidsomstandighedenwetgeving op alle arbeid van toepassing. De maximale tijd die op een dag mag worden besteed aan artistieke arbeid is overigens niet gewijzigd.

Een andere wijziging betreft de verduidelijking of het genoemde ‘jaar’ een leeftijds- dan wel een kalenderjaar betreft. Om hieraan een eind te maken is nu nadrukkelijk aangegeven dat de regels van toepassing zijn op het leeftijdsjaar van het kind.

Explicieter is ook aangegeven dat het kind van 13 of 14 jaar na de arbeid tenminste 14 uur rust moet genieten waarbij de rust in een schoolweek in ieder geval de uren moet omvatten tussen 23.00 en 08.00 uur en in een vakantieweek de uren moet omvatten tussen 23.00 en 07.00 uur.

Een kind van 15 jaar moet na de arbeid tenminste 12 uur rust genieten waarbij de rust in ieder geval de tijd tussen 23.00 uur en 07.00 uur moet omvatten.

Ten slotte is – ook in lijn met genoemde beleidsregel – de definitie van schoolweek en vakantieweek iets aangepast. Een schoolweek is een week waarin op één of meer dagen onderwijsactiviteiten plaatsvinden. Voorheen was sprake van een week waarin onderwijs werd gevolgd. Deze wijziging heeft tot gevolg dat bijvoorbeeld een kampweek nu expliciet als schoolweek wordt aangemerkt.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher