ARTIKEL I
De Subsidieregeling AMIF en ISF 2014–2020 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt op alfabetische volgorde ingevoegd:
- • internationale organisatie:
-
een organisatie als bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de Gedelegeerde Verordening
(EU) Nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012, houdende uitvoeringsvoorschriften
voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad
tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting
van de Unie;
B
In artikel 3, eerste lid, wordt ‘Directie Regie’ vervangen door: Directie Regie Vreemdelingenketen.
C
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt ‘1.’
2. Het tweede lid vervalt.
D
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt ‘martkconformiteit’ vervangen door: marktconformiteit.
2. Na het negende lid worden twee leden toegevoegd, luidende:
-
10. Voor internationale organisaties is het eerste lid, onderdeel a, niet van toepassing.
Voor internationale organisaties bestaan de directe loonkosten uit:
-
a. de eigenlijke salarissen, mits deze kosten het gebruikelijke loonbeleid van de subsidieontvanger
weerspiegelen;
-
b. sociale zekerheidsbijdragen mits deze kosten het gebruikelijke loonbeleid van de subsidieontvanger
weerspiegelen;
-
c. andere statutaire kosten, mits deze kosten het gebruikelijke loonbeleid van de subsidieontvanger
weerspiegelen, en
-
d. voorzieningen ter dekking van statutaire verplichtingen en rechten in verband met
de bezoldiging.
-
11. Voor internationale organisaties is het tweede lid niet van toepassing. Voor internationale
organisaties worden de directe projectkosten, bedoeld in het eerste en tiende lid,
verhoogd met een opslag van 7% ter dekking van de indirecte kosten.
E
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel f wordt na ‘verblijfskosten’ ingevoegd: met uitzondering van binnenlandse
verblijfskosten van uit het buitenland afkomstige deelnemers van voor het project
noodzakelijke bijeenkomsten die in Nederland plaatsvinden.
2. In onderdeel k wordt na ‘internet’ ingevoegd: ten behoeve van de uitvoering van het
project.
3. In onderdeel m wordt na ‘natura’ ingevoegd: ten behoeve van de cofinanciering van
het project.
F
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
-
1. Indien de projectduur langer is dan 12 maanden wordt jaarlijks op 15 november onder
gebruikmaking van het daartoe door de minister ten behoeve van een project op het
gebied van een actie als bedoeld in artikel 4, onderdelen a tot en met c, elektronisch
beschikbaar gestelde formulier een voortgangsrapportage ingediend, waarin rekening
en verantwoording wordt afgelegd over de voortgang van het project waarover subsidie
is verleend. Voor de overige projecten wordt een voortgangsrapportage ingediend onder
gebruikmaking van een daartoe door de minister niet-elektronisch beschikbaar gesteld
formulier
2. Het tweede tot en met vierde lid worden vernummerd tot vierde tot en met zesde lid.
3. Er worden twee leden ingevoegd, luidende:
-
2. De voortgangsrapportage, bedoeld in het eerste lid, ziet op de periode vanaf de startdatum
van het project tot en met 15 oktober. Vervolgens wordt steeds gerapporteerd over
de aansluitende periode vanaf 16 oktober tot en met 15 oktober, of zoveel korter tot
de einddatum van het project.
-
3. De subsidieontvanger verstrekt naast de voortgangsrapportage op verzoek aan de minister
informatie over de voortgang.
G
Na artikel 21 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 21a
Deze regeling berust mede op artikel 48a, vierde lid, van de Wet Justitie-subsidies.
H
In bijlage C, artikel C5, onderdeel j wordt ‘het alternatieven’ vervangen door: het
onderzoeken van alternatieven.
I
In bijlage C, artikel C6, vervalt ‘1.’.
J
Bijlage C, artikel C8, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt ‘1.’
2. Het tweede lid vervalt.
K
Bijlage D, artikel D6, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt ‘1.’
2. Het tweede lid vervalt.
L
Bijlage E, artikel E5, komt te luiden:
Artikel E5. Subsidiabele activiteiten
Een project is uitsluitend gericht op het implementeren van niveau 1 of 2 van het
Europees opleidingsprogramma voor Rechtshandhaving, waaronder het ontwikkelen en onderhouden
van een e-learning module ter implementatie van niveau 1 van het Europees opleidingsprogramma
voor Rechtshandhaving, het opzetten van de inhoudelijke kant van de training voor
niveau 1 en 2 en het ontwikkelen van trainingen om met de e-learning module te kunnen
werken.
M
Bijlage F, artikel F4, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt na ‘ICT-voorziening’ ingevoegd: , het Nationaal Verwijzingsmechanisme.
