Ontwerp bestemmingsplan ‘Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley’ en MER Businesspark AviationValley, gemeente Meerssen

Logo Meerssen

Betreft: Burgemeester en wethouders van Meerssen maken bekend dat vanaf 10 juni 2016 gedurende zes weken voor eenieder het ontwerp bestemmingsplan ‘Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley’ en bijbehorende Milieueffectenrapportage ter inzage liggen.

Een deel van het Businesspark AviationValley ligt in de gemeente Beek. Hiervoor legt de gemeente Beek, gelijktijdig, ook een bestemmingsplan ‘Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley’ ter inzage.

Ontwerp bestemmingsplan

Het bestemmingsplan ‘Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley’ is een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ (2013). Het gebied waar het bestemmingsplan betrekking op heeft wordt globaal gevormd door de Beekerweg, Waselderweg en Langs De Gewannen.

Aan de oostzijde van Maastricht Aachen Airport (MAA) wordt Businesspark AviationValley ontwikkeld. AviationValley heeft een oppervlakte van ruim 60 hectare netto uitgeefbaar bedrijventerrein en ligt deels binnen en deels buiten de grenzen van het luchthaventerrein. Om de ontwikkeling van AviationValley mogelijk te maken, hebben de gemeenteraden van de gemeenten Beek en Meerssen in 2006 het bestemmingsplan 'Maastricht Aachen Airport' vastgesteld. Het bestemmingsplan MAA (later opgegaan in het bestemmingsplan Buitengebied) is afgestemd op het Masterplan 'Businesspark MAA' (vastgesteld in 2005). Dat Masterplan ging uit van het realiseren van zes bedrijvenclusters, deels op het luchthaventerrein en deels op de gronden ten oosten daarvan. De clusters werden gescheiden door brede groenzones.

In de periode na vaststelling van het Masterplan en het bestemmingsplan MAA zijn de omstandigheden voor bedrijfsvestiging, mede door de financiële crisis, ingrijpend gewijzigd. In de praktijk blijkt dat de verkavelingsopzet, de bouwregels uit het bestemmingsplan MAA, nu bestemmingsplan ‘Buitengebied’ en de beeldkwaliteitseisen uit het Masterplan, de vestiging van bedrijven op AviationValley onnodig bemoeilijken. Om die reden zijn de uitgangspunten uit het oorspronkelijke Masterplan tegen het licht gehouden. Dit heeft geleid tot een nieuw Masterplan, waarin het oorspronkelijke concept van het bedrijventerrein ('clusters in het landschap') op hoofdlijnen ongewijzigd is gebleven, maar waarin nieuwe uitgangspunten zijn opgenomen voor de landschappelijke inpassing, de infrastructuur en de bebouwingsmogelijkheden binnen de bedrijvenclusters. Voorliggend bestemmingsplan is opgesteld om het nieuwe Masterplan te vertalen in een actueel juridisch-planologisch kader, dat de basis vormt voor de verlening van omgevingsvergunningen. De oppervlaktes van de bedrijventerreinbestemming en de bestemmingen voor groen en natuur zijn ongewijzigd ten opzichte van het geldende bestemmingsplan.

MER

Gelet op de Wet Milieubeheer is ook een MER opgesteld, waarin de milieueffecten van de voorgenomen ontwikkeling in beeld zijn gebracht. Voorliggend bestemmingsplan maakt op AviationValley de vestiging van bedrijven t/m milieucategorie 4.1 mogelijk, met een afwijkingsmogelijkheid voor bedrijven in milieucategorie 4.2. Hoewel het vigerende bestemmingsplan ‘Buitengebied’ de vestiging van bedrijvigheid in milieucategorie 4 ook al rechtstreeks mogelijk maakt, en de oppervlakte van de bestemming ‘Bedrijventerrein’ in dit bestemmingsplan niet wordt vergroot ten opzichte van het geldende plan, moet op basis van de actuele regelgeving toch een milieueffectrapport worden opgesteld. De vestiging van bedrijven op het bedrijventerrein kan namelijk leiden tot een toename van stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden.

Op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 dient in dat geval – ook als er sprake is van het overnemen van bestaande juridisch-planologische mogelijkheden – een passende beoordeling te worden verricht. Gezien de koppeling tussen de Natuurbeschermingswet 1998 en de Wet milieubeheer (artikel 7.2a lid 1) maakt de passende beoordeling deel uit van een milieueffectrapport. De procedure van de MER is gekoppeld aan de bestemmingsplanprocedure. Het milieueffectrapport is daarom, inclusief de passende beoordeling, als bijlage bij dit bestemmingsplan opgenomen. In de MER zijn de effecten op het milieu als gevolg van het beoogde plan bepaald en beoordeeld.

 

Inzagetermijn en termijn voor indienen van zienswijzen: vanaf 10 juni 2016 gedurende zes weken.

Indienen van zienswijzen: gedurende de termijn van terinzagelegging kan eenieder schriftelijk zijn/haar gemotiveerde zienswijze over het ontwerp bestemmingsplan, bijbehorende stukken en de MER kenbaar maken. Deze dient u te richten aan: het college van burgemeester en wethouders van Meerssen, Postbus 90, 6230 AB Meerssen. Indienen per e-mail is niet mogelijk.

Waar ter inzage: u kunt het ontwerp bestemmingsplan, de MER en de bijbehorende stukken op afspraak inzien bij het klantenbureau Ruimte (via het KCC, tel. 14 043), Markt 50, 6231 LS Meerssen. U kunt de stukken ook digitaal raadplegen via de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl.

Informatie: Klant Contact Cent rum (KCC), tel. 14 043. E-mail: info@meerssen.nl.

 

Meerssen, 9 juni 2016

Burgemeester en wethouders van Meerssen

Naar boven