Wijzigingsbesluit "Wijziging Gemeenschappelijke Regeling werkorganisatie gemeenten Pekela en Veendam 2015"

Logo Veendam

 

De colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Pekela en Veendam, ieder voor zover het hun eigen bevoegdheden betreft;

gelet op het besluit van de raad van de gemeente Pekela 27 oktober 2015, en het besluit van de raad van de gemeente Veendam van 22 februari 2016;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet;

BESLUITEN :

I. De Gemeenschappelijke Regeling werkorganisatie gemeenten Pekela en Veendam als volgt te wijzigen en vast te stellen:

A.A. Artikel 1 (Begripsbepalingen)

Lid 1sub o vervalt.

A.B. Artikel 4a (Overdragen bevoegdheden)

Aan lid 1 wordt tekst toegevoegd, en dit lid komt te luiden als volgt:

Ter verwezenlijking van de in artikel 4 lid 1 van de Regeling bedoelde taken worden de bevoegdheden inzake de bedrijfsvoering van een ambtelijke organisatie, waaronder mede wordt verstaan het inrichten, het organiseren en het aansturen van een ambtelijk apparaat, overgedragen aan het Dagelijks Bestuur van het Openbaar Lichaam.

A.C. Artikel 8 (Samenstelling Algemeen Bestuur)

Lid 3 komt te luiden als volgt:

De burgemeesters van de deelnemende gemeenten zijn op grond van de wet lid van het Algemeen Bestuur. Het lidmaatschap eindigt van rechtswege, zodra men ophoudt burgemeester van de desbetreffende deelnemende gemeente te zijn.

A.D. Artikel 8 (Samenstelling Algemeen Bestuur)

Lid 3 (oud) wordt vernummerd naar lid 4, en komt te luiden als volgt:

De colleges van burgemeester en wethouders wijzen uit hun midden in onderling overleg de overige leden per gemeente aan.

A.E. Artikel 8 (Samenstelling Algemeen Bestuur)

Lid 4 (oud) wordt vernummerd naar lid 5, en komt te luiden als volgt:

De zittingsduur van de overige leden van het Algemeen Bestuur is gelijk aan die van de leden van de gemeenteraden. De leden van het Algemeen Bestuur blijven na het verstrijken van de in de vorige zin genoemde termijn hun functie waarnemen tot het tijdstip, dat de nieuwe leden (leden nieuwe colleges van burgemeester en wethouders) door de respectieve gemeenteraden zijn aangewezen. Het lidmaatschap eindigt van rechtswege, zodra men ophoudt wethouder van de desbetreffende deelnemende gemeente te zijn.

A.F. Artikel 10 (Bevoegdheden Algemeen Bestuur)

Dit artikel komt te luiden als volgt:

Aan het Algemeen Bestuur komen alle bevoegdheden toe, tenzij bij wet of in de Regeling anders is bepaald.

A.G. Artikel 11 (Samenstelling, benoeming, zittingsduur Dagelijks Bestuur)

Lid 2 komt te luiden als volgt:

Het Dagelijks Bestuur bestaat uit 4 leden, te weten de voorzitter en 3 aan te wijzen leden. Indien het aantal leden van het Algemeen Bestuur 6 bedraagt, bestaat het Dagelijks Bestuur uit 3 leden, te weten de voorzitter en 2 aan te wijzen leden. De aldus aan te wijzen leden van het Dagelijks Bestuur mogen niet allen afkomstig zijn uit dezelfde gemeente.

A.H. Artikel 12 (Werkwijze Dagelijks Bestuur)

Lid 4 wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

Op de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur zijn de artikel 54 tot en met 59a Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

A.I. Artikel 13 (Bevoegdheden Dagelijks Bestuur)

Artikel 13 komt te luiden als volgt:

1.1. Op grond van de bij wet toegekende bevoegdheden, is het Dagelijks Bestuur onder meer belast met het bestuur van het Openbaar Lichaam. Hiertoe behoort in ieder geval:

  • a.

    a. (vervallen)

  • b.

    b. (vervallen)

  • c.

    c. het beheer van de financiën van het Openbaar Lichaam;

  • d.

    d. de zorg voor de controle op het financiële beheer en de boekhouding van het Openbaar Lichaam;

  • e.

    e. (vervallen)

  • f.

    f. (vervallen)

  • g.

    g. (vervallen)

  • h.

    h. het houden van toezicht op alles wat de Werkorganisatie aangaat;

  • i.

    i. al die taken die horen bij het optreden van een (goed) werkgever.

  • j.

    2. Het Algemeen Bestuur kan aan het Dagelijks Bestuur bevoegdheden overdragen met uitzondering van:

  • k.

    a. het vaststellen, dan wel wijzigen van de begroting;

  • l.

    b. het vaststellen van de jaarrekening;

  • m.

    c. het vaststellen van de financiële beheer- en de controleverordening, zoals omschreven in de artikelen 212 en 213 Gemeentewet;

  • n.

    d. het vaststellen van (een) meerjarig(e) organisatieplan(nen);

  • o.

    e. (vervallen)

  • p.

    3. Het Dagelijks Bestuur kan bevoegdheden mandateren aan de Algemeen Directeur en doet daarvan melding aan het Algemeen Bestuur. Ondermandaat is toegestaan.

  • a.

    J. Artikel 14 (Informatieplicht)

De leden 1, 2 en 3 worden gewijzigd en komen te luiden als volgt:

  • a.

    1. Het Algemeen Bestuur geeft zo spoedig mogelijk na ontvangst van het daartoe strekkende verzoek aan de raden van de Deelnemers, door tussenkomst van het betreffende College van burgemeester en wethouders, de door één of meer leden van die Raden schriftelijk gevraagde inlichtingen, waarvan het verstrekken niet in strijd is met het algemeen belang.

  • a.

    2. Het Algemeen Bestuur geeft aan de raden van de Deelnemers, door tussenkomst van de respectievelijke Colleges van burgemeester en wethouders, eens per halfjaar ongevraagd alle inlichtingen die voor een juiste beoordeling van het door het Dagelijks Bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig zijn.

  • b.

    3. De Colleges van burgemeester en wethouders van de Deelnemers zijn gehouden het Algemeen Bestuur in kennis te stellen van de bij hen in voorbereiding zijnde plannen en/of maatregelen met betrekking tot de in artikel 4, lid 1 bedoelde taken, voor zover deze redelijkerwijs van belang kunnen zijn voor het functioneren van het Openbaar Lichaam.

  • a.

    K. Artikel 14a (Verantwoordings- en inlichtingenplicht jegens de colleges)

Er wordt een artikel 14a toegevoegd, dat komt te luiden als volgt:

  • a.

    1. Elk lid van het Algemeen Bestuur kan door het college dat hem heeft aangewezen, ter verantwoording worden geroepen voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid op de wijze bepaald in het Reglement van Orde van het betreffende college.

  • a.

    2. Elk lid van het Algemeen Bestuur dient aan het college dat hem heeft aangewezen, de door een of meer leden van dit college gevraagde inlichtingen te verstrekken op de wijze bepaald in het Reglement van Orde van het betreffende college.

  • b.

    3. Het college dat een lid heeft aangewezen kan dat lid te allen tijde als lid ontslaan als dat lid niet meer het vertrouwen van dat college bezit.

  • a.

    L. Artikel 14b (Verantwoordings- en inlichtingenplicht jegens de raden)

Er wordt een artikel 14b toegevoegd, dat komt te luiden als volgt:

Elk lid van het Algemeen Bestuur heeft voorts een informatie- en verantwoordingsplicht ten aanzien van de raad van de gemeente waaruit dat lid afkomstig is. Deze informatie- en verantwoordingsplicht wordt geregeld in het Reglement van Orde van de betreffende raad.

a.M. Artikel 18 (De Voorzitter)

Lid 4 wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

De zittingsperiode van de voorzitter is gelijk aan de raadsperiode, maar het Algemeen Bestuur kan met algemene stemmen besluiten van dit uitgangspunt af te wijken (zie ook artikel 11, lid 9).

a.N. Artikel 19 (De Algemeen Directeur, secretaris)

Lid 1 vervalt.

a.O. Artikel 23 (Directie)

Artikel 23 komt te luiden als volgt:

  • a.

    1. De dagelijkse leiding van het Openbaar Lichaam berust bij de Algemeen Directeur.

  • a.

    2. De Algemeen Directeur wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het Dagelijks Bestuur.

  • b.

    3. (vervallen)

  • c.

    4. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor de vervanging van de Algemeen Directeur bij afwezigheid van de Algemeen Directeur.

  • d.

    5. (vervallen)

  • e.

    6. De taken en bevoegdheden van de Algemeen Directeur worden vastgelegd in een door het Dagelijks Bestuur vast te stellen Directiestatuut; het Dagelijks Bestuur brengt dit Directiestatuut ter kennis van het Algemeen Bestuur.

  • f.

    7. De Algemeen Directeur verschaft minstens één keer per drie maanden die informatie aan het Dagelijks Bestuur die noodzakelijk is om het functioneren en de bedrijfsvoering van het Openbaar Lichaam te kunnen beoordelen.

  • a.

    P. Artikel 24 (Personeel)

Artikel 24 komt te luiden als volgt:

  • a.

    1. Het Dagelijks Bestuur beslist met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 21 en 22 van deze Regeling en binnen de kaders van het door het Algemeen Bestuur vastgestelde formatieplan over de benoeming en het ontslag van het personeel van het Openbaar Lichaam.

  • a.

    2. Het Dagelijks Bestuur stelt voor het personeel van De Kompanjie de arbeidsvoorwaardenregeling vast conform de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor het gemeentepersoneel (CAR-UWO), dan wel conform de gewijzigde collectieve arbeidsvoorwaardenregeling die daarvoor in de plaats komt.

  • b.

    3. (vervallen)

  • c.

    4. (vervallen)

  • d.

    5. Bij de overgang van personeel van de Deelnemers naar het Openbaar Lichaam zullen het Algemeen en Dagelijks Bestuur, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft, zorg dragen voor de verdere toepassing en uitvoering van het Sociaal Statuut.

  • a.

    Q. Artikel 30 (Begroting)

Artikel 30 komt te luiden als volgt:

  • a.

    1. Het Dagelijks bestuur zendt uiterlijk op 15 april de algemene en financiële kaders voor de begroting van het volgend begrotingsjaar en de voorlopige jaarrekening aan de raden.

  • a.

    2. Het Dagelijks Bestuur van het Openbaar Lichaam zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling, maar in ieder geval vóór 1 augustus van het jaar voorafgaand aan dat waarvoor de begroting dient, aan Gedeputeerde Staten.

  • b.

    3. Het Dagelijks Bestuur draagt er zorg voor dat de Planning- en Controlcyclus, de meerjarenbegroting op voor het Openbaar Lichaam, alsmede een ontwerpbegroting van inkomsten en uitgaven voor het komend dienstjaar, voorzien van de nodige toelichtingen en specificaties, zodanig wordt ingericht dat de datum van 1 augustus zoals in lid 1 opgenomen, wordt gehaald.

  • c.

    4. De in lid 2 bedoelde ontwerpbegroting is gebaseerd op de inhoud van de Contracten die de Deelnemers met het Openbaar Lichaam voor het lopende Dienstjaar hebben afgesloten.

  • d.

    5. Uiterlijk 1 april van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de (ontwerp)begroting zal dienen, zendt het Dagelijks Bestuur de voor het dan komende jaar te hanteren tarieven voor de te leveren diensten aan de Deelnemers.

  • e.

    6. Uiterlijk 15 april van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de (ontwerp)begroting dient, zendt het Dagelijks Bestuur de meerjarenbegroting en de ontwerpbegroting toe aan de Deelnemers.

  • f.

    7. De meerjarenbegroting en de ontwerpbegroting worden door de Deelnemers voor een ieder ter inzage gelegd en, tegen betaling van de kosten, algemeen ter beschikking gesteld. De ter inzage legging en de verkrijgbaarstelling van de stukken wordt openbaar bekend gemaakt.

  • g.

    8. De Raden van de Deelnemers kunnen binnen acht weken na toezending van de ontwerpbegroting via het College van burgemeester en wethouders het Dagelijks Bestuur van hun zienswijze(n) schriftelijk laten blijken.

  • h.

    9. Het Algemeen Bestuur stelt de begroting vast vóór 1 augustus.

  • i.

    10. De begroting wordt binnen twee weken na vaststelling door het Algemeen Bestuur aan de Colleges van burgemeester en wethouders en de raden toegezonden.

  • j.

    11. Op wijzigingen van de begroting zijn de voorafgaande bepalingen van dit artikel - met uitzondering van de genoemde data - van overeenkomstige toepassing. Wijzigingen in de vastgestelde begroting welke geen effect hebben op het begrootte financiële resultaat van het Openbaar Lichaam, worden hiervan uitgezonderd. Deze wijzigingen worden door het Algemeen Bestuur vastgesteld.

  • a.

    R. Artikel 31 (Jaarrekening)

Lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

Het Dagelijks Bestuur zendt uiterlijk op 15 april de voorlopige jaarrekening aan de colleges van burgemeester en wethouders en de raden van de deelnemende gemeenten.

a.S. Artikel 38

De leden 2 en 4 vervallen.

II.De wijzigingen van de Gemeenschappelijke Regeling werkorganisatie gemeenten Pekela en Veendam in te laten gaan op de dag na de bekendmaking van dit wijzigingsbesluit.

III.Dat de wijziging zal worden aangehaald als “Wijziging Gemeenschappelijke Regeling werkorganisatie gemeenten Pekela en Veendam 2015”.

Aldus vastgesteld op 25 september 2015,

Het college van burgemeester en wethouders van Pekela,

burgemeester, secretaris,

J.Kuin J. van der Woude

Aldus vastgesteld op 25 september 2015,

De burgemeester van Pekela,

J.Kuin

Aldus vastgesteld op 22 september 2015,

Het college van burgemeester en wethouders van Veendam,

burgemeester, secretaris,

S.B. Swierstra A. Castelein

Aldus vastgesteld op 22 september 2015,

De burgemeester van Veendam,

S.B. Swierstra

Naar boven