2. In onderdeel b wordt na ‘trainingsmodule’ ingevoegd: in de vorm van een e-learning
ten behoeve van het vergroten van de slachtoffer oriëntatie van de politieambtenaren,
zowel uitvoerend als leidinggevend.
3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma wordt
een onderdeel toegevoegd, luidende:
N
Bijlage G, artikel G6, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt ‘1. ‘
2. Het tweede lid vervalt.
O
In bijlage H, artikel H2, wordt ’12 mei 2015, 9.00 uur, tot en met 12 juni 2015, 17.00
uur’ vervangen door: 1 februari 2016, 09.00 uur, tot en met 31 december 2018, 17.00
uur.
P
Bijlage H, artikel H4, vervalt.
Q
Bijlage H, artikel H5, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a, wordt ‘de ontwikkeling van behandelprofielen voor visa’ vervangen
door: het ontwikkelen, implementeren en operationaliseren van een computergestuurd
alerteringssysteem voor gebruik in het proces van besluitvorming rond het verstrekken
van Schengenvisa.
2. In onderdeel f wordt ‘een immigration liaison officer of het netwerk van immigration
liaison officers’ vervangen door: een immigratieverbindingsfunctionaris, een verbindingsfunctionaris
gericht op het voorkomen van migratie gerelateerde criminaliteit of het netwerk van
immigratieverbindingsfunctionarissen.
3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma wordt
een onderdeel toegevoegd, luidende:
ARTIKEL II
-
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
-
2. In afwijking van het eerste lid werkt artikel I, onderdelen D en E, terug tot en
met 1 januari 2015.
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling tot wijziging van de Subsidieregeling AMIF en ISF 2014–2020 bevat onder
andere een aanpassing van de regels over cofinanciering, aanvullende regels voor de
subsidiabele kosten voor internationale organisaties en aanpassingen in de regels
voor niet subsidiabele kosten. Voorts zijn een aantal artikelen in de bijlagen in
lijn gebracht met de nationale programma’s.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A (artikel 1)
Ter verduidelijking is een definitie van een is de definitie van een internationale
organisatie opgenomen. Deze definitie is ontleend aan artikel 43, eerste lid, van
de Verordening (EG, Euratom) Nr. 1268/2012 Gedelegeerde Verordening (EU) Nr. 1268/2012
van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening
(EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling
van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie
Onderdeel B (artikel 3, eerste lid)
Met ingang van 1 januari 2015 is de naam van de Directie Regie van het Ministerie
van Veiligheid en Justitie vervangen door de Directie Regie Vreemdelingenketen. Deze
aanpassing is in de regeling verwerkt.
Onderdelen C, J, K en N (artikel 11, tweede lid, bijlage C, artikel C8, bijlage D,
artikel D6 en bijlage G, artikel G6)
Het tweede lid van artikel 11 en de artikelen in de bijlagen C, D en G vervallen omdat
deze niet overeenkomen met de te hanteren praktijk. Deze is als volgt.
In de subsidieverlening is een financieringstabel opgenomen waarin is aangegeven of
de cofinanciering door derden absoluut of naar rato is toegekend. Bij de vaststelling
van de subsidie zijn de gegevens uit de beschikking tot subsidieverlening of de herziene
beschikking leidend. Het is dus belangrijk om te controleren of de gegevens in de
financieringstabel juist zijn. De cofinanciering dient in de vaststellingsrapportage
weergegeven te worden volgens de werkelijke realisatie. Indien cofinanciers hun toezegging
niet nakomen, kan dit niet leiden tot verhoging van de subsidie. Het risico voor eventuele
onderfinanciering na afloop van het project ligt bij de subsidieaanvrager. Omdat de
subsidie een restfinanciering betreft, is deze altijd de laagste van de volgende drie
bedragen:
-
(1) Het in de subsidieverlening vermelde maximumbedrag.
-
(2) Het in de subsidieverlening vermelde percentage van de totale subsidiabele kosten
(50%, 75% of 90%).
-
(3) Het verschil tussen de totale subsidiabele kosten enerzijds en de bijdrage van derden
en door het project gegenereerde ontvangsten anderzijds (non-profit beginsel).
Onderdelen D, H, I (artikelen 12, vijfde lid, bijlage C, artikel C5, onderdeel j,
bijlage C, artikel C6)
De aanpassingen in deze onderdelen zijn van taalkundige of wetgevingstechnische aard.
Onderdeel D (artikel 12, tiende en elfde lid (nieuw))
Door toevoeging van het tiende lid wordt het voor internationale organisaties mogelijk
om de directe loonkosten te berekenen op basis van de werkelijk gemaakte kosten.
Door toevoeging van het elfde lid wordt voor internationale organisaties bepaald dat
de opslag ter dekking van de indirecte kosten 7% van de indirecte projectkosten bedraagt.
