Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 21 april 2016, nr. AFP/2016/372M, tot wijziging van de Algemene douaneregeling en enige uitvoeringsregelingen inzake de fiscaliteit

21 april 2016

Nr. AFP/2016/372M

Directoraat-Generaal Voor Fiscale Zaken; Directie Algemene Fiscale Politiek; Directie Internationale Zaken en Verbruiksbelastingen

De Staatssecretaris van Financiën,

Handelende wat de artikelen 2:1 en 2:2 van het Algemeen douanebesluit betreft in overeenstemming met de Minister van Buitenlandse Zaken;

Handelende wat artikel 2:1 van de Algemene douanewet en artikel 3:2 van het Algemeen douanebesluit betreft in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 2:1, 7:1, 7:9, 9:5 en 10:11 van de Algemene douanewet, artikel 21 van de Wet op de omzetbelasting 1968, de artikelen 56 en 75 van de Wet op de accijns, artikel XVI van de Wet aanpassingen aan het Douanewetboek van de Unie, de artikelen 2:1 en 2:2 van het Algemeen douanebesluit en artikel 12 van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968;

Besluit:

ARTIKEL I

De Algemene douaneregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1:1 wordt ‘2:1, aanhef en onder a tot en met h, j, k en m’ vervangen door 2:1, aanhef en onder a tot en met h, j, k, m en n,’ en wordt ‘artikel 11:14, eerste lid, en artikel 11:15’ vervangen door ‘en 11:14, eerste lid’ en wordt ‘3:4, eerste lid, en 5:1, tweede en vierde lid’ vervangen door: en 3:4, eerste lid;

B

Artikel 1:2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de onderdelen c en d wordt ‘artikel 40 van het Communautair douanewetboek’ vervangen door: artikel 139 van het Douanewetboek van de Unie.

2. Onderdeel j komt te luiden:

  • j. Gedelegeerde Verordening overgangsregels Douanewetboek van de Unie: Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 van de Commissie van 17 december 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad met overgangsregels voor enkele bepalingen van het douanewetboek van de Unie voor de gevallen waarin de relevante elektronische systemen nog niet operationeel zijn, en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 (PbEU 2016, L 69);

3. Onderdeel k vervalt.

C

In artikel 1:7, tweede lid, wordt ‘artikel 78, tweede lid, van het Communautair douanewetboek’ vervangen door: artikel 48 van het Douanewetboek van de Unie.

D

Het opschrift van afdeling 1.3 komt te luiden:

AFDELING 1.3 DOUANEAANGIFTEN

E

Artikel 1:11 komt te luiden:

Artikel 1:11

  • 1. Een douaneaangifte, een aangifte tot tijdelijke opslag, een summiere aangifte bij binnenbrengen, een summiere aangifte bij uitgaan, een aangifte tot wederuitvoer of een kennisgeving van wederuitvoer wordt gesteld in de Nederlandse of de Engelse taal.

  • 2. De inspecteur stelt de technische specificaties vast van de aangiften en de kennisgeving, genoemd in het eerste lid.

F

Artikel 1:13, onderdeel e, komt te luiden:

  • e. leveranciersverklaring: verklaring als bedoeld in artikel 61, eerste lid, van de Uitvoeringsverordening Douanewetboek van de Unie;

G

De artikelen 1:19, 2:0a, 2:9, 2:10, 3:32, 4:4, 4:5, 4:7, 6:4a en 8:6 vervallen.

H

Artikel 1:20 wordt als volgt gewijzigd:

1. in het eerste en derde lid wordt ‘maandag’ vervangen door: woensdag.

3. Het vierde en het vijfde lid vervallen.

I

In artikel 1:21, eerste lid, wordt ‘artikel 178, eerste lid, van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek’ vervangen door ‘artikel 6, eerste lid, van de Gedelegeerde Verordening overgangsregels Douanewetboek van de Unie’ en wordt ‘artikel 29 van het Communautair douanewetboek’ vervangen door: artikel 70 van het Douanewetboek van de Unie.

J

In artikel 1:22 wordt ‘artikel 178, eerste lid, van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek’ vervangen door: bijlage 8 van de Gedelegeerde Verordening overgangsregels Douanewetboek van de Unie.

K

Het opschrift van hoofdstuk 2 komt te luiden:

HOOFDSTUK 2. BEPALINGEN DIE OP DE IN HET DOUANEGEBIED VAN DE UNIE BINNENGEBRACHTE GOEDEREN VAN TOEPASSING ZIJN TOT DEZE ONDER EEN DOUANEREGELING ZIJN GEPLAATST, WORDEN WEDERUITGEVOERD, HET DOUANEGEBIED VAN DE UNIE ZULLEN VERLATEN OF WORDEN VERWIJDERD.

L

In artikel 2:2, eerste lid, wordt ‘artikel 40 van het Communautair douanewetboek’ vervangen door: artikel 139 van het Douanewetboek van de Unie.

M

In artikel 2:4, derde lid, wordt ‘artikel 37, eerste lid, van het Communautair douanewetboek’ vervangen door: artikel 134, eerste lid, van het Douanewetboek van de Unie.

N

Het opschrift van afdeling 2.2 komt te luiden:

AFDELING 2.2 TIJDELIJKE OPSLAG.

O

Artikel 2:5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste en het tweede lid vervallen onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot eerste tot en met derde lid.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt ‘summiere aangifte voor tijdelijke opslag bevat de in bijlage 30bis van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek’ vervangen door: ‘aangifte tot tijdelijke opslag bevat de in bijlage 9 van de Gedelegeerde Verordening overgangsregels Douanewetboek van de Unie.

3. In het tweede lid (nieuw) wordt ‘het derde lid bevat de summiere aangifte voor tijdelijke opslag’ vervangen door ‘het eerste lid bevat de aangifte tot tijdelijke opslag’.

4. In het derde lid (nieuw) wordt ‘summiere aangifte voor tijdelijke opslag’ telkens vervangen door: aangifte tot tijdelijke opslag.

P

Afdeling 2.3 vervalt.

Q

In artikel 2:8a wordt ‘of met de douanebestemming die de goederen hebben gekregen dan wel zullen krijgen’ vervangen door: , in het geval van de toepassing van een douaneregeling of wederuitvoer.

R

In artikel 2:13 wordt ‘regeling douane-entrepots’ telkens vervangen door: bijzondere regeling douane-entrepots.

S

In artikel 3:13, eerste lid, wordt ‘artikel 39 van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PbEU 2009, L 30)’ vervangen door: artikel 32, zesde lid, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PbEU 2013, L 347).

T

Het opschrift van hoofdstuk 4 komt te luiden:

HOOFDSTUK 4. DOUANEREGELINGEN EN WEDERUITVOER.

U

Het opschrift van afdeling 4.2 komt te luiden:

AFDELING 4.2. OPSLAG EN TIJDELIJKE INVOER.

