Besluit van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 26 mei 2016, nr. 910178, tot aanwijzing van de stichting Regionale Publieke Omroep, bedoeld in artikel 2.60a van de Mediawet 2008

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 2.60a, eerste lid, van de Mediawet 2008;

Besluit:

Enig artikel

De stichting Regionale Publieke Omroep, opgericht bij notariële akte van 26 mei 2016, wordt met ingang van 31 mei 2016 aangewezen als stichting Regionale Publieke Omroep, bedoeld in artikel 2.60a van de Mediawet 2008.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

TOELICHTING

1. Inleiding

Dit besluit strekt tot aanwijzing van de stichting Regionale Publieke Omroep als bedoeld in artikel 2.60a van de Mediawet 2008.

De regionale nieuwsvoorziening staat onder druk, regionale radio en televisie kennen een teruglopend bereik en een verouderd publiek en de financiële situatie van de regionale omroepen is kwetsbaar. Vanaf 2017 moeten de dertien regionale publieke omroepen een bezuiniging van € 17 miljoen realiseren. Een herstructurering van de regionale publieke omroep is dan ook noodzakelijk. Alleen op die manier kan worden bereikt dat de bezuinigingen zo min mogelijk ten koste gaan van de inhoudelijke programmering. De regionale omroepen hebben zich bewust getoond van de noodzaak van ingrijpende maatregelen en daartoe in april 2013 het rapport “Toekomst-venster op de publieke regionale omroep” opgesteld. Het samenwerkingsverband van de regionale omroepen, de stichting Regionale Omroep Organisatie en Samenwerking (ROOS) heeft met de regionale omroepen in april 2015 een concreet toekomstplan opgesteld voor verdere herstructurering van de sector: “Het nieuwe publieke regionale mediabedrijf: betrokken en betrouwbaar. Voorstel van ROOS voor een slagvaardige en efficiënte regionale publieke omroep”.

2. In drie stappen naar modernisering van de regionale omroep

De regering wil in drie stappen komen tot een slagvaardige en efficiëntere regionale publieke omroep.

Eerste stap

De eerste stap is gezet met de overheveling van de financiële verantwoordelijkheid voor de regionale omroep naar het Rijk per 1 januari 2014. Daarmee is ook de korting van € 17 miljoen op het budget van de regionale publieke omroep met ingang van 2017 ingeboekt.

Tweede stap

De tweede stap in de herstructurering is de introductie van een nieuw bestuurlijk samenwerkings- en coördinatieorgaan, de stichting Regionale Publieke Omroep (RPO). Deze stap zorgt direct voor meer bestuurlijke slagvaardigheid van de regionale omroepen. Er komt zo een wettelijk orgaan dat daadkrachtig centraal besluiten kan nemen voor de verandering waar de regionale omroepen vanaf heden voor staan. Onderdeel van de versterking van de bestuurlijke slagvaardigheid is het realiseren van één gezamenlijke begrotings- en verantwoordingscyclus, gebaseerd op een gezamenlijk concessiebeleidsplan. Dit vereenvoudigt de aansturing van de huidige dertien zelfstandige regionale omroepen. Op 16 maart 2016 is de wet tot wijziging van de Mediawet 2008 in verband met het toekomstbestendig maken van de publieke mediadienst tot stand gekomen.1 Deze wet is op 31 maart 2016 in werking getreden. Op grond van de bepalingen die bij die wet in de Mediawet 2008 zijn opgenomen, wijst de Minister een stichting aan als RPO (artikel 2.60a Mediawet 2008). De RPO krijgt bevoegdheden toegekend voor de gezamenlijke regionale publieke omroepen op het terrein van de strategiebepaling en beleidsontwikkeling. De organen van de RPO zijn een raad van toezicht en een bestuur. De RPO is belast met de voorbereidende taken die nodig zijn om vanaf 2017 één gezamenlijke financieringslijn, begrotings- en verantwoordingscyclus en gezamenlijk beleid voor de regionale omroep voor de concessieperiode 2017–2020 te hebben.

Aanvankelijk bestond het voornemen om het bestaande samenwerkingsverband van de regionale omroepen ROOS aan te wijzen als RPO. ROOS is op dit moment het overleg- en samenwerkingsorgaan van de dertien regionale omroepen. Met de aanwijzing zou ROOS een bestuurlijke herstructurering ondergaan en wettelijke taken en bevoegdheden krijgen. ROOS zou dus een andere organisatie worden. Omdat de wetgeving omtrent de derde fase van de modernisering van de regionale omroep nog in procedure is, vindt ROOS het bij nader inzien bezwaarlijk om een onomkeerbare situatie te creëren door ROOS als belangenorganisatie nu al om te vormen tot RPO. Daarom heeft ROOS het initiatief genomen om een nieuwe stichting op te richten voor de uitvoering van de RPO-taken. Dat heeft ook als voordeel dat deze stichting een frisse start kan maken met de herstructurering van de regionale omroep zonder de last van het reorganiseren van een bestaande organisatie. Deze stichting wordt in dit besluit aangewezen als RPO.

Derde stap

De derde stap in de herstructurering van de regionale omroep zal wettelijk zijn beslag krijgen in een volgende voorstel van wet tot modernisering van de regionale publieke omroep. In deze derde stap van modernisering zal de RPO als ongedeelde organisatie belast worden met de uitvoering van de publieke mediaopdracht op regionaal niveau. Op dat moment zal een einde komen aan de situatie dat dertien zelfstandige regionale media-instellingen op basis van een eigen wettelijke aanwijzing belast zijn met de publieke mediaopdracht op regionaal niveau.

Zowel de vorming van de RPO op basis van de wet van 16 maart 2016 als het komende wetsvoorstel zijn een uitwerking van het plan van ROOS en de regionale publieke media-instellingen en de kabinetsreactie op dit plan.2

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Staatsblad 2016, 114. Zie voor de parlementaire behandeling Kamerstukken II, vergaderjaar 2014/15, 34 264 en Kamerstukken I, vergaderjaar 2015/16, 34 264

X Noot
2

Kamerstukken II 2015/16, 32827, nr. 78.

Naar boven