De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 13, tweede lid, van het Warenwetbesluit explosieveilig materieel
2016, artikel 13, tweede lid, van het Warenwetbesluit drukvaten van eenvoudige vorm
2016, artikelen 14, tweede lid, en 29, tweede lid,van het Warenwetbesluit liften 2016,
artikelen 6ge, tweede lid, en 6hd van het Warenwetbesluit machines en artikel 6h van
het Warenwetbesluit persoonlijke beschermingsmiddelen;
Besluit:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Conformiteitsbeoordelingsinstantie: conformiteitsbeoordelingsinstantie, genoemd in
artikel 2 van verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad
van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht
betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG)
nr. 339/93 (PbEU 2008, L 218);
- Minister:
-
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Artikel 2 Informatie over non-conformiteit
-
1. De minister informeert de nationale accreditatie-instantie zo spoedig mogelijk over
non-conformiteit op de criteria voor aanwijzing die voor de minister aanleiding kan
zijn tot het schorsen, het intrekken of het beperken van de reikwijdte van de aanwijzing.
-
2. De nationale accreditatie-instantie informeert de minister zo spoedig mogelijk over
feiten die voor de minister aanleiding kunnen zijn tot het schorsen, het intrekken
of het beperken van de reikwijdte van de aanwijzing.
-
3. De minister en de nationale accreditatie-instantie maken afspraken over de uitwisseling
van informatie en feiten die consequenties kunnen hebben voor de accreditatie of aanwijzing.
Artikel 3 Opsturen beoordelingsrapport
-
1. De conformiteitsbeoordelingsinstantie stuurt zo spoedig mogelijk na de initiële accreditatiebeoordeling
door de nationale accreditatie-instantie het volledige beoordelingsrapport elektronisch
aan de minister.
-
2. De conformiteitsbeoordelingsinstantie stuurt elektronisch aan de minister bevindingen
en non-conformiteiten, geconstateerd door de nationale accreditatie-instantie, voor
zover die consequenties kunnen hebben voor de accreditatie of de aanwijzing. De conformiteitsbeoordelingsinstantie
stuurt bevindingen en non-conformiteiten zo spoedig mogelijk aan de minister gezamenlijk
met de wijze dat deze worden opgelost.
Artikel 4 Informatie over bestuurswisseling
-
1. De conformiteitsbeoordelingsinstantie doet zo spoedig mogelijk melding
aan de minister van het voornemen tot een bestuurswisseling bij de conformiteitsbeoordelingsinstantie.
-
2. De minister kan indien gewenst een Verklaring omtrent het gedrag vragen ter bevestiging
van de integriteit van de bestuurder.
Artikel 5 Inhoud jaarverslag
In het jaarverslag, bedoeld in artikel 7c, tweede lid, van de wet behandelt de conformiteitsbeoordelingsinstantie
ten minste de volgende onderwerpen:
-
a. het aantal afgegeven, ingetrokken en geweigerde verklaringen van goedkeuring en certificaten;
-
b. tegen de genomen besluiten ingediende bezwaren en ingestelde beroepen en de wijze
van afhandeling daarvan;
-
c. de omzet op het werkveld waarvoor de aanwijzing is afgegeven; en
-
d. de knelpunten op het werkveld die zich in de uitvoeringspraktijk hebben voorgedaan.
Artikel 6 Wijziging Warenwetregeling machines
De artikelen 2a, 2b, 2c en 4 van de Warenwetregeling machines vervallen.
Artikel 7 Wijziging Warenwetregeling persoonlijke beschermingsmiddelen
Artikel 4 van de Warenwetregeling persoonlijke beschermingsmiddelen vervalt.
Artikel 8 Wijziging Warenwetregeling drukapparatuur
Artikel 5 van de Warenwetregeling drukapparatuur vervalt.
Artikel 9 Intrekking Warenwetregelingen
De Warenwetregeling explosieveilig materieel, de Warenwetregeling drukvaten van eenvoudige
vorm en de Warenwetregeling liften worden ingetrokken.
Artikel 10 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling informatie- en rapportagebepalingen
SZW-besluiten.