V

In artikel 4:2, onderdeel a, wordt ‘Verordening (EG) Nr. 504/2008 van de Commissie van 6 juni 2008 ter uitvoering van de Richtlijnen 90/426/EEG en 90/427/EEG van de Raad wat betreft methoden voor de identificatie van paardachtigen (PbEU 2008, L 149)’ vervangen door: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/262 van de Commissie van 17 februari 2015 tot vaststelling van voorschriften overeenkomstig de Richtlijnen 90/427/EEG en 2009/156/EG van de Raad met betrekking tot de methoden voor de identificatie van paardachtigen (verordening paardenpaspoort) (PbEU 2015, L 59).

W

In artikel 4:6 wordt ‘EU-goederen’ vervangen door: Uniegoederen.

X

In artikel 4:8, eerste lid, wordt ‘regeling tijdelijke invoer’ vervangen door: bijzondere regeling tijdelijke invoer.

Y

Artikel 4:9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘artikel van 561, eerste lid, onderdeel a, onderscheidenlijk onderdeel b, van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek’ vervangen door: artikel 216, eerste lid, onderdeel a, onderscheidenlijk onderdeel b, van de Gedelegeerde Verordening Douanewetboek van de Unie.

2. In het derde lid wordt ‘artikel 561, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Toepassingverordening Communautair douanewetboek’ vervangen door: artikel 216, eerste lid, onderdeel a, van de Gedelegeerde Verordening Douanewetboek van de Unie.

3. Er wordt een lid toegevoegd lid, luidende:

4. In de gevallen, bedoeld in artikel 216, eerste lid, onderdeel b, van de Gedelegeerde Verordening Douanewetboek van de Unie, heeft de tenaamstelling in het kentekenregister een geldigheidsduur van ten hoogste drie maanden.

Z

Afdeling 4.3 vervalt.

AA

In artikel 5:1, tweede lid, wordt ‘zijn de artikelen 1:19 en 1:20’ vervangen door: is artikel 1:20.

BB

Artikel 5:4 vervalt.

CC

In artikel 6:1a, eerste lid, wordt ‘artikel 793, eerste lid, van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek, vindt op elektronische wijze plaats’ vervangen door: artikel 331, eerste lid, van de Uitvoeringsverordening Douanewetboek van de Unie, vindt plaats.

DD

Artikel 7:28 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘documenten, bedoeld in artikel 848, eerste lid, onder a en b, van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek zijn’ vervangen door: informatie, bedoeld in artikel 253, eerste lid, van de Uitvoeringsverordening Douanewetboek van de Unie, is.

2. In het derde lid wordt ‘Het is verboden om aanspraak gemaakt’ vervangen door ‘Er bestaat geen recht’ en wordt ‘zonder dat’ vervangen door: tenzij.

EE

Afdeling 7.5 vervalt.

FF

In artikel 8:1a wordt ‘artikel 198 van het Communautair douanewetboek’ vervangen door: artikel 97 van het Douanewetboek van de Unie.

GG

In artikel 8:2 wordt ‘compensatierente dan wel compenserende rente’ vervangen door: rente op achterstallen.

HH

Artikel 8:3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘zodanig afgerond dat een gedeelte van een euro rekenkundig wordt afgerond op hele euro’s’ vervangen door: rekenkundig afgerond op centen.

II

In artikel 8:5, eerste lid, wordt ‘eurocenten’ vervangen door: centen.

JJ

Na artikel 8:6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8:7

  • 1. Voor de berekening van de in rekening te brengen rente op achterstallen zoals bedoeld in artikel 114, tweede lid, van het Douanewetboek van de Unie wordt gebruik gemaakt van de volgende formule:

  • 2. In de formule wordt met A het aantal dagen aangegeven waarover rente op achterstallen is verschuldigd en met P de onderscheiden rentepercentages welke over de verschillende periodes zijn verschuldigd.

KK

Artikel 9:1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘Communautair douanewetboek’ vervangen door: Douanewetboek van de Unie.

2. In het tweede lid wordt ‘artikel 239, lid 1, tweede gedachtestreepje, van het Communautair douanewetboek’ vervangen door: artikel 116, derde lid, van het Douanewetboek van de Unie.

LL

In artikel 10:4, onderdeel c, wordt ‘artikel 2:5, vijfde lid’ vervangen door: artikel 2:5, derde lid.

MM

In artikel 11:4 wordt ‘artikel 14 CDW’ vervangen door: artikel 15, eerste lid, van het Douanewetboek van de Unie.

NN

In artikel 11:6 wordt ‘binnengebrachte goederen of goederen die het douanegebied zullen verlaten zijn aangebracht’ vervangen door: goederen als bedoeld in artikel 134 of artikel 158, derde lid, van het Douanewetboek van de Unie.

OO

In artikel 11:7 wordt artikel 76, lid 2 CDW’ vervangen door: artikel 167, eerste lid, van het Douanewetboek van de Unie.

PP

Bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:

1. De Inleiding komt te luiden:

Inleiding

In artikel 6, eerste lid, van het Douanewetboek van de Unie (DWU) is bepaald dat alle communicatie tussen de douane en marktdeelnemers elektronisch gebeurt. Dit geldt ook voor het indienen van een douaneaangifte voor het plaatsen van goederen onder een douaneregeling of tot wederuitvoer.

Indien een douaneaangifte voor het plaatsen van goederen onder een douaneregeling schriftelijk wordt gedaan, is in artikel 15 van de Gedelegeerde Verordening overgangsregels Douanewetboek van de Unie bepaald dat de in de bijlage 9, aanhangsels B1 tot en met B6 opgenomen formulieren worden gebruikt. Dit geldt alleen voor het indienen van een douaneaangifte voor de douaneregelingen:

  • in het vrije verkeer brengen

  • douane-entrepot

  • tijdelijke invoer

  • bijzondere bestemming

  • actieve veredeling

Het indienen van een schriftelijke aangifte mag worden gedaan tot het nationale systeem voor het indienen van aangiften is ontwikkeld of is opgewaardeerd op basis van Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 van de Commissie van 11 april 2016 tot vaststelling van het werkprogramma voor voor de ontwikkeling en de uitrol van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie voorziet (PbEU 2016, L 994).

De aangiften, bij het gebruik van de schriftelijke formulieren of via elektronische communicatie, worden ingevuld volgens aanhangsels C1 (de in te vullen gegevens) en C2 (de te gebruiken codes voor de in te vullen gegevens) bij Bijlage 9 van de Gedelegeerde Verordening overgangsregels Douanewetboek van de Unie.

In aanhangsel C1 wordt aan de lidstaten overgelaten om bepaalde gegevenselementen al dan niet te vragen. Verder is aan de lidstaten de bevoegdheid gegeven om de Toelichting bij het Enig Document (aanhangsel C1 bij bijlage 9 van de Gedelegeerde Verordening overgangsregels Douanewetboek van de Unie) aan te vullen. In deze bijlage is opgenomen of het gegevenselement moet worden opgenomen in de aangifte en wordt de toelichting aangevuld. De in de aangifte te gebruiken codes volgens Aanhangsel C2 bij bijlage 9 van de Gedelegeerde Verordening overgangsregels Douanewetboek van de Unie en eventuele nationale codes zijn opgenomen in het Codeboek Douane dat is te vinden op http://www.belastingdienst.nl/codeboek_sagitta/huidig/html/index.html.

2. In titel I, onderdeel A, wordt ‘- exemplaar 5 terugzendingsexemplaar van de regeling communautair douanevervoer’ vervangen door: exemplaar 5 terugzendingsexemplaar van de regeling douanevervoer.

3. In titel I, onderdeel A, wordt ‘- communautair douanevervoer: exemplaren 1, 4 en 5’ vervangen door: - douanevervoer: exemplaren 1, 4 en 5.

4. In titel I, onderdeel A, wordt ‘Wanneer overeenkomstig artikel 205, lid 3, TVo.CDW aangiften tot plaatsing onder een douaneregeling of tot wederuitvoer of documenten waarmee het EU-karakter wordt aangetoond van goederen die niet onder de regeling intern communautair douanevervoer worden vervoerd, met behulp van openbare of particuliere systemen voor automatische gegevensverwerking op blanco papier worden gesteld, moet aan alle vormvereisten van het Communautair douanewetboek (CDW) of van de onderhavige verordening zijn voldaan, ook wat de ommezijde van het formulier betreft (voor de in het kader van de regeling communautair douanevervoer gebruikte exemplaren), met uitzondering van:’ vervangen door: Wanneer aangiften tot plaatsing onder een douaneregeling of tot wederuitvoer of documenten waarmee het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen wordt aangetoond van goederen die niet onder de regeling intern douanevervoer worden vervoerd, met behulp van openbare of particuliere systemen voor automatische gegevensverwerking op blanco papier worden gesteld, moet aan alle vormvereisten van de Gedelegeerde Verordening overgangsregels Douanewetboek van de Unie zijn voldaan, ook wat de ommezijde van het formulier betreft (voor de in het kader van de regeling douanevervoer gebruikte exemplaren), met uitzondering van:.

5. In titel I, onderdeel A, wordt ‘- de onderdruk van de vakken die betrekking hebben op communautair douanevervoer’ vervangen door: de onderdruk van de vakken die betrekking hebben op douanevervoer.

6. In titel I, onderdeel A, wordt ‘Het hier te lande vervaardigen van formulieren Enig document is slechts toegestaan onder voorwaarde dat de formulieren geheel identiek zijn aan de officiële uitgaven opgenomen in de bijlagen 31 tot en met 34 TVo.CDW’ vervangen door: Het hier te lande vervaardigen van formulieren Enig document is slechts toegestaan onder voorwaarde dat de formulieren geheel identiek zijn aan de officiële uitgaven opgenomen in bijlage 9, aanhangsels B1 tot en met B4, van de Gedelegeerde Verordening overgangsregels Douanewetboek van de Unie.

7. In titel I, onderdeel A, wordt ‘bij communautair douanevervoer naar of via Zwitserland’ vervangen door: bij Uniedouanevervoer naar of via Zwitserland.

8. In titel I, onderdeel A, wordt ‘Extra exemplaar (A): Wanneer een aangifte ten uitvoer of voor communautair douanevervoer wordt gedaan’ vervangen door: Extra exemplaar (A): Wanneer een aangifte ten uitvoer of voor douanevervoer wordt gedaan.

9. In titel I, onderdeel B, wordt ‘De invulling van de vakken en deelvakken wordt beheerst door de EU-matrix van Bijlage 37 TVo.CDW. In de nationale matrix, die hierna is opgenomen, is de EU-matrix verwerkt en zijn eveneens de nationaal verplicht gestelde vakken opgenomen. Deze nationale matrix bepaalt voor elke douaneregeling of -bestemming, bewijs EU-karakter van de goederen en tijdelijke opslag of een vak of deelvak moet of mag worden gebruikt volgens de kolommen A tot en met L.

Wanneer de formaliteiten in verband met het douanevervoer door de uitwisseling van EDI-berichten worden vervuld, geldt het bepaalde in deze bijlage behoudens andersluidende bepalingen in de bijlagen 37bis of 37quater van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek.’ vervangen door: De invulling van de vakken en deelvakken wordt beheerst door de EU-matrix van bijlage 9, aanhangsel C1, van de Gedelegeerde Verordening overgangsregels Douanewetboek van de Unie. In de nationale matrix, die hierna is opgenomen, is de EU-matrix verwerkt en zijn eveneens de nationaal verplicht gestelde vakken opgenomen. Deze nationale matrix bepaalt voor elke douaneregeling, wederuitvoer, bewijs van de douanestatus van Uniegoederen van de goederen en tijdelijke opslag of een vak of deelvak moet of mag worden gebruikt volgens de kolommen A tot en met L.

Wanneer de formaliteiten in verband met het douanevervoer door de uitwisseling van EDI-berichten worden vervuld, geldt het bepaalde in deze bijlage behoudens andersluidende bepalingen in bijlage 9, aanhangsels C2 en C3, van de Gedelegeerde Verordening overgangsregels Douanewetboek van de Unie.

10. In titel I, onderdeel B, in de eerste tabel, wordt in de eerste kolom ‘Opschriften van de kolommen in de nationale matrix’ vervangen door: Opschriften van de kolommen.

11. In titel I, onderdeel B, in de eerste tabel, komt in de eerste kolom, onderdeel C te luiden:

C: Wederuitvoer na plaatsing onder de bijzondere regeling actieve veredeling of tijdelijke invoer.

12. In titel I, onderdeel B, in de eerste tabel, komt in de eerste kolom, onderdeel I, te luiden:

I: Plaatsing onder de bijzondere regeling actieve veredeling of tijdelijke invoer.

13. In titel I, onderdeel B, in de eerste tabel, vervallen onderdelen K en L.

14. In titel I, onderdeel B, vervallen de tweede en de derde voetnoot bij de eerste tabel.

15. In titel I, onderdeel B, wordt in voetnoot 4 bij de nationale matrix ‘bijlage 37 bis TVo.CDW’ vervangen door: bijlage 9, aanhangsel C1, van de Gedelegeerde Verordening overgangsregels Douanewetboek van de Unie.

16. In titel I, onderdeel B, wordt in voetnoot 14 bij de nationale matrix ‘bijlage 37 bis TVo.CDW’ vervangen door: bijlage 9, aanhangsel C1, van de Gedelegeerde Verordening overgangsregels Douanewetboek van de Unie.

