Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 31 mei 2016, 2016-0000111975, houdende vaststelling van de Warenwetregeling informatie- en rapportagebepalingen SZW-besluiten en tot wijziging van de Warenwetregeling machines en de Warenwetregeling persoonlijke beschermingsmiddelen (Warenwetregeling informatie- en rapportagebepalingen SZW-besluiten)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 13, tweede lid, van het Warenwetbesluit explosieveilig materieel 2016, artikel 13, tweede lid, van het Warenwetbesluit drukvaten van eenvoudige vorm 2016, artikelen 14, tweede lid, en 29, tweede lid,van het Warenwetbesluit liften 2016, artikelen 6ge, tweede lid, en 6hd van het Warenwetbesluit machines en artikel 6h van het Warenwetbesluit persoonlijke beschermingsmiddelen;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Conformiteitsbeoordelingsinstantie: conformiteitsbeoordelingsinstantie, genoemd in artikel 2 van verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PbEU 2008, L 218);

Minister:

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 2 Informatie over non-conformiteit

  • 1. De minister informeert de nationale accreditatie-instantie zo spoedig mogelijk over non-conformiteit op de criteria voor aanwijzing die voor de minister aanleiding kan zijn tot het schorsen, het intrekken of het beperken van de reikwijdte van de aanwijzing.

  • 2. De nationale accreditatie-instantie informeert de minister zo spoedig mogelijk over feiten die voor de minister aanleiding kunnen zijn tot het schorsen, het intrekken of het beperken van de reikwijdte van de aanwijzing.

  • 3. De minister en de nationale accreditatie-instantie maken afspraken over de uitwisseling van informatie en feiten die consequenties kunnen hebben voor de accreditatie of aanwijzing.

Artikel 3 Opsturen beoordelingsrapport

  • 1. De conformiteitsbeoordelingsinstantie stuurt zo spoedig mogelijk na de initiële accreditatiebeoordeling door de nationale accreditatie-instantie het volledige beoordelingsrapport elektronisch aan de minister.

  • 2. De conformiteitsbeoordelingsinstantie stuurt elektronisch aan de minister bevindingen en non-conformiteiten, geconstateerd door de nationale accreditatie-instantie, voor zover die consequenties kunnen hebben voor de accreditatie of de aanwijzing. De conformiteitsbeoordelingsinstantie stuurt bevindingen en non-conformiteiten zo spoedig mogelijk aan de minister gezamenlijk met de wijze dat deze worden opgelost.

Artikel 4 Informatie over bestuurswisseling

  • 1. De conformiteitsbeoordelingsinstantie doet zo spoedig mogelijk melding

    aan de minister van het voornemen tot een bestuurswisseling bij de conformiteitsbeoordelingsinstantie.

  • 2. De minister kan indien gewenst een Verklaring omtrent het gedrag vragen ter bevestiging van de integriteit van de bestuurder.

Artikel 5 Inhoud jaarverslag

In het jaarverslag, bedoeld in artikel 7c, tweede lid, van de wet behandelt de conformiteitsbeoordelingsinstantie ten minste de volgende onderwerpen:

  • a. het aantal afgegeven, ingetrokken en geweigerde verklaringen van goedkeuring en certificaten;

  • b. tegen de genomen besluiten ingediende bezwaren en ingestelde beroepen en de wijze van afhandeling daarvan;

  • c. de omzet op het werkveld waarvoor de aanwijzing is afgegeven; en

  • d. de knelpunten op het werkveld die zich in de uitvoeringspraktijk hebben voorgedaan.

Artikel 6 Wijziging Warenwetregeling machines

De artikelen 2a, 2b, 2c en 4 van de Warenwetregeling machines vervallen.

Artikel 7 Wijziging Warenwetregeling persoonlijke beschermingsmiddelen

Artikel 4 van de Warenwetregeling persoonlijke beschermingsmiddelen vervalt.

Artikel 8 Wijziging Warenwetregeling drukapparatuur

Artikel 5 van de Warenwetregeling drukapparatuur vervalt.

Artikel 9 Intrekking Warenwetregelingen

De Warenwetregeling explosieveilig materieel, de Warenwetregeling drukvaten van eenvoudige vorm en de Warenwetregeling liften worden ingetrokken.

Artikel 10 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling informatie- en rapportagebepalingen SZW-besluiten.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 31 mei 2016

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

TOELICHTING

Algemeen

Op 20 april 2016 zijn het Warenwetbesluit liften 2016, het Warenwetbesluit drukvaten van eenvoudige vorm 2016, het Warenwetbesluit explosieveilig materieel 2016 en een wijziging van het Warenwetbesluit machines in werking getreden. De betreffende besluiten strekken ter implementatie van de volgende Europese richtlijnen:

  • Richtlijn 2014/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake liften en veiligheidscomponenten voor liften (PbEU 2014, L 96);

  • Richtlijn 2014/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van drukvaten van eenvoudige vorm (PbEU 2014, L 96);

  • Richtlijn 2014/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (PbEU 2014, L 96);

De betreffende besluiten zijn onderdeel van het stroomlijningpakket dat volgens de methode van herschikking negen Europese richtlijnen met eisen aan producten in overeenstemming brengt met Besluit Nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (PbEU 2014, L 218). De stroomlijning omvat horizontale definities, stelt gelijke verplichtingen aan marktdeelnemers (fabrikanten, gemachtigden (van fabrikanten), importeurs en distributeurs) en eisen voor traceerbaarheid, harmoniseert conformiteitsbeoordelingsprocedures, scherpt de criteria voor aangemelde (voortaan EU-)conformiteitsbeoordelingsinstanties aan, geeft eisen voor de aanmeldingsprocedure, stelt eisen aan de aanmeldende autoriteiten en geeft eenduidige regels voor de toepassing van de vrijwaringsprocedure.

Omwille van duidelijkheid en eenheid wordt de, in bovengenoemde besluiten bepaalde, informatie-uitwisseling tussen de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (verder te noemen: de minister van SZW), de nationale accreditatie-instantie, voor Nederland de Raad voor Accreditatie (verder te noemen: RvA) en de conformiteitsbeoordelingsinstantie gelijkluidend geregeld in onderhavige regeling.

Onder een conformiteitsbeoordelingsinstantie wordt in deze verstaan: de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, de EU-keuringsdienst van gebruikers, de erkende onafhankelijke instelling die zijn aangewezen en aangemeld en de NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie en de NL-keuringsdienst van gebruikers die zijn aangewezen.

Informatie uitwisseling (artikelen 2, 3 en 4)

Wederzijdse informatie-uitwisseling tussen de minister van SZW en de RvA is gewenst omdat bij aanwijzing van een conformiteitsbeoordelingsinstantie door de minister van SZW een accreditatie verplicht is.

De Minister informeert de RvA over non-conformiteit, dat wil zeggen afwijkingen die voor de Inspectie SZW aanleiding kunnen zijn tot het schorsen, het intrekken of het beperken van de reikwijdte van de aanwijzing. De RvA informeert de Inspectie SZW over feiten die consequenties kunnen hebben voor de accreditatie dus voor de aanwijzing. De conformiteitsbeoordelingsinstantie stuurt aangezien de RvA dit niet mag delen, de minister van SZW meteen na ontvangst een digitale kopie van het initiële beoordelingsrapport van de RvA toe. Tevens stuurt de conformiteitsbeoordelingsinstantie bevindingen en non-conformiteiten en de wijze om deze op te lossen aan de minister van SZW. Een non-conformiteit kan aanleiding zijn tot het schorsen, het intrekken of het beperken van de reikwijdte van de accreditatie voor zover de accreditatie of accreditatiereikwijdte van toepassing is voor een aanwijzing door de minister van SZW.

Inspectie SZW en RvA moeten afspraken maken over het delen van informatie en kunnen, indien daar behoefte aan is, deze informatie-uitwisseling nader uitwerken in een informatieprotocol.

Als de minister van SZW de aanwijzing van een EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, een EU-keuringsdienst van gebruikers of een erkende onafhankelijke instelling schorst, intrekt of de reikwijdte beperkt heeft dit dienovereenkomstig automatisch gevolgen voor de aanmelding in het Europese Nando (New Approach Notified and Designated Organisations) Information System (verder te noemen: Nando). Een aanmelding in Nando wordt namelijk altijd vooraf gegaan door een aanwijzing door de minister van SZW. Daarom kan bij de informatie-uitwisseling worden volstaan met de uitwisseling op het niveau van de aanwijzing.

Indien de minister van SZW signalen heeft over fraude, kan hij, gezien de in het geding zijnde financieel- economische belangen en de gevolgen voor de Europese markt, een toets laten uitvoeren op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) naar de integriteit van de aanvrager. Deze bevoegdheid voor de minister van SZW is opgenomen in de verschillende besluiten. De minister van SZW kan die resultaten meenemen in de afweging om over te gaan tot het aanwijzen, het schorsen, het intrekken of het wijzigen van de aanwijzing.

De minister van SZW kan hier alleen op adequate manier invulling aan geven als de conformiteitsbeoordelingsinstantie per direct de minister van SZW, in casu de Inspectie SZW, informeert over een aankomende bestuurswisseling. De conformiteitsbeoordelingsinstantie dient zodra het voornemen tot het benoemen van een nieuw bestuurslid bij de conformiteitsbeoordelingsinstantie bekend is dit onmiddellijk te melden aan de Inspectie SZW. Een bepaling daartoe is opgenomen in deze regeling.

Jaarverslag (artikel 5)

De eisen aan het jaarverslag, bedoeld in artikel 7c, tweede lid, van de Warenwet worden in onderhavige regeling voor alle jaarverslagen ten behoeve van SZW gelijkluidend bepaald. In de huidige SZW-Warenwetregelingen zijn de eisen aan het jaarverslag reeds opgenomen. Deze komen met deze regeling te vervallen. Ten opzichte van de huidige Warenwetregelingen zijn de meerdere onderwerpen geschrapt met uitzondering van:

  • het aantal afgeven, ingetrokken en geweigerde verklaringen van goedkeuring en certificaten;

  • het aantal tegen de genomen besluiten ingediende bezwaren en ingestelde beroepen en de wijze van afhandeling daarvan;

  • de omzet op het werkveld waarvoor de aanwijzing is afgegeven; en

  • de knelpunten op het werkveld die zich in de uitvoeringspraktijk hebben voorgedaan. De knelpunten kunnen ook betrekking hebben op het gezamenlijk overleg of betrekking hebben tot de schemabeheerder.

Met uitzondering van de knelpunten op het werkveld betreft dit informatie die de conformiteitsbeoordelingsinstantie aan de minister van SZW moet melden die bedrijfsgevoelig is. De minister van SZW zal bedrijfsgevoelige gegevens niet openbaar maken indien deze opgevraagd zouden worden of uit eigen beweging.

De nieuwe eisen gelden vanaf het jaarverslag over 2016.

Wijziging en intrekking regelingen (artikelen 6 tot en met 10)

De Warenwetregeling explosieveilig materieel, de Warenwetregeling drukvaten van eenvoudige vorm en de Warenwetregeling liften kunnen met de totstandkoming van deze regeling volledig worden ingetrokken. In de Warenwetregeling machines, de Warenwetregeling persoonlijke beschermingsmiddelen en de Warenwetregeling drukapparatuur kunnen de bepalingen betreffende het jaarverslag vervallen.

Bedrijfseffecten en gevolgen voor uitvoering en toezicht

De kosten voor de conformiteitsbeoordelingsinstanties en de bedrijven zijn minimaal. De kosten zullen zelfs mogelijk verminderen aangezien er minder informatie in het jaarverslag opgenomen dient te worden.

De kosten voor de uitvoering en toezicht blijven gelijk aangezien de RvA en Inspectie SZW reeds informatie uitwisselen en een informatieprotocol hebben.

De onderliggende Warenwetbesluiten zijn op 20 april 2016 in werking getreden. De onderhavige regeling zal in verband daarmee zo snel als mogelijk in werking treden (artikel 11).

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven