Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 29 april 2016, nr. IENM/BSK-2016/60235 houdende wijziging van de Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005 in verband met de publicatieplicht van nieuwe subsidies boven de € 500.000,– van de Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014–2020 (PB C 200/01 van 28 juni 2014);

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 26, tweede lid, van het Besluit financiële bepalingen bodembescherming;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. Richtsnoeren: Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014–2020 (PB C 200/01 van 28 juni 2014);

B

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Indien het een subsidiebedrag betreft dat gelijk is aan of meer dan € 500.000,– bevat de melding, bedoeld in artikel 26, tweede lid, van het besluit, ten behoeve van de uitvoering van de punten 104 tot en met 106 van de Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014–2020 tevens:

    • a. de naam van de subsidie-ontvanger;

    • b. de provincie waarin de subsidie-ontvanger is gevestigd;

    • c. op NACE-groepsniveau de voornaamste economische sector waarin de subsidie-ontvanger actief is;

    • d. of het gaat om een kleine of middelgrote onderneming of een grote onderneming als bedoeld in punt 19, onder 17 en 18, van de Richtsnoeren;

    • e. de verwachte datum waarop de subsidie zal worden verleend;

    • f. het verwachte subsidiebedrag;

    • g. de looptijd van de subsidie.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

Met deze wijziging kan Nederland met ingang van de implementatiedatum van 1 juli 2016 voldoen aan de transparantieverplichtingen die op grond van de punten 104 tot en met 106, Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014–2020 (PB C 200/01 van 28 juni 2014) (hierna Richtsnoeren) gelden voor subsidieverstrekking op grond van het Besluit financiële bepalingen bodembescherming (hierna: het Besluit). Het betreft het publiceren van de feitelijke gegevens zoals opgenomen in het voorgestelde artikel 12, tweede lid.

Het Besluit financiële bepalingen bodemsanering en de Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005 (hierna: de Regeling) vormen het kader voor subsidieverstrekking aan bedrijven ten behoeve van bodemsanering.

De Europese Commissie heeft haar goedkeuringsbesluiten 1 van het Besluit

gebaseerd op de voorloper2 van de communautaire Richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming (PB C 82 van 1 april 2008). Met de modernisering van de staatssteunregels heeft de Europese Commissie de richtsnoeren uit 2008 vervangen door voornoemde Richtsnoeren. Op basis van de punten 104 tot en met 106 daarvan dienen de Lidstaten te zorgen voor transparantie bij nieuwe (gerekend vanaf 1 juli 2016) subsidies van meer dan € 500.000, die verstrekt worden op grond van door de Europese Commissie goedgekeurde steunmaatregelen. Dat betekent dat bij individuele subsidies van meer dan € 500.000,– een aantal gegevens moet worden bekendgemaakt.

Artikel 26 van het Besluit regelt dat de bestuursorganen aan wie de uitvoering van het Besluit is gedelegeerd3 gegevens over de subsidie en de subsidie-ontvanger moeten melden aan de minister van Infrastructuur en Milieu. In artikel 12 van de Regeling is opgenomen om welke gegevens het gaat. Ter uitvoering van de hiervoor genoemde verplichting tot bekendmaking is het wenselijk dat de desbetreffende informatie wordt toegevoegd aan die melding. Een aantal gegevens zijn al opgenomen in bijlage 8 van de Regeling (naam locatie, bedrijfsnaam, hoogte subsidie). Toegevoegd wordt onder meer de informatie over de economische sector waarin de subsidie-ontvanger actief is en de kwalificatie van de ondernemer waar het overgaat. De ontvangen informatie kan gebruikt worden voor de verplichte publicatie.

Hiertoe is in artikel 12, tweede lid, opgenomen dat bij te verlenen subsidies op basis van het Besluit van € 500.000 of meer het bevoegd gezag, ten behoeve van de Richtsnoeren, een aantal gegevens dient te verstrekken aan de minister van Infrastructuur en Milieu bij de melding van een aanvraag tot subsidieverlening.

Het gaat om de volgende gegevens:

  • de naam van de subsidie-ontvanger;

  • de provincie waarin de subsidie-ontvanger is gevestigd. Dat betekent dat aangegeven wordt in welke regio, op NUTS 2-niveau4, de subsidie-ontvanger is gevestigd;

  • op NACE-groepsniveau5 de voornaamste economische sector waarin de subsidie-ontvanger actief is;

  • het soort onderneming: of de subsidie-ontvanger kan worden gekwalificeerd als een mkb- onderneming zoals gedefinieerd in punt 19 onder 17 van de Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014–2020 (PB C 200/01 van 28 juni 2014); dat betekent of het gaat om ondernemingen die voldoen aan de voorwaarden van de aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (Pb L 124 van 20 mei 2003);

  • de datum waarop de subsidie zal worden verleend;

  • het verwachte subsidiebedrag;

  • de looptijd van de subsidie.

Uit de formulering van de aanhef van het tweede lid blijkt dat de gegevens ter beschikking worden gesteld in het kader van de publicatieplicht van de lidstaten. Hiermede is voor een ieder kenbaar dat deze gegevens bekend worden gemaakt als de subsidie wordt verleend.

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu zal zorg dragen voor publicatie van bovengenoemde gegevens conform punt 104 van de Richtsnoeren.

Voor wat betreft de uitvoering worden geen toename van bestuurlijke of administratieve lasten verwacht. De meeste van de genoemde gegevens moeten bij de aanvraag voor subsidie al door de aanvrager worden geleverd aan het bevoegd gezag. Vervolgens moet het bevoegd gezag deze informatie verstrekken aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Deze wijziging is ter kennisname aan de orde geweest in het bodemoverleg van het bevoegd gezag Wet bodembescherming.

Aangezien de verplichting op grond van de Richtsnoeren in werking treedt per 1 juli 2016 treedt ook deze regeling op die datum in werking. Daarmee is tevens voldaan aan de systematiek van de Vaste Verandermomenten.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Besluit van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 juni 2005, N 85/20051 – Nederland. ‘Bodemsanering van vervuilde bedrijfsterreinen. Verlening en wijziging van de bestaande steunregeling.’ Besluit van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 september 2006, N 501/05 – Nederland. ‘Draagkrachtondersteuning voor bodemsanering van bedrijfsterreinen’.

X Noot
2

Communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu (PB C 37 van 3 februari 2001

X Noot
3

Het bevoegd gezag voor de Wet bodembescherming, d.w.z. de provincies en aangewezen grote gemeenten (artikel 88 van de Wet bodembescherming).

X Noot
4

NUTS: Nomenclature of Territorial Units for Statistics. Nuts-2 omvat de provincies

X Noot
5

NACE staat voor "Nomenclature statistique des activités économiques dans la Communauté européenne" ("Statistische naamgeving van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap"). http://ec.europa.eu/eurostat/ramon/nomenclatures/index.cfm?

Naar boven