17. In titel I, onderdeel B, vervalt voetnoot 15 bij de nationale matrix.

18. In titel I, onderdeel B, vervalt in voetnoot 16 bij de nationale matrix: – wanneer de aangifte voor douanevervoer betrekking heeft op goederen die in bijlage 44 quater TVo.CDW zijn vermeld, of.

19. In titel I, onderdeel B, wordt in voetnoot 26 bij de nationale matrix ‘artikel 76, 1, letters b en c CDW’ vervangen door: artikel 182 van het DWU.

20. In titel I, onderdeel B, wordt in voetnoot 28 bij de nationale matrix ‘bijlage 30bis Tvo.CDW’ vervangen door: bijlage 9, aanhangsel A, van de Gedelegeerde Verordening overgangsregels Douanewetboek van de Unie.

21. In titel I, onderdeel C, wordt ‘de exemplaren die bij de toepassing van de regeling communautair douanevervoer worden gebruikt’ vervangen door: de exemplaren die bij de toepassing van de regeling douanevervoer worden gebruikt.

22. In titel I, onderdeel C, wordt ‘Op de exemplaren die in het kantoor van uitvoer (of eventueel van verzending) of van vertrek blijven, moet de originele handtekening van de belanghebbende voorkomen, onverminderd het bepaalde in artikel 205 TVo.CDW’ vervangen door: Op de exemplaren die bij het kantoor van uitvoer (of eventueel van verzending) of van vertrek blijven, moet de originele handtekening van de belanghebbende voorkomen.

23. In titel I, onderdeel C, wordt ‘Bij communautair douanevervoer bindt de handtekening van de aangever of, in voorkomend geval, zijn gemachtigde vertegenwoordiger, hem ter zake van alle elementen in verband met het communautair douanevervoer die voortvloeien uit de toepassing van de bepalingen inzake communautair douanevervoer die in het CDW en TVo.CDW zijn vervat en zoals hiervoor onder B zijn omschreven’ vervangen door: Bij douanevervoer bindt de handtekening van de aangever of, in voorkomend geval, zijn gemachtigde vertegenwoordiger hem ter zake van alle elementen in verband met het douanevervoer die voortvloeien uit de toepassing van de bepalingen inzake douanevervoer die in de wetgeving zijn vervat en zoals hiervoor onder B zijn omschreven.

24. In titel II, deel A, vak A, wordt ‘Een aangever aan wie door de douane een EORI-nummer is toegekend, dient in dit vak de aangifte-identificatie te vermelden’ vervangen door: Een aangever aan wie door de douane een EORI-nummer op basis van artikel 9 van het DWU is toegekend, dient in dit vak de aangifte-identificatie te vermelden.

25. In titel II, deel A, vak 2, wordt ‘Bij ‘Nr.’ het in artikel 1, punt 16, TVo. CDW bedoelde EORI-nummer vermelden dat door de douane aan de afzender/exporteur is toegekend’ vervangen door: Bij ‘Nr.’ het EORI-nummer vermelden dat door de douane aan de afzender/exporteur is toegekend op basis van artikel 9 van het DWU.

26. In titel II, deel A, vak 8, wordt ‘Bij ‘Nr.’ het in artikel 1, punt 16, TVo. CDW bedoelde EORI-nummer vermelden dat door de douane aan de geadresseerde is toegekend’ vervangen door: Bij ‘Nr.’ het EORI-nummer vermelden dat door de douane aan de geadresseerde is toegekend op basis van artikel 9 van het DWU.

27. In titel II, deel A, vak 14, wordt ‘Bij ‘Nr.’ het in artikel 1, punt 16, TVo.CDW bedoelde EORI-nummer vermelden’ telkens vervangen door: Bij ‘Nr.’ het EORI-nummer vermelden dat door de douane is toegekend op basis van artikel 9 van het DWU.

28. In titel II, deel A, vak 14, wordt ‘, als bedoeld in artikel 5, tweede lid van het Communautair Douanewetboek’ telkens vervangen door: als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van het DWU.

29. In titel II, deel A, vak 34, wordt ‘Titel II van het CDW’ vervangen door: Titel II, hoofdstuk 2, van het DWU.

30. In titel II, deel A, vak 40, wordt ‘regeling communautair douanevervoer’ vervangen door: regeling douanevervoer.

31. In titel II, deel A, vak 44, onderdeel 1, onderdeel a, wordt ‘CDW’ vervangen door: DWU.

32. Titel II, deel A, vak 44, onderdeel 1, onderdeel c, vervalt, onder vernummering van onderdeel d tot onderdeel c.

33. In titel II, deel A, vak 44, onderdeel 1, onderdeel e, wordt ‘economische douaneregeling’ vervangen door ‘bijzondere regeling’ en wordt ‘artikel 497, lid 3 TVo.CDW’ vervangen door: artikel 163, eerste lid of vijfde lid, van de Gedelegeerde Verordening Douanewetboek van de Unie.

34. In titel II, deel A, vak 50, wordt ‘in artikel 1, punt 16, TVo.CDW bedoelde EORI-nummer vermelden’ vervangen door: EORI-nummer vermelden dat door de douane is toegekend op basis van artikel 9 van het DWU.

35. In titel II, deel A, vak 53, wordt ‘communautair douanevervoer’ vervangen door douanevervoer.

36. In titel II, deel B, vak 56, wordt ‘communautair douanevervoer’ vervangen door: douanevervoer.

37. Titel II, deel C, aanhef, komt te luiden:

Deel C. Formaliteiten bij in het vrije verkeer brengen, plaatsing onder de regeling actieve veredeling, tijdelijke invoer, opslag in douane-entrepot en tijdelijke opslag.

38. In titel II, deel C, vak A, wordt ‘EORI-nummer’ vervangen door: EORI-nummer dat door de douane is toegekend op basis van artikel 9 van het DWU.

39. In titel II, deel C, vak 8, wordt ‘geadresseerde opgenomen’ vervangen door: geadresseerde opgenomen dat door de douane is toegekend op basis van artikel 9 van het DWU.

40. In titel II, deel C, vak 14, wordt ‘Bij ‘Nr.’ het in artikel 1, punt 16, TVo.CDW bedoelde EORI-nummer vermelden’ telkens vervangen door: Bij ‘Nr.’ het EORI-nummer vermelden dat door de douane is toegekend op basis van artikel 9 van het DWU.

41. In titel II, deel C, vak 14, wordt ‘artikel 5, tweede lid van het Communautair Douanewetboek’ vervangen door: artikel 18, eerste lid, van het DWU.

42. In titel II, deel C, vak 14, wordt ‘vertegenwoordigde vermelden’ vervangen door: vertegenwoordigde vermelden dat door de douane is toegekend op basis van artikel 9 van het DWU.

43. In titel II, deel C, vak 34, wordt ‘titel II van het Communautair douanewetboek’ vervangen door: titel II, hoofdstuk 2, van het DWU.

44. Titel II, deel C, vak 44, onderdeel 1, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. Indien de aanvraag van een vergunning op aangifte wordt gedaan voor een bijzondere bestemming op basis van artikel 163, eerste lid, onderdeel b, van de Gedelegeerde Verordening Douanewetboek van de Unie dient te worden vermeld: ‘Vereenvoudigde vergunning’, alsmede de desbetreffende EU-code voor bijzondere vermeldingen.

45. In titel II, deel D, onderdeel I, wordt ‘bijlagen 37bis of 37quater’ vervangen door: bijlage 9, aanhangsel C2 of D2, van de Gedelegeerde Verordening Douanewetboek van de Unie.

46. In titel II, deel D, onderdeel II, vak 33, wordt ‘communautair douanevervoer’ vervangen door: douanevervoer.

47. In titel II, deel D, onderdeel II, vak 37, wordt ‘aangemerkte codes (54 en 92)’ vervangen door: aangemerkte codes (01, 41, 54 en 92).

48. In titel II, deel D, onderdeel II, vak 37, onderdeel A, wordt ‘een economische douaneregeling (actieve/passieve veredeling, behandeling onder douanetoezicht)’ vervangen door ‘de bijzondere regeling veredeling’ en wordt ‘actieve veredeling (schorsingssysteem)’ vervangen door: actieve veredeling. Voorts wordt ‘één van de vorengenoemde opschortende regelingen’ vervangen door: de bijzondere regeling veredeling.

49. In titel II, deel D, vak 37, onderdeel A, code 02, vervalt: Toelichting: Actieve veredeling (terugbetalingssysteem) overeenkomstig artikel 114, lid 1, onder b), van het CDW.

50. In titel II, deel D, vak 37, onderdeel A, code 11, vervalt: Toelichting: Voorafgaande uitvoer (EX-IM) overeenkomstig artikel 115, lid 1, onder b) van het CDW.

Voorbeeld: Uitvoer van sigaretten vervaardigd van tabaksbladeren die de status hebben van EU-goederen, alvorens uit derde landen herkomstige tabaksbladeren onder de regeling actieve veredeling worden geplaatst.

51. In titel II, deel D, vak 37, onderdeel A, code 21, vervalt: Toelichting: Regeling passieve veredeling overeenkomstig de artikelen 145 tot 160 van het CDW. Zie eveneens code 22.

52. In titel II, deel D, vak 37, onderdeel A, code 31 wordt ‘opschortende economische douaneregeling’ vervangen door: bijzondere regeling.

53. In titel II, deel D, vak 37, onderdeel A, code 41, wordt ‘actieve veredeling (terugbetalingssysteem)’ vervangen door ‘actieve veredeling’. Voorts vervalt: Voorbeeld: Regeling actieve veredeling met betaling van douanerechten en nationale heffingen bij invoer zoals omzetbelasting en accijns.

54. In titel II, deel D, vak 37, onderdeel A, code 48, vervalt: Toelichting: Regeling equivalentieverkeer (IM-EX), voorafgaande invoer overeenkomstig artikel 154, lid 4, van het CDW.

55. In titel II, deel D, vak 37, onderdeel A, code 49, wordt ‘artikel 206 TVo.CDW’ vervangen door: bijlage 9, aanhangsel C1, van de Gedelegeerde Verordening overgangsregeling Douanewetboek van de Unie.

56. In titel II, deel D, vak 37, onderdeel A, code 51, wordt ‘actieve veredeling (schorsingssysteem)’ vervangen door ‘actieve veredeling’. Voorts vervalt: Toelichting: Actieve veredeling (schorsingssysteem) overeenkomstig artikel 114, lid 1, onder a), en lid 2, onder a), van het CDW.

57. In titel II, deel D, vak 37, onderdeel A, code 54, wordt ‘Actieve veredeling (schorsingssysteem)’ vervangen door: Actieve veredeling.

58. In titel II, deel D, vak 37, onderdeel B, gevraagde regeling 40, vervalt ‘(art 128, lid 1, 2e gedachtestreepje CDW)’ en wordt ‘compenserende rente is verschuldigd (artikel 519, lid 4, TVo.CDW)’ vervangen door: rente op achterstallen.

59. In titel II, deel D, vak 37, onderdeel B, gevraagde regeling 53, vervalt: van artikel 142 CDW.

60. In titel II, deel D, vak 37, onderdeel B, gevraagde regeling 21, wordt ‘actieve veredeling schorsing’ vervangen door: actieve veredeling.

61. In titel II, deel D, vak 40, vervalt: (artikel 76, lid 1, onder c van het CDW).

62. In titel II, deel D, vak 49, vervalt:

  • de letter die het type entrepot (B, C, D en E) aangeeft volgens de omschrijving in artikel 525 TVo.CDW.

  • Voor andere dan de in artikel 525 vermelde entrepots het volgende vermelden:

    • a. voor een entrepot dat geen douane-entrepot is: Y (waaronder bijvoorbeeld het bevoorradingsdepot of een accijnsgoederenplaats);

    • b. voor een vrije zone of een vrij entrepot: Z.

63. In titel III, onderdeel B, wordt ‘communautair douanevervoer’ vervangen door: douanevervoer.

QQ

Bijlage IXa wordt als volgt gewijzigd:

1. In titel I wordt ‘artikel 796 quater van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek’ vervangen door: artikel 331 van de Uitvoeringsverordening Douanewetboek van de Unie.

2. In titel I, tabel, derde kolom, tweede regel, wordt ‘Movement’ vervangen door: Master.

3. In titel II, tabel, derde kolom, vierde regel, wordt ‘nummer die een vaar- of vliegtuig die een specifieke’ vervangen door: nummer dat van een vaar- of vliegtuig een specifieke.

4. In titel II, tabel, derde kolom, zeventiende regel, wordt ‘administratief geleidedocument’ vervangen door: elektronisch administratief document.

5. In titel II, tabel, derde kolom, tweeëntwintigste regel, wordt ‘artikel 841 bis van de Toepassingsverordening communautair douanewetboek (‘transhipmnent’) vervangen door ‘artikel 270, derde lid, onderdeel b, van het Douanewetboek van de Unie (‘transhipment’)’ en wordt ‘Summiere Aangifte tijdelijke opslag’ vervangen door: Aangifte tot tijdelijke opslag.

6. In titel III, tabel, derde kolom, tweede regel, wordt ‘nummer die een vaar- of vliegtuig die een specifieke’ vervangen door: nummer dat van een vaar- of vliegtuig een specifieke.

7. In titel III, tabel, derde kolom, vijftiende regel, wordt ‘Identification of description of the type of the means of transport being utilized,’ vervangen door: Identificatie of omschrijving van het type vervoermiddel dat wordt gebruikt.

RR

Bijlage XX vervalt.