Onderdeel E (artikel 13, onderdeel f, k en m)
In enkele projecten worden onder andere congressen, workshops en terugkomdagen georganiseerd
waaraan deelnemers afkomstig uit het buitenland deelnemen. Volgens onderdeel f kunnen
binnenlandse reiskosten en verblijfskosten niet worden opgevoerd, waardoor een onevenredige
werklast in de vorm van het administreren en controleren van losse bonnetjes wordt
voorkomen. Hierop wordt een uitzondering gemaakt voor binnenlandse verblijfskosten
van de uit het buitenland afkomstige deelnemers, aangezien deze verblijfskosten in
een keer worden geregeld.
De uitzondering in onderdeel k is toegevoegd zodat verbruiksgoederen en dergelijken
die aan terugkeerders worden meegegeven subsidiabel zijn.
In onderdeel m is verduidelijkt dat onder de kostenpost specifieke uitgaven in verband
met doelgroepen bijdragen of uitgaven in natura wel subsidiabel zijn.
Onderdeel F (artikel 17, eerste lid)
Ieder jaar (met als peildatum 15 oktober van het voorafgaande jaar) moet de Verantwoordelijke
Autoriteit op 31 maart het uitvoeringsverslag AMIF en ISF over de voortgang van de
fondsen in het afgelopen jaar indienen bij de Europese Commissie. Onderdeel daarvan
zijn cijfers en gegevens in het kader van de zogenoemde ‘gemeenschappelijke indicatoren’
die als bijlage van de AMIF en 2 ISF verordeningen zijn opgenomen. Tijdens het opstellen
van de Subsidieregeling AMIF en ISF 2014–2020 was nog onvoldoende duidelijk hoe de
rapportage van deze ‘gemeenschappelijke indicatoren’ aan de Europese Commissie er
concreet uit zou gaan zien. Omdat dit inmiddels is vastgesteld is artikel 17, eerste
lid, afgestemd op deze rapportageverplichting.
Onderdelen L en M (bijlage E, artikel E5 en bijlage F, artikel F4)
Met de aanvullingen op artikel E5 en F4 is de tekst van deze artikelen in lijn gebracht
met het nationaal programma ISF, onderdeel Politie.
Onderdeel O (bijlage H, artikel H2)
Door deze wijziging van het tijdvak wordt het mogelijk om aanvragen om subsidie voor
subsidiabele activiteiten die zijn opgenomen in bijlage H aan te vragen in de periode
van 1 februari 2016, 09.00 uur, tot en met 31 december 2018, 17.00 uur.
Onderdeel P (bijlage H, artikel H4)
In bijlage H richten alle projecten in zijn algemeenheid op de personen die de buitengrenzen
overschrijden. Geen van de projecten heeft echter daadwerkelijk deelnemers in de zin
van de Subsidieregeling AMIF en ISF 2014–2020, aangezien dit niet in de aard van de
projecten ligt. Dezelfde redenering gaat op voor de bijlagen D, F en G, die ook geen
deelnemers kennen. Het tweede lid van artikel H4 vervalt dan ook.
Onderdeel Q (bijlage H, artikel H5, onderdeel a, f en m)
In onderdeel a is de aanpassing in het nationale programma ISF, onderdeel Buitengrenzen/Visa
verwerkt.
Vanwege de toevoeging aan het nationale programma ISF, onderdeel Buitengrenzen/Visa
van een project van de Koninklijke Marechaussee, waarbij migratie gerelateerde verbindingsfunctionarissen
worden ingezet, is onderdeel f aangepast. Door de nieuwe formuleringen worden alle
projectonderdelen in het nationale programma geborgd.
De activiteiten in het nieuwe onderdeel h zijn toegevoegd als actie aan het nationaal
programma ISF, onderdeel Buitengrenzen/Visa.
Artikel II
Artikel I, onderdelen D en E, werkt terug tot en met 1 januari 2015. Op 1 januari
2015 is de Subsidieregeling AMIF en ISF 2014–2020 voor subsidieaanvragen met betrekking
tot een project op het gebied van een actie als bedoeld in artikel 4, onderdelen d
tot en met h, in werking getreden. Aangezien de onderdelen D en E op deze subsidieaanvragen
van toepassing zijn werken deze terug tot en met 1 januari 2015.
De invoeringstermijn bedraagt minder dan twee maanden en de inwerkingtreding valt
niet op een vast verandermoment. Daarmee wijkt de inwerkingtreding af van het systeem
van vaste verandermomenten. Deze regeling betreft onder andere een aanpassing van
de regeling voor internationale organisaties, waarvoor afwijking is toegestaan, omdat
deze doelgroep daarbij gebaat is.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
G.A. van der Steur
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
K.H.D.M. Dijkhoff
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher