Bestemmingsplan Babberspolder Oost, 2e herziening (deelplan 6) en besluit hogere waarden Wet geluidhinder vastgesteld, Vlaardingen

Logo Vlaardingen

Burgemeester en wethouders maken ingevolge het bepaalde in artikel 3.8 juncto 3.30 t/m 3.32 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en artikel 110 c Wet geluidhinder (Wgh) het volgende bekend.

 

Bestemmingsplan

 

De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 21 april 2016 het bestemmingsplan Babberspolder Oost, 2e herziening (deelplan 6) vastgesteld. Het plangebied is globaal gesitueerd tussen de Seringenstraat, de Salviastraat, het Speeleiland en Park ’t Nieuwelant. Het plan betreft de voorgenomen realisatie van 75 woningen in deelplan 6 van Babberspolder Oost, ofwel het Vlaardings Geluk III.

 

Besluit hogere waarden Wgh

 

Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat ten gevolge van de rijksweg A4 de geluidbelasting op de woningen de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting van 48 dB overschrijdt. De maximaal berekende geluidbelasting op een woning bedraagt 53 dB. De geluidbelasting op het appartementengebouw is maximaal 61 dB. Op 9 maart 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders besloten tot het vaststellen van de hogere waarden. Dat besluit is hierbij bekendgemaakt.

 

Inzage

 

Het raadsbesluit R.nr. 13.2 van 21 april 2016, de bijbehorende Staat van wijzigingen, alsmede het vastgestelde bestemmingsplan, alsmede het besluit hogere waarden Wet geluidhinder liggen met ingang van 4 mei 2016, gedurende een termijn van 6 weken ter inzage op de volgende locaties:

  • a.

    bij het Stadskantoor aan Westnieuwland 6, maandag t/m vrijdag tijdens openingsuren van 8.00 – 17.00 uur;

  • b.

    Het digitale bestemmingsplan en het besluit hogere waarden Wgh zijn raadpleegbaar en beschikbaar gesteld op www.ruimtelijkeplannen.nl. De planidentificatie is NL.IMRO.0622.0251bpBabo2015-0030.

 

Gedurende voornoemde termijn van 6 weken, van 4 mei 2016 t/m 14 juni 2016, kan tegen de afzonderlijke besluiten beroep worden ingesteld bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA te Den Haag, door een belanghebbende die aantoont dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest overeenkomstig artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening tijdig zijn zienswijze bij de gemeenteraad kenbaar te maken.

 

Tevens is het mogelijk gedurende de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, indien een spoedeisend belang zulks vereist. In dat geval treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. Voor zowel het instellen van beroep als het verzoeken om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

 

Vlaardingen, 3 mei 2016

Burgemeester en wethouders van Vlaardingen

 

Naar boven