Verkeersbesluit Opheffing verplicht fietspad Polderweg

Logo Amsterdam - Oost

Z-16-26281

Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie stadsdeel Oost,

gelet op:

- de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw 1994);

- het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

- het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW);

- de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

- de Verordening op de bestuurscommissies 2013 van de gemeente Amsterdam en het daarbij behorende bevoegdhedenregister;

- het Mandaatbesluit van het algemeen bestuur van de bestuurs­commissie Oost, d.d. 27 maart 2014;

- het Mandaatbesluit dagelijks bestuur en voorzitter Stadsdeel Oost 2015;

 

overwegende:

- dat in 2014, bij de reconstructie van de Polderweg in het kader van de inrichting van de openbare ruimte in het gebied "Oostpoort", aan de zuidzijde van de Polderweg, tussen de Linnaeusstraat en de ingang van de parkeergarage, een speciaal weggedeelte als fietspad is aangelegd;

- dat dit weggedeelte bij verkeersbesluit d.d. 12 december 2014, nr. Z-14-04149, is aangewezen als verplicht fietspad, in de richting van west naar oost;

- dat in de praktijk is gebleken, dat - mede gezien de ligging van het fietspad - het fietspad nauwelijks wordt gebruikt en dat dit tot onduidelijke verkeerssituaties leidt;

- dat het daarom beter is dit fietspad op te heffen en te verwijderen;

- dat de Polderweg deel uitmaakt van een 30 km. zone, en dat binnen een 30 km. zone een vrijliggend fietspad niet gebruikelijk, en in ieder geval niet verplicht is;

- dat fietsers gebruik kunnen maken van de rijbaan, net zoals in de richting van oost naar west, en net zoals op het overige gedeelte van de Polderweg;

 

voorts overwegende:

- dat aan dit besluit belangen genoemd in artikel 2 lid 1 van de Wvw 1994 ten grondslag liggen;

- dat het in artikel 24 van het BABW bedoelde overleg met de vertegenwoordiger van de korpschef van politie heeft plaatsgevonden, waarbij deze bij emailbericht van 25 april 2016 heeft verklaard verkeerstechnisch geen bezwaar te hebben tegen het nemen van dit besluit;

- dat de Polderweg geen deel uitmaakt van het Hoofdnet Auto of het Hoofdnet Rail, dat dit weg­gedeelte gelegen is binnen de grenzen van het stadsdeel Oost, en het geen grootstedelijk project of een stedelijke taak of stedelijk belang betreft, zodat de bestuurs­commissie Oost bevoegd is tot het nemen van een verkeersbesluit;

 

 

BESLUIT

 

  • I.

    het als fietspad aangelegde weggedeelte aan de zuidzijde van de Polderweg, tussen de Linnaeusstraat en de ingang van de parkeergarage, op te heffen en te verwijderen, en toe te voegen aan de rijbaan.

     

  • II.

    door het verwijderen van de borden conform model G 11 en G 12 van Bijlage 1 van het RVV 1990:

    het verkeersbesluit d.d. 12 december 2014, nr. Z-14-04149, waarbij het bovengenoemde weggedeelte is aangewezen als verplicht fietspad, in te trekken.

     

  • III.

    te bepalen dat het Besluit nr. I. in werking treedt met ingang van de dag nadat een termijn van zes weken na de dag waarop het besluit is bekend gemaakt, is verstreken, conform artikel 27 van het BABW.

     

  • IV.

    te bepalen dat het Besluit nr. II in werking treedt met ingang van de dag waarop het opheffen en verwijderen van het fietspad daadwerkelijk een aanvang neemt.

 

Amsterdam, 26 april 2016.

Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie stadsdeel Oost,

namens deze,

w.g. Iris Reuselaars

afdelingsmanager afdeling Beheer Openbare Ruimte (Heel)

 

Bezwaar.

Bent u het niet eens met dit besluit? En bent u belanghebbende? Dan kunt u een bezwaarschrift indienen.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit in de Staatscourant kunt u een bezwaarschrift sturen naar:

Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost

t.a.v. de afdeling Juridisch Bureau

Postbus 94801, 1090 GV Amsterdam.

Vermeld in uw bezwaarschrift:

 

  • 1.

    uw naam en adres

  • 2.

    telefoonnummer

  • 3.

    een duidelijke omschrijving tegen welk besluit u bezwaar maakt (stuur een kopie mee of noem het kenmerk van het besluit);

  • 4.

    de redenen van uw bezwaar;

  • 5.

    datum en handtekening.

     

    Dient iemand anders namens u een bezwaarschrift in? Stuur dan een volmacht mee.

     

    Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Het besluit blijft dus gelden.

    Is dit voor u nadelig en kunt u de afloop van de bezwaarprocedure niet afwachten?

    Dan kunt u, als u een bezwaarschrift hebt ingediend, om een voorlopige voorziening vragen bij:

    De Voorzieningenrechter van de Rechtbank te Amsterdam, sector Bestuursrecht

    Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam

    Voor het indienen van dit verzoekschrift is griffiegeld verschuldigd.

     

Naar boven