Besluit van de Minister van Economische Zaken van 22 april 2016, nr. WJZ/16039981, tot instelling van de Raad van Arbiters Aardbevingsschade (Instellingsbesluit Arbiters Aardbevingsschade)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Arbiter Aardbevingsschade:

voorzitter of een lid van de Raad van Arbiters Aardbevingsschade;

gastdeskundige:

een gerechtelijke deskundige die ingeschreven staat in het register van de Stichting Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen;

gebouw:

een woning, gebouw van een klein bedrijf of een klein gebouw met een publieke functie;

minister:

de Minister van Economische Zaken;

Raad:

de Raad van Arbiters Aardbevingsschade.

Artikel 2

  • 1. Er is een Raad van Arbiters Aardbevingsschade.

  • 2. De Raad heeft tot taak: het geven van adviezen naar aanleiding van geschillen over bij het Centrum Veilig Wonen gemelde aardbevingsschade aan gebouwen in de provincie Groningen als gevolg van gaswinning en aardbevingsschade bij complexe gevallen, inclusief het geven van een oordeel over de vraag of de schade door aardbevingen is ontstaan.

Artikel 3

  • 1. De Raad bestaat uit een Arbiter Aardbevingsschade, tevens voorzitter, en ten minste één andere Arbiter Aardbevingsschade.

  • 2. Een Arbiter Aardbevingsschade is een rechter of een voormalig rechter.

  • 3. Een Arbiter Aardbevingsschade wordt benoemd op grond van zijn deskundigheid op het gebied van het burgerlijk recht en is onafhankelijk en onpartijdig.

  • 4. De Arbiters Aardbevingsschade worden op voordracht van de Raad voor de Rechtspraak door de minister benoemd voor een termijn van maximaal twee jaar en zijn herbenoembaar.

  • 5. De Arbiters Aardbevingsschade kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen wegens ongeschiktheid of onbekwaamheid voor de functie of wegens andere zwaarwegende in de persoon van de betrokkene gelegen reden.

Artikel 4

De Raad kan zich laten bijstaan door een of meer gastdeskundigen.

Artikel 5

  • 1. De Raad werkt volgens de wijze zoals vastgelegd in het Reglement Arbiters Aardbevingsschade.

  • 2. Wijziging van het reglement Arbiters Aardbevingsschade geschiedt na overleg met de Raad.

  • 3. De minister voorziet in het secretariaat van de Raad.

  • 4. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de Raad geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de Raad bewaard in het archief van dat ministerie.

Artikel 6

  • 1. Aan de Arbiters Aardbevingsschade, wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 17, trede 10 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 0,4.

  • 2. Aan een gastdeskundige wordt een vaste vergadervergoeding per toegekend van € 275,– per vergadering overeenkomstig de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies.

Artikel 7

Ter gelegenheid van de instelling van de Raad worden voor een periode van twee jaar tot lid van de Raad benoemd:

  • a. de heer mr. J. van der Vinne, te Midwolde, tevens voorzitter;

  • b. mevrouw mr. M.C.D. Boon-Niks, te Assen;

  • c. de heer mr. P. Schulting, te Raerd;

  • d. de heer mr. P.J. van Steen, te Noordscheschut;

  • e. de heer mr. J. van der Hulst, te Meppel.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2016, met uitzondering van artikel 7, onderdeel e, dat met ingang van 1 juni 2016 in werking treedt.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Arbiters Aardbevingsschade.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

’s-Gravenhage, 22 april 2016

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

In het Burgerlijk Wetboek is geregeld dat de exploitant van een mijnbouwwerk schade door aardbevingen, die het gevolg is van de mijnbouwactiviteiten, moet vergoeden. Voor de schademeldingen als gevolg van de gaswinning in Groningen, heeft de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) de schadeafhandelingsprocedure op afstand geplaatst bij het Centrum Veilig Wonen (CVW). Dit is gebeurd naar aanleiding van een brede maatschappelijke wens hiertoe. Op het moment dat er sprake is van complexe schadegevallen, neemt de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) de behandeling over. Het grootste percentage schadegevallen wordt in overleg tussen de eigenaar-bewoner en CVW opgelost, maar er kan een geschil ontstaan tussen CVW en de eigenaar-bewoner over de hoogte van het schadebedrag en oorzaak van de schade. Ook kan het bij complexe schade zo zijn dat de eigenaar-bewoner het niet eens is met het bemiddelingsvoorstel van de NCG. Deze geschillen belemmeren een snelle en bevredigende afhandeling. Dit is de aanleiding om een laagdrempelige vorm van geschillenbeslechting in te richten. De Arbiters Aardbevingsschade geven adviezen naar aanleiding van deze geschillen over aardbevingsschade aan gebouwen in de provincie Groningen als gevolg van gaswinning, inclusief het geven van een oordeel over de vraag of de schade door aardbevingen is ontstaan. NAM heeft toegezegd zich in beginsel te houden aan dit advies, maar voor degene die schade heeft geleden staat de gang naar de rechter altijd open.

De Raad van Arbiters Aardbevingsschade is een adviescommissie en werkt aan de hand van het reglement Arbiters Aardbevingsschade (‘het Reglement’) dat is opgesteld door het ministerie van Economische Zaken, de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en de Nationaal Coördinator Groningen. Het Reglement is geconsulteerd met de bestuurlijke en maatschappelijke partners in Groningen. De werkwijze van de Arbiters wordt periodiek geëvalueerd, waarbij onder meer bekeken wordt in hoeverre het aantal Arbiters aansluit bij de werklast van de Raad.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven