Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 9 juni 2016, nr. 768103 houdende wijziging van de Regeling kosteloze rechtskundige bijstand BES

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 4 van de Wet kosteloze rechtskundige bijstand BES;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling kosteloze rechtskundige bijstand BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c komt te luiden:

c. kaart:

de kaart bedoeld in artikel 2, eerste lid, en artikel 2a, eerste lid van de Wet;

2. Na onderdeel c wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. het bestuur van de raad voor rechtsbijstand:

het bestuur van de raad voor rechtsbijstand, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de rechtsbijstand.

B

In artikel 2, eerste lid, wordt ‘de Rijksdienst Caribisch Nederland’ vervangen door: het bestuur van de raad voor rechtsbijstand door tussenkomst van de Rijksdienst Caribisch Nederland.

C

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

Met het oog op de beoordeling van de aanvraag om een kaart verzoekt het bestuur van de raad voor rechtsbijstand aan de inspecteur der belastingen om verstrekking van de gegevens over het bruto jaarinkomen van de aanvrager.

D

In artikel 5 wordt ‘de Rijksdienst Caribisch Nederland’ vervangen door: het bestuur van de raad voor rechtsbijstand.

E

In artikel 6 wordt ‘De Rijksdienst Caribisch Nederland verstrekt namens Onze Minister van Justitie’ vervangen door: Het bestuur van de raad voor rechtsbijstand verstrekt door tussenkomst van de Rijksdienst Caribisch Nederland.

F

In artikel 7, eerste lid, wordt ‘de Rijksdienst Caribisch Nederland’ vervangen door: het bestuur van de raad voor rechtsbijstand door tussenkomst van de Rijksdienst Caribisch Nederland.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

TOELICHTING

Algemeen

Met ingang van 10 oktober 2010 zijn Bonaire, Sint Eustatius en Saba openbare lichamen van Europees Nederland geworden. In het kader van deze staatkundige hervorming waarbij ook de Wet- en Regeling kosteloze rechtskundige bijstand BES in werking zijn getreden, zijn de taken en bevoegdheden met betrekking tot de vergoeding van kosteloze rechtskundige bijstand neergelegd bij de Minister van Veiligheid en Justitie. In de praktijk is in de jaren na de staatkundige hervorming steeds duidelijker geworden op welke wijze de uitvoering van het stelsel van de kosteloze rechtskundige bijstand in Caribisch Nederland vorm kan worden gegeven. Daarbij is gebleken dat het wenselijk is om het mandaat voor bepaalde taken en bevoegdheden met betrekking tot de vergoeding van kosteloze rechtskundige bijstand te laten uitoefenen door een organisatie die het best geëquipeerd is om dit te doen. De taken en bevoegdheden waar het hier om gaat zijn de beoordeling van de aanvraag en de verlening van een kaart (ook wel toevoeging genoemd) voor kosteloze rechtskundige bijstand en de betaling van een vergoeding aan de advocaat. Het bestuur van de raad voor rechtsbijstand (hierna: de raad), die binnen Europees Nederland vergelijkbare taken verricht op grond van de Wet op de rechtsbijstand, is hiervoor bij uitstek geschikt. De raad beschikt immers over de expertise met betrekking tot de uitvoering van de gesubsidieerde rechtsbijstand. Om die reden zijn in het Mandaatbesluit toevoeging kosteloze rechtskundige bijstand BES 2016, dat gelijktijdig met onderhavige regeling in werking treedt, een aantal bevoegdheden gemandateerd aan het bestuur van de raad.

Met de onderhavige regeling worden enkele noodzakelijke wijzigingen in de Regeling kosteloze rechtskundige bijstand BES doorgevoerd die samenhangen met het Mandaatbesluit toevoeging kosteloze rechtskundige bijstand BES 2016. Het Mandaatbesluit en de wijzigingen in onderhavige Regeling zijn op elkaar afgestemd.

Artikelsgewijs

Artikel I

B

Met de wijziging van artikel 2 wordt geregeld dat een aanvraag om een toevoeging formeel moet worden ingediend bij de raad voor rechtsbijstand, en dat dit gebeurt door tussenkomst van de Rijksdienst Caribisch Nederland (hierna: RCN). Het feitelijke indienen van de aanvraag blijft dus op lokaal niveau gebeuren. De intakemedewerker van de RCN is immers beter in staat om door te vragen over de problematiek en te beoordelen welke stukken moeten worden ingediend ter onderbouwing van de aanvraag.

C

In artikel 3 is het bepaalde uit het voorheen geldende eerste lid, waarin was opgenomen dat de RCN beslist op de aanvraag om een kaart, niet meer teruggekeerd. In plaats daarvan is nu in artikel 2 van het Mandaatbesluit toevoeging kosteloze rechtskundige bijstand BES 2016, dat gelijktijdig met onderhavige regeling in werking treedt, vastgelegd dat het bestuur van de raad mandaat krijgt voor het nemen van besluiten op de aanvraag om een kaart.

E

De bevoegdheid om een vergoeding aan de advocaat te verstrekken berust op grond van artikel 6 bij het bestuur van de raad voor rechtsbijstand. In dit artikel is voorts vastgelegd dat de feitelijke uitbetaling van de vergoeding door de Rijksdienst Caribisch Nederland wordt gedaan.

F

In artikel 7 is uitgewerkt op welke wijze de raad door tussenkomst van de RCN zorgt voor de vaststelling en betaling van de vergoeding aan de advocaat. De gang van zaken is als volgt.

Het bestuur van de raad neemt op grond van het Mandaatbesluit toevoeging kosteloze rechtsbijstand BES 2016, het besluit op de aanvraag. Om ervoor te zorgen dat de factuur en de declaratie van de advocaat feitelijk bij de RCN worden ingediend, is dit geregeld in artikel 7. Na ontvangst van de factuur en de declaratie worden deze in het ICT-systeem ingevoerd. De raad heeft op afstand toegang tot dit systeem met het oog op de beoordeling van de aanvraag. Nadat de vergoeding is vastgesteld, wordt aan de RCN opdracht gegeven tot feitelijke betaling daarvan aan de advocaat.

Artikel II

Deze regeling treedt op hetzelfde moment in werking als het Mandaatbesluit toevoeging kosteloze rechtskundige bijstand BES 2016, te weten 1 juli 2016.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. Van der Steur

Naar boven