Artikel 11 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Algemeen
Op 20 april 2016 zijn het Warenwetbesluit liften 2016, het Warenwetbesluit drukvaten
van eenvoudige vorm 2016, het Warenwetbesluit explosieveilig materieel 2016 en een
wijziging van het Warenwetbesluit machines in werking getreden. De betreffende besluiten
strekken ter implementatie van de volgende Europese richtlijnen:
-
– Richtlijn 2014/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende
de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake liften en veiligheidscomponenten
voor liften (PbEU 2014, L 96);
-
– Richtlijn 2014/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende
de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden
van drukvaten van eenvoudige vorm (PbEU 2014, L 96);
-
– Richtlijn 2014/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende
de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake apparaten en beveiligingssystemen
bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (PbEU 2014, L
96);
De betreffende besluiten zijn onderdeel van het stroomlijningpakket dat volgens de
methode van herschikking negen Europese richtlijnen met eisen aan producten in overeenstemming
brengt met Besluit Nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli
2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en
tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (PbEU 2014, L 218). De stroomlijning
omvat horizontale definities, stelt gelijke verplichtingen aan marktdeelnemers (fabrikanten,
gemachtigden (van fabrikanten), importeurs en distributeurs) en eisen voor traceerbaarheid,
harmoniseert conformiteitsbeoordelingsprocedures, scherpt de criteria voor aangemelde
(voortaan EU-)conformiteitsbeoordelingsinstanties aan, geeft eisen voor de aanmeldingsprocedure,
stelt eisen aan de aanmeldende autoriteiten en geeft eenduidige regels voor de toepassing
van de vrijwaringsprocedure.
Omwille van duidelijkheid en eenheid wordt de, in bovengenoemde besluiten bepaalde,
informatie-uitwisseling tussen de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (verder
te noemen: de minister van SZW), de nationale accreditatie-instantie, voor Nederland
de Raad voor Accreditatie (verder te noemen: RvA) en de conformiteitsbeoordelingsinstantie
gelijkluidend geregeld in onderhavige regeling.
Onder een conformiteitsbeoordelingsinstantie wordt in deze verstaan: de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie,
de EU-keuringsdienst van gebruikers, de erkende onafhankelijke instelling die zijn
aangewezen en aangemeld en de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en de NL-keuringsdienst
van gebruikers die zijn aangewezen.
Informatie uitwisseling (artikelen 2, 3 en 4)
Wederzijdse informatie-uitwisseling tussen de minister van SZW en de RvA is gewenst
omdat bij aanwijzing van een conformiteitsbeoordelingsinstantie door de minister van
SZW een accreditatie verplicht is.
De Minister informeert de RvA over non-conformiteit, dat wil zeggen afwijkingen die
voor de Inspectie SZW aanleiding kunnen zijn tot het schorsen, het intrekken of het
beperken van de reikwijdte van de aanwijzing. De RvA informeert de Inspectie SZW over
feiten die consequenties kunnen hebben voor de accreditatie dus voor de aanwijzing.
De conformiteitsbeoordelingsinstantie stuurt aangezien de RvA dit niet mag delen,
de minister van SZW meteen na ontvangst een digitale kopie van het initiële beoordelingsrapport
van de RvA toe. Tevens stuurt de conformiteitsbeoordelingsinstantie bevindingen en
non-conformiteiten en de wijze om deze op te lossen aan de minister van SZW. Een non-conformiteit
kan aanleiding zijn tot het schorsen, het intrekken of het beperken van de reikwijdte
van de accreditatie voor zover de accreditatie of accreditatiereikwijdte van toepassing
is voor een aanwijzing door de minister van SZW.
Inspectie SZW en RvA moeten afspraken maken over het delen van informatie en kunnen,
indien daar behoefte aan is, deze informatie-uitwisseling nader uitwerken in een informatieprotocol.
