Gemeenschappelijke regeling Sallcon

Logo Deventer

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Deventer en Olst-Wijhe, ieder voor zover voor de eigen gemeente bevoegd

Overwegende dat

De gemeenten Deventer en Olst-Wijhe verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de

Participatiewet en de WSW.

De gemeenten Deventer en Olst-Wijhe de uitvoeringstaak beleggen bij de GR Sallcon.

Gelet op

Hoofdstuk I van de Wet gemeenschappelijke regelingen,

de toestemming van de gemeenteraden van Deventer en Olst-Wijhe, op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen,

Besluiten

de navolgende gemeenschappelijke regeling te treffen:

Gemeenschappelijke regeling Sallcon

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Sallcon: de bedrijfsvoeringsorganisatie, bedoeld in artikel 3, conform artikel 8, derde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

b. bestuur: het bestuur van Sallcon, bedoeld in artikel 4;

c. colleges: de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten;

d. gemeenten: de gemeenten Deventer en Olst-Wijhe;

e. raden: de gemeenteraden van de gemeenten;

f. regeling: de gemeenschappelijke regeling Sallcon, en

g. voorzitter: de voorzitter van het bestuur, bedoeld in artikel 6.

Artikel 2: Belang

De regeling wordt getroffen voor het kwalitatief hoogwaardig en doelmatig uitvoeren of doen uitvoeren van de taken van de colleges op basis van de Participatiewet en de Wet sociale werkvoorziening.

Hoofdstuk 2: Bedrijfsvoeringsorganisatie

Artikel 3: Bedrijfsvoeringsorganisatie

1. Er is een bedrijfsvoeringsorganisatie, genaamd Sallcon.

2. Sallcon is gevestigd te Deventer.

Artikel 4: Samenstelling Bestuur

1. Het bestuur bestaat uit vier leden. De colleges wijzen uit hun midden ieder de portefeuillehouder financiën en de portefeuillehouder werk en inkomen als lid van het bestuur aan.

2. De leden van het bestuur hebben ieder één stem.

3. Het bestuur beslist bij unanimiteit.

4. Indien de stemmen ten aanzien van een specifiek onderwerp duurzaam staken, wordt de geschillenregeling, genoemd in artikel 22, van kracht.

5. De colleges wijzen voor ieder door hen aangewezen lid tevens een plaatsvervangend lid uit hun midden aan, dat het lid bij afwezigheid in het bestuur kan vervangen.

Artikel 5: Reglement van orde

1. Het bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en werkzaamheden vast.

2. Het bestuur vergadert jaarlijks tenminste viermaal.

Artikel 6: Voorzitter

1. Het bestuur wijst jaarlijks uit zijn midden een voorzitter aan.

2. De voorzitter ondertekent de stukken die van het bestuur uitgaan.

3. De voorzitter is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de vergaderingen van het bestuur en tevens voor de vergaderorde binnen het bestuur, onverminderd het bepaalde bij of krachtens artikel 5.

4. Het bestuur kan de voorzitter machtigen om namens het bestuur te handelen.

Artikel 7: Secretaris

1. Het bestuur heeft een secretaris. De secretaris is tevens de directeur van Sallcon.

2. Het bestuur benoemt, schorst en ontslaat de secretaris. De secretaris mag niet lid zijn van het bestuur.

3. De secretaris is bij de vergaderingen van het bestuur aanwezig en staat het bestuur bij in de uitvoering van zijn taken.

4. De secretaris medeondertekent de stukken die van het bestuur uitgaan.

Artikel 8: Directeur en leiding organisatie

1. De directeur, bedoeld in artikel 7, eerste lid, is onder verantwoordelijkheid van het bestuur belast met de leiding van Sallcon en met de zorg voor een juiste taakvervulling door Sallcon.

2. Het bestuur kan de instructies aan de directeur vastleggen.

Hoofdstuk 3: Taken en verantwoording

Artikel 9: Taken

1. Sallcon kan taken uitvoeren, of doen uitvoeren, die betrekking hebben op de uitvoering van de Participatiewet en de Wet sociale werkvoorziening, namens de colleges van de gemeenten.

2. De uitvoering van de taken, bedoeld in het eerste lid, kan mede inhouden dat werknemers ingevolge artikel 1, eerste lid, Wet sociale werkvoorziening en personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet in dienst treden bij Sallcon althans een directe of indirecte dochteronderneming van Sallcon.

3. Sallcon komt met elke gemeente een dienstverleningsovereenkomst overeen waarin wordt gespecificeerd welke taken Sallcon voor die gemeente uitvoert of doet uitvoeren en onder welke inhoudelijke en financiële voorwaarden dit plaatsvindt. Aan dit lid wordt geacht te zijn voldaan indien een directe of indirecte dochteronderneming van Sallcon met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid een overeenkomst die ziet op taakuitvoering sluit met een gemeente.