ARTIKEL II

De Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 16b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘artikel 6 van het Communautair douanewetboek’ vervangen door: artikel 22 van het Douanewetboek van de Unie.

2. In het vierde lid wordt ‘Titel VII, hoofdstuk 1, van het Communautair douanewetboek’ vervangen door: Titel III, hoofdstuk 2, van het Douanewetboek van de Unie.

B

In artikel 19 wordt ‘of tot plaatsing onder het stelsel van douane-entrepots op basis van artikel 98, eerste lid, onderdeel b, van het Communautair douanewetboek’ vervangen door: of tot plaatsing onder de regeling douane-entrepot op basis van artikel 237, tweede lid, van het Douanewetboek van de Unie.

ARTIKEL III

De Uitvoeringsregeling accijns wordt volgt gewijzigd:

A

In artikel 22, tweede lid, onderdeel c, wordt ‘entrepot’ vervangen door: douane-entrepot.

B

Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel h, wordt ‘artikel 79 van het Communautair douanewetboek’ vervangen door: artikel 201 van het Douanewetboek van de Unie.

2. In het tweede lid, onderdeel d, wordt ‘artikel 221 van het Communautair douanewetboek’ vervangen door: artikel 102 van het Douanewetboek van de Unie.

3. In het vierde lid, onderdeel b, wordt ‘artikel 79 van het Communautair douanewetboek’ vervangen door: artikel 201 van het Douanewetboek van de Unie.

ARTIKEL IV

De Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift van hoofdstuk III komt te luiden: Betalingskorting, invorderingsrente, kredietrente, en vertragingsrente.

B

Na artikel 34 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 34a

De artikelen 30, 31 en 32 zijn van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de kredietrente en de vertragingsrente.

ARTIKEL V

  • 1. De douane-expediteur die met toepassing van artikel 1:9 van de Algemene douanewet, zoals dat artikel luidde op 30 april 2016, door de inspecteur was toegelaten als douane-expediteur, wordt voor de toepassing van artikel 1:10 van die wet uiterlijk tot en met 1 mei 2019 geacht aan de criteria, bedoeld in dat artikel 1:10 te voldoen.

  • 2. Het eerste lid is niet langer van toepassing wanneer:

    • a. de inspecteur getoetst heeft of belanghebbende aan de criteria, bedoeld in artikel 1:10 van de Algemene douanewet, voldoet en al dan niet kan optreden als douanevertegenwoordiger;

    • b. de toelating als douane-expediteur onherroepelijk is ingetrokken.

  • 3. Voor de toepassing van dit artikel blijft artikel 1:13 van de Algemene douanewet van toepassing zoals dat artikel luidde op 30 april 2016.

ARTIKEL VI

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 mei 2016.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Inleiding

In oktober 2013 hebben het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie een akkoord bereikt over het Douanewetboek van de Unie, Verordening (EU) nr. 952/2013 (DWU) dat voor zover van belang voor rechtssubjecten op 1 mei 2016 van toepassing wordt.1 Het DWU is op 9 oktober 2013 vastgesteld en dient ter vervanging van Verordening (EEG) nr. 2913/92 (het Communautair Douanewetboek (CDW))2, van Verordening (EEG) nr. 3925/913 en van Verordening (EG) nr. 1207/20014.

De bij het DWU behorende Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/24465 en de Uitvoeringsverordening (EU) 2015/24476 (Gedelegeerde Verordening Douanewetboek van de Unie respectievelijk Uitvoeringsverordening Douanewetboek van de Unie) vervangen Verordening (EEG) nr. 2454/93 (Toepassingsverordening Communautair Douanewetboek (TCDW)7). Daarnaast bestaat er ook nog de Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/3418, die voorziet in overgangsbepalingen, waarbij de toepassing van bepaalde onderdelen van het DWU wordt uitgesteld tot de benodigde IT-systemen zijn aangepast9 en worden alternatieve methoden van informatie-uitwisseling toegestaan. Als gevolg van het van toepassing worden van het DWU en de daarbij behorende rechtshandelingen van de Europese Commissie moeten de nationale wet- en regelgeving, waaronder de in deze wijzigingsregeling opgenomen regelingen, worden aangepast, teneinde het DWU volledig te operationaliseren. Voor de wetgeving is hierin voorzien door middel van de Wet aanpassingen aan het Douanewetboek van de Unie. Voor de achtergrond bij de onderhavige aanpassingen wordt daarom kortheidshalve verwezen naar het algemene deel van de memorie van toelichting bij het voorstel voor die wet.10

De onderhavige wijzigingsregeling betreft aanpassing van de volgende ministeriële regelingen:

  • De Algemene douaneregeling;

  • De Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968;

  • De Uitvoeringsregeling accijns;

  • De Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

De wijzigingen zien vooral op aanpassing aan het DWU en de daarbij behorende rechtshandelingen van de Europese Commissie. Inhoudelijk verandert er alleen daar iets waar het DWU of de Gedelegeerde- of Uitvoeringsverordeningen DWU een bepaald aspect anders benadert of waar een bepaald onderwerp in die verordeningen niet langer bestaat. Ook is een enkele technische wijziging opgenomen. Daar waar inhoudelijke wijzigingen optreden is dit in het artikelsgewijze deel van de toelichting nader toegelicht.

2. EU-aspecten

In de wijzigingen die zijn opgenomen in dit besluit wordt uitvoering gegeven aan het DWU en de daarbij behorende rechtshandelingen van de Europese Commissie. Hoewel het DWU net als iedere andere verordening rechtstreeks toepasselijk is in de lidstaten van de Europese Unie, is het nodig om de nationale regelgeving aan te laten sluiten bij het DWU. Onderhavige wijzigingsregeling dient daartoe.

3. Budgettaire aspecten

Dit besluit voorziet slechts in technische aanpassingen in verband met het DWU en de daarbij behorende rechtshandelingen van de Europese Commissie en brengt zelf geen financiële gevolgen met zich mee.

4. Uitvoeringskosten

Er zijn aan de maatregelen in dit besluit geen (nieuwe) additionele gevolgen verbonden voor de uitvoeringslasten voor de Belastingdienst.

5. Gevolgen voor bedrijfsleven en burger

Dit besluit voorziet slechts in technische aanpassingen, voornamelijk in verband met het DWU en brengt geen autonome administratieve lasten met zich mee.

II. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikelen I, II en III

Artikel I, onderdelen A, C, D, F, H, I, J, K, L, M, N, Q,R, T, U, W, X, Y, AA, CC, DD, EE, FF, HH, II, KK, LL, MM, NN, OO, PP en QQ, artikel II, onderdelen A en B, artikel III, onderdelen A en B (artikelen 1:1 en 1:7, opschrift van afdeling 1.3, artikelen 1:13, 1:20, 1:21 en 1:22, opschrift van hoofdstuk 2, artikelen 2:2 en 2:4, opschrift van afdeling 2.2, artikelen 2:8a en 2:13, opschrift van hoofdstuk 4 en afdeling 4.2, artikelen 4:6, 4:8 en 4:9, 5:1, 6:1a en 7:28, afdeling 7.5, artikelen 8:1a, 8:3, 8:5, 9:1, 10:4, 11:4, 11:6 en 11:7, bijlage VI en IXa van de Algemene douaneregeling, artikelen 16b en 19 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 en artikelen 22 en 40 van de Uitvoeringsregeling accijns)

Het DWU, de Gedelegeerde Verordening Douanewetboek van de Unie, de Uitvoeringsverordening Douanewetboek van de Unie en de Gedelegeerde Verordening overgangsregels Douanewetboek van de Unie zijn van toepassing met ingang van 1 mei 2016. Het CDW wordt met ingang van die datum door het DWU ingetrokken. Het TCDW wordt met ingang van die datum ingetrokken bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/481 van de Commissie van 1 april 2016 tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEU 2016, L 87). De huidige wetgeving bevat verwijzingen naar (bepalingen van) het CDW en de TCDW, alsmede begrippen uit deze verordeningen die niet meer terugkomen onder het DWU en de daarbij behorende Europese rechtshandelingen. De genoemde wijzigingsartikelen beogen de benodigde aanpassingen door te voeren om zo de huidige wetgeving op het punt van verwijzingen en de terminologie in overeenstemming te brengen met het DWU. Het betreft hier enkel technische aanpassingen.

Artikel I

Artikel I, onderdeel B (artikel 1:2 van de Algemene douaneregeling)

Naast de technische wijzigingen die zien op het omzetten van de artikelen uit het CDW, naar het DWU, vervallen de onderdelen die zien op de post en postzendingen. Deze termen komen naar aanleiding van de huidige wijzingen niet meer voor in de Adr. Als zodanig kunnen deze onderdelen komen te vervallen.

Artikel 1:2, onderdeel j, van de Adr betreft een nieuw onderdeel. Naast het DWU en de Gedelegeerde verordening Douanewetboek van de Unie en Uitvoeringsverordening Douanewetboek van de Unie is er ook een verordening met overgangsregels, zijnde de Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 van de Commissie van 17 december 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad met overgangsregels voor enkele bepalingen van het douanewetboek van de Unie voor de gevallen waarin de relevante elektronische systemen nog niet operationeel zijn, en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 (PbEU 2016, L 69) (Gedelegeerde Verordening overgangsregels Douanewetboek van de Unie). Omdat in de Adr in een aantal bepalingen gerefereerd wordt aan bepalingen van die overgangsregels, is artikel 1:2, onderdeel j, van de Adr gebruikt om in een definitie van de Gedelegeerde Verordening overgangsregels Douanewetboek van de Unie te voorzien. Daarmee wordt vermeden dat in de betreffende bepalingen van de Adr telkens de gehele titel van die verordening moet worden opgenomen.

Artikel I, onderdeel E (artikel 1:11 van de Algemene douaneregeling)

Artikel 1:11, eerste lid, van de Adr ziet op het vereisen van een vergunning voor het elektronisch verzenden van aangiften en berichten. Met het van toepassing worden van het DWU wordt het elektronisch verzenden van aangiften en kennisgevingen de standaardnorm. Derhalve is het vereisen van een vergunning niet meer noodzakelijk. Het blijft wel van belang dat de systemen van belanghebbende deze berichten kunnen uitwisselen met de geautomatiseerde systemen van de Douane en dat identificatie, autorisatie en authenticatie geborgd zijn.

Voor zover in de wettelijke bepalingen is voorgeschreven om in plaats van codes woorden te gebruiken worden in artikel 1:11, eerste lid, (nieuw) van de Adr limitatief de talen opgenomen die zijn toegestaan voor het invullen van de aangiften en kennisgevingen.

Artikel I, onderdeel G (de artikelen 1:19, 2:0a, 2:9, 2:10, 3:32, 4:4, 4:5, 4:7, 6:4a en 8:6 van de Algemene douaneregeling)

Het vervallen van de artikelen 1:19, 2:0a, 2:9, 2:10, 3:32, 4:7, 6:4a en 8:6 betreffen technische wijzigingen omdat deze artikelen op grond van het DWU niet meer aan de orde zijn.

Artikel 4:4 van de Adr komt te vervallen omdat hetgeen in dat artikel vermeld staat met betrekking tot het overgedragen van goederen tussen twee in de Benelux gevestigde vergunninghouders, ingevolge het DWU zal worden overgenomen in de voorwaarden van de vergunningen.

Artikel 4:5 van de Adr komt te vervallen, aangezien de in dat artikel genoemde situatie onder artikel 10:5 van de Adw valt.

Artikel I, onderdelen O en P (artikel 2:5 en afdeling 2.3 van de Algemene douaneregeling)

De term summiere aangifte voor tijdelijke opslag vervalt met het van toepassing worden van het DWU. De leden van artikel 2:5 die slechts zien op die summiere aangifte komen daarom te vervallen. Het taalregime is nu opgenomen in artikel 1:11, eerste lid, van de Adr. Als opvolger van de summiere aangifte voor tijdelijke opslag geldt de aangifte tot tijdelijke opslag, de bewoordingen in artikel 2:5 van de Adr worden op dat punt aangepast. Gezien het vorenstaande kunnen afdeling 2:3 met de daarin opgenomen artikelen 2:6 en 2:7 van de Adr komen te vervallen, deze eisen kunnen onder de vigerende regels van het DWU in de vergunning zelf worden geregeld.

Artikel I, onderdelen S en V (artikelen 3:13 en 4:2 van de Algemene douaneregeling)

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om een tweetal verwijzingen te actualiseren. In artikel 3:13 van de Adr wordt verwezen naar artikel 39 van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijk voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PbEU 2009, L 30). Deze verordening is vervangen door Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PbEU 2013, L 347). De verwijzing moet voortaan een verwijzing zijn naar artikel 32, zesde lid, van genoemde Verordening (EU) nr. 1307/2013.

In artikel 4:2 van de Adr wordt verwezen naar Verordening (EG) nr. 504/2008 van de Commissie van 6 juni 2008 ter uitvoering van de Richtlijnen 90/426/EEG en 90/427/EEG van de Raad wat betreft methoden voor de identificatie van paardachtigen (PbEU 2008, L 149). Deze verordening is ingetrokken en vervangen door Uitvoeringsverordening (EU) 2015/262 van de Commissie van 17 februari 2015 tot vaststelling van voorschriften overeenkomstig de Richtlijnen 90/427/EEG en 2009/156/EG van de Raad met betrekking tot de methoden voor de identificatie van paardachtigen (verordening paardenpaspoort) (PbEU 2015, L 59).

Artikel I, onderdeel Z (afdeling 4.3 van de Algemene douaneregeling)

De bepalingen over vrije zones en vrije entrepots in de Adw zijn vervallen. De reden hiervoor is dat onder het DWU de vrije zone type II niet meer voor komt en de vrije zone type I in Nederland niet bestaat. Daarnaast bestaat de douanebestemming vrije entrepots niet meer in het DWU. Om de Adr daarmee op een lijn te brengen vervalt afdeling 4.3 van de Adr.

Artikel I, onderdeel BB (artikel 5:4 van de Algemene douaneregeling)

Artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1340/2008 van de Raad van 8 december 2008 betreffende de handel in bepaalde ijzer- en staalproducten tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kazachstan (PbEU 2008, L 348) bepaalt dat die verordening komt te vervallen wanneer de Republiek Kazachstan toetreedt tot de Wereldhandelsorganisatie, de WTO. Aangezien die toetreding op 30 november 2015 heeft plaatsgevonden, kon met ingang van die datum het verbod op het zonder vergunning in het vrije verkeer brengen van ijzer- en staalproducten van oorsprong uit de Republiek Kazachstan, opgenomen in artikel 5:4 van de Adr, vervallen. Dit resulteert in het vervallen van genoemd artikel 5:4.

Artikel I, onderdelen GG en JJ (artikelen 8:2 en 8:7 van de Algemene douaneregeling)

Artikel 8:2 van de Adr behoeft aanpassing omdat de begrippen compensatierente en compenserende rente in het DWU zijn vervallen en een nieuw rentebegrip wordt toegevoegd, te weten de rente op achterstallen. Deze rente op achterstallen wordt door de inspecteur opgelegd in verband met een verlate boeking van de douaneschuld. In het DWU is niet geregeld hoe de rente op achterstallen berekend moet worden. Met de invoeging van artikel 8:7 in de Adr wordt hierin voorzien.

De wijze van berekening van de ter zake van een te late betaling van de hiervoor genoemde belastingschuld verschuldigde rente (kredietrente en vertragingsrente) wordt geregeld in artikel 34a van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. Deze rente wordt niet in rekening gebracht door de inspecteur, maar door de ontvanger.

Artikel I, onderdelen EE en RR (artikelen 7:29, 7:30 en bijlage XX van de Algemene douaneregeling)

Artikel 237 van het TCDW komen niet meer terug als zodanig onder het DWU of de daarbij behorende rechtshandelingen van de Europese Commissie. De artikelen die speciaal geschreven zijn met het ook op de Post, dienen derhalve te komen vervallen met ingang van 1 mei 2016. De faciliteiten die de Post nu gebruikt op grond van de Adr worden opgevangen door het verlenen van (de) vergunning(en) voor het beheer van opslagruimten voor tijdelijke opslag.

Artikel IV

Artikel IV, onderdelen A en B (opschrift van hoofdstuk III en artikel 34a van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990)

Het CDW laat het in rekening brengen van rente over aan de lidstaten. Daarom wordt ook bij het te laat betalen van een uitnodiging tot betaling van de verschuldigde belasting (indien geen uitstel is verleend) invorderingsrente in rekening gebracht. In het DWU worden nieuwe rentebegrippen geïntroduceerd die een vergelijkbaar resultaat hebben, maar een eigen rentevoet en grondslag kennen: de kredietrente en de vertragingsrente. Deze twee vormen van rente moeten worden onderscheiden van de rente op achterstallen. De berekeningswijze van de laatstgenoemde rente wordt geregeld in artikel 8:7 van de Adr, aangezien deze wordt opgelegd door de inspecteur daar deze verband houdt met de verlate boeking van de douaneschuld en niet met het te laat betalen van een uitnodiging tot betaling van verschuldigde belasting.

In het DWU is niet geregeld hoe de krediet- en vertragingsrente berekend moeten worden. Met de invoeging van artikel 34a in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt hierin voorzien. In die bepaling wordt geregeld dat voor de berekening van krediet- en vertragingsrente de voor de berekening van de invorderingsrente geldende artikelen 30, 31 en 32 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 van overeenkomstige toepassing zijn.

Artikel V

Artikel V (artikel XVI van de Wet aanpassingen aan het Douanewetboek van de Unie)

Met ingang van 1 mei 2016 vervallen de oude bepalingen die zien op de toelating douane-expediteur. Om een soepele overgang mogelijk te maken van de oude situatie naar de nieuwe eisen die worden gesteld aan de douanevertegenwoordiger op grond van het nieuwe artikel 1:10 van de Adw, wordt als overgangsbepaling bepaalt dat douane-expediteurs die toegelaten waren in de zin van de oude bepaling van artikel 1:9 van de Adw, voor de toepassing van artikel 1:10 Adw, worden geacht te voldoen aan de criteria, bedoeld in dat artikel, uiterlijk tot het moment dat beoordeling heeft plaatsgehad of wordt voldaan aan genoemde criteria of tot het moment dat om intrekking is verzocht dan wel sprake is van laakbare handelingen of een onherroepelijk veroordeling wegens een strafbaar feit zoals bedoeld in artikel 1:13 van de Adw zoals dat artikel luidde op 30 april 2016.

De beoordeling of aan de genoemde criteria is voldaan heeft uiterlijk plaats vóór 1 mei 2019.

Artikel VI

Artikel VI (inwerkingtreding)

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 mei 2016.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes


X Noot
1

Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PbEU 2013, L 269).

X Noot
2

Verordening (EEG) Nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG 1992, L 302).

X Noot
3

Verordening (EEG) nr. 3925/91 van de Raad van 19 december 1991 betreffende de afschaffing van de controles en de formaliteiten die van toepassing zijn op de handbagage en de ruimbagage van personen op intracommunautaire vluchten en op de bagage van personen bij intracommunautaire zeereizen (PBEG 1991, L 374).

X Noot
4

Verordening (EG) nr. 1207/2001 van de Raad van 11 juni 2001 betreffende procedures ter vergemakkelijking van de afgifte van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1, de opstelling van factuurverklaringen en formulieren EUR.2 en de afgifte van bepaalde vergunningen «toegelaten exporteur» in het kader van de bepalingen die voor het preferentiële handelsverkeer tussen de Europese Gemeenschap en sommige landen gelden en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3351/83 (PbEG 2001, L 165).

X Noot
5

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PbEU 2015, L 343).

X Noot
6

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PbEU 2015, L 343).

X Noot
7

Verordening (EEG) Nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG 1993, L 253).

X Noot
8

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 van de Commissie van 17 december 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad met overgangsregels voor enkele bepalingen van het douanewetboek van de Unie voor de gevallen waarin de relevante elektronische systemen nog niet operationeel zijn, en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 (PbEU 2016, L 69).

X Noot
9

Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 van de Commissie van 11 april 2016 tot vaststelling van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie voorziet (PbEU 2016, L 99).

X Noot
10

Kamerstukken II 2015/16, 34 409, nr. 3.

Naar boven