Verkeersbesluit voor het nemen van verkeersmaatregelen voor de scheepvaart in verband met het realiseren van een kitesurfzone in het Veluwemeer nabