Lastig plaatsbare jongeren’ in instellingen voor jeugdzorgplus en jeugd-ggz: zorg in de knel? Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ)

Advies Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming

uitgebracht aan: de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister en Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

datum: 4 december 2015

Jongeren die zowel lijden aan een psychische stoornis als ernstig (ver)storend gedrag vertonen krijgen momenteel niet altijd de noodzakelijke zorg. Qua omvang van deze groep is te denken aan een vijftigtal. Deze jongeren, die verblijven in een jeugdzorgplus- of jeugd-ggz-instelling, worden regelmatig overgeplaatst omdat de instelling hun complexe problematiek onvoldoende kan hanteren. Dit overplaatsen verergert vaak de problematiek. De RSJ pleit daarom voor het aanbieden van passende zorg op de locatie waar de jongere zich bevindt, zodat overplaatsing niet nodig is. Dus: zorgen voor een in eerste instantie zo goed mogelijke plaatsing en het verlenen van zorg op locatie als uitgangspunt. Voorwaarde daarbij is dat gemeenten als voor de jeugdzorg verantwoordelijke overheid de regie hierin voeren. Inrichtingen kunnen meer expertise verkrijgen en oplossingen vinden als ze intensiever samenwerking en zo nodig gebruik maken van (landelijke) expertise zoals die van het Consultatie- en Expertise Centrum.

Aanbevelingen in dit advies zijn erop gericht de al op gang komende samenwerking tussen instellingen te versnellen en losse (samenwerkings)initiatieven te laten uitgroeien tot algemene praktijk. Het advies is om die reden niet alleen gericht tot de Staatssecretaris van VWS als systeemverantwoordelijke maar ook tot gemeenten als verantwoordelijken voor de jeugdzorg en tot degenen die zijn betrokken bij de uitvoering van de jeugdzorg, zoals jeugdzorgplusinstellingen en de jeugd-ggz.

Het advies kan worden opgevraagd bij het secretariaat van de RSJ

Postbus 30 137

2500 GC Den Haag

070 – 36 19 300

www.rsj.nl

Naar boven