Artikel 10: Bevoegdheden

1. De colleges dragen geen bevoegdheden over aan het bestuur.

2. Alle bevoegdheden die bij of krachtens enige wet van toepassing zijn op Sallcon komen toe aan het bestuur.

3. De colleges dragen er zorg voor dat zij de directeur bedoeld in artikel 7, eerste lid, dan wel functionarissen van Sallcon de benodigde mandaten, volmachten en machtigingen geven die Sallcon nodig heeft voor de uitvoer van de taken, bedoeld in artikel 9, eerste lid. Voornoemde mandaten, volmachten en machtigingen worden verleend in de dienstverleningsovereenkomst, bedoeld in het derde lid.

4. Het bestuur besluit slechts tot oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raden in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het bestuur te brengen.

Artikel 11: Verantwoording

1. Een lid van het bestuur legt aan het college dat hem heeft aangewezen verantwoording af over het door hem in het bestuur gevoerde beleid. Het lid kan zowel mondeling als schriftelijk verantwoording afleggen.

2. Een lid van het bestuur verstrekt het college dat hem heeft aangewezen alle door een of meer leden van dat college gevraagde inlichtingen De inlichtingen worden mondeling of schriftelijk verstrekt.

3. Het eerste en tweede zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de verantwoording en inlichtingen aan de raden.

4. Een lid van het bestuur kan door het college dat hem heeft aangewezen worden ontslagen indien dit lid niet langer het vertrouwen van dat college bezit.

Hoofdstuk 4: Financiën

Artikel 12: Gemeentewet

De artikelen 186 tot en met 213 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing, voor zover daarvan bij of krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen niet is afgeweken.

Artikel 13: Financiële verantwoordelijkheid

1. De gemeenten dragen er zorg voor dat Sallcon te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.

2. Indien een gemeente weigert deze uitgaven op de gemeentelijke begroting te zetten, dan doet het bestuur onverwijld aan gedeputeerde staten van Overijssel het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet.

3. Het bestuur stelt een bijdrageverordening vast, waarin in elk geval wordt geregeld op welke wijze en in welke mate de gemeenten financieel bijdragen aan de middelen voor instandhouding van Sallcon, en op welke wijze de gemeenten garant staan ervoor dat Sallcon per taak over voldoende middelen beschikt om aan zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.

4. Elke gemeente draagt de integrale kosten voor de taken die hij afneemt van Sallcon, op basis van artikel 9, eerste lid. De nadere financieringsafspraken worden opgenomen in de dienstverleningsovereenkomst, bedoeld in artikel 9, derde lid.

Artikel 14: Kadernota

Het bestuur zendt uiterlijk 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders aan de raden.

Artikel 15: Zienswijzenprocedure en vaststelling begroting

1. Het bestuur zendt de ontwerp-begroting ten minste acht weken voordat deze wordt vastgesteld toe aan de raden.

2. De ontwerp-begroting wordt door de zorg van de colleges voor een ieder ter inzage gelegd en, tegen betaling van de kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld.

3. De raden kunnen bij het bestuur hun zienswijze over de ontwerp-begroting naar voren brengen.

4. Het bestuur stelt de begroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient.

5. Na vaststelling van de begroting zendt het bestuur de begroting aan de raden, die ter zake bij gedeputeerde staten van Overijssel hun zienswijze naar voren kunnen brengen.

6. Het bestuur zendt de begroting binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval voor 1 augustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan gedeputeerde staten van Overijssel.

7. Het eerste, derde en vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting, met uitzondering van die wijzigingen van de begroting waarbij geen wijziging wordt gebracht in de bijdragen van de gemeenten. Het bepaalde in het vierde en zesde lid is van toepassing, met dien verstande dat wijzigingen in de begroting ook kunnen worden vastgesteld gedurende het jaar waarvoor de begroting geldt, en in dat geval inzending aan gedeputeerde staten binnen vier weken na vaststelling plaatsvindt.

Artikel 16: Jaarrekening

1. Het bestuur stelt de jaarrekening vast in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft.

2. Het bestuur zendt voor 15 april van het jaar na het jaar waarvoor de jaarrekening dient, een voorlopige jaarrekening aan de raden.

3. Het bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval voor 15 juli van het jaar volgende waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan gedeputeerde staten van Overijssel.

Hoofdstuk 5: Bepalingen over de regeling

Artikel 17: Duur

De regeling wordt getroffen voor onbepaalde tijd.

Artikel 18: Toetreding

1. Andere colleges, dan die bedoeld in artikel 1, onder c, kunnen een verzoek tot toetreding indienen bij het bestuur.

2. Het bestuur zendt het verzoek tot toetreding onverwijld door aan de colleges.

3. De toetreding is tot stand gekomen indien de beoogd toetreder en de colleges, onverminderd het bepaalde in artikel 50, tweede en derde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, daartoe besluiten.

4. Het bestuur kan voorwaarden verbinden aan de toetreding, voordat over de toetreding wordt besloten.

Artikel 19: Uittreding en opheffing

1. Een college richt een verzoek tot uitreding aan het bestuur. Het bestuur neemt het verzoek tot uitreding in behandeling en besluit over de condities en voorwaarden voor uittreding. Indien na uitreding slechts een college deelnemer blijft aan deze regeling is een verzoek tot uitreding een verzoek tot opheffing.

2. Een college dient een verzoek tot uittreding een volledig kalenderjaar voorafgaand aan de beoogde ingangsdatum van de uittreding aanhangig te maken bij het bestuur. Het bestuur kan een college ontheffing verlenen van de termijn van een volledig kalenderjaar als hiervoor bedoeld.

3. Bij het vaststellen van de condities en voorwaarden voor uitreding baseert het bestuur zich op de kosten van desintegratie en voor zover van toepassing beëindiging van de activiteiten van Sallcon, de kosten die Sallcon maakt voor de dienstverlening aan de betreffende gemeente, de door die gemeente verschuldigde betalingen aan Sallcon en de inbreng van de betreffende gemeenten.

Artikel 20: Wijziging

1. Het bestuur kan een voorstel voor wijziging van de regeling aan de colleges zenden.

2. De regeling is gewijzigd indien de colleges met de wijziging instemmen, onverminderd het bepaalde in artikel 1, tweede en derde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Hoofdstuk 6: Slotbepalingen

Artikel 21: Inzenden regeling en bekendmaking

1. Het college van Deventer zendt deze regeling aan gedeputeerde staten van Overijssel.

2. Het college van Deventer draagt zorg voor de bekendmaking van de regeling in de gemeenten, onverminderd het bepaalde in artikel 26, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 22: Geschillen

1. Indien tussen de colleges een geschil ontstaat over de interpretatie of uitvoering van de regeling, spant het bestuur zich sterk in om een en ander minnelijk met elkaar op te lossen.

2. Indien een minnelijke oplossing niet wordt bereikt, wordt het geschil voorgelegd aan een commissie van deskundigen die een niet bindend advies uitbrengt.

4. De commissie van deskundigen, bedoeld in het vorige lid wordt als volgt samengesteld. Elk college wijst een deskundige aan en de aangewezen leden wijzen samen een derde deskundige als voorzitter van de commissie aan.

5. Op basis van het advies van de commissie van deskundigen hervat het bestuur het overleg in een streven tot een oplossing in der minne te komen. Wanneer een van beide colleges, kan zij een procedure aanspannen bij de daartoe bevoegde rechter in het arrondissement Overijssel.

6. Elke gemeente draagt de eigen kosten, voortvloeiend uit de procedures betreffende dit artikel.

Artikel 23: Archief

1. Het bestuur is verplicht de onder hem berustende archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren, alsmede zorg te dragen voor de vernietiging van daarvoor in aanmerking komende archiefbescheiden.

2. Overeenkomstig een door het bestuur vast te stellen verordening, die aan gedeputeerde staten van Overijssel wordt medegedeeld, draagt het bestuur zorg voor de archiefbescheiden van Sallcon.

3. De kosten, verbonden aan de uitoefening van de in het tweede lid bedoelde zorg, komen ten laste van Sallcon.

4. Voor de bewaring van de op grond van artikel 12, eerste lid, en artikel 13, eerste lid, van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden wijst het bestuur een archiefbewaarplaats van een van de gemeenten aan.

5. Ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden van het bestuur, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats, is, onder de bevelen van het bestuur, met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Archiefwet 1995 belast de archivaris. Met betrekking tot dit toezicht stelt het bestuur een verordening vast, die aan gedeputeerde staten van Overijssel wordt medegedeeld.

6. De archivaris wordt door het bestuur benoemd, geschorst en ontslagen.

7. In afwijking van het vorige lid kan het bestuur ook de archivaris van de gemeente, bedoeld in het vierde lid, aanwijzen als archivaris van Sallcon.

Artikel 24: Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking overeenkomstig artikel 21, tweede lid, onverminderd het bepaalde in artikel 26, derde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 25: Citeerwijze

De regeling wordt aangehaald als Gemeenschappelijke regeling Sallcon.

Naar boven