Als de minister van SZW de aanwijzing van een EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie,
een EU-keuringsdienst van gebruikers of een erkende onafhankelijke instelling schorst,
intrekt of de reikwijdte beperkt heeft dit dienovereenkomstig automatisch gevolgen
voor de aanmelding in het Europese Nando (New Approach Notified and Designated Organisations)
Information System (verder te noemen: Nando). Een aanmelding in Nando wordt namelijk
altijd vooraf gegaan door een aanwijzing door de minister van SZW. Daarom kan bij
de informatie-uitwisseling worden volstaan met de uitwisseling op het niveau van de
aanwijzing.
Indien de minister van SZW signalen heeft over fraude, kan hij, gezien de in het geding
zijnde financieel- economische belangen en de gevolgen voor de Europese markt, een
toets laten uitvoeren op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door
het openbaar bestuur (Wet Bibob) naar de integriteit van de aanvrager. Deze bevoegdheid
voor de minister van SZW is opgenomen in de verschillende besluiten. De minister van
SZW kan die resultaten meenemen in de afweging om over te gaan tot het aanwijzen,
het schorsen, het intrekken of het wijzigen van de aanwijzing.
De minister van SZW kan hier alleen op adequate manier invulling aan geven als de
conformiteitsbeoordelingsinstantie per direct de minister van SZW, in casu de Inspectie
SZW, informeert over een aankomende bestuurswisseling. De conformiteitsbeoordelingsinstantie
dient zodra het voornemen tot het benoemen van een nieuw bestuurslid bij de conformiteitsbeoordelingsinstantie
bekend is dit onmiddellijk te melden aan de Inspectie SZW. Een bepaling daartoe is
opgenomen in deze regeling.
Jaarverslag (artikel 5)
De eisen aan het jaarverslag, bedoeld in artikel 7c, tweede lid, van de Warenwet worden
in onderhavige regeling voor alle jaarverslagen ten behoeve van SZW gelijkluidend
bepaald. In de huidige SZW-Warenwetregelingen zijn de eisen aan het jaarverslag reeds
opgenomen. Deze komen met deze regeling te vervallen. Ten opzichte van de huidige
Warenwetregelingen zijn de meerdere onderwerpen geschrapt met uitzondering van:
-
– het aantal afgeven, ingetrokken en geweigerde verklaringen van goedkeuring en certificaten;
-
– het aantal tegen de genomen besluiten ingediende bezwaren en ingestelde beroepen en
de wijze van afhandeling daarvan;
-
– de omzet op het werkveld waarvoor de aanwijzing is afgegeven; en
-
– de knelpunten op het werkveld die zich in de uitvoeringspraktijk hebben voorgedaan.
De knelpunten kunnen ook betrekking hebben op het gezamenlijk overleg of betrekking
hebben tot de schemabeheerder.
Met uitzondering van de knelpunten op het werkveld betreft dit informatie die de conformiteitsbeoordelingsinstantie
aan de minister van SZW moet melden die bedrijfsgevoelig is. De minister van SZW zal
bedrijfsgevoelige gegevens niet openbaar maken indien deze opgevraagd zouden worden
of uit eigen beweging.
De nieuwe eisen gelden vanaf het jaarverslag over 2016.
Wijziging en intrekking regelingen (artikelen 6 tot en met 10)
De Warenwetregeling explosieveilig materieel, de Warenwetregeling drukvaten van eenvoudige
vorm en de Warenwetregeling liften kunnen met de totstandkoming van deze regeling
volledig worden ingetrokken. In de Warenwetregeling machines, de Warenwetregeling
persoonlijke beschermingsmiddelen en de Warenwetregeling drukapparatuur kunnen de
bepalingen betreffende het jaarverslag vervallen.
Bedrijfseffecten en gevolgen voor uitvoering en toezicht
De kosten voor de conformiteitsbeoordelingsinstanties en de bedrijven zijn minimaal.
De kosten zullen zelfs mogelijk verminderen aangezien er minder informatie in het
jaarverslag opgenomen dient te worden.
De kosten voor de uitvoering en toezicht blijven gelijk aangezien de RvA en Inspectie
SZW reeds informatie uitwisselen en een informatieprotocol hebben.
De onderliggende Warenwetbesluiten zijn op 20 april 2016 in werking getreden. De onderhavige
regeling zal in verband daarmee zo snel als mogelijk in werking treden (artikel 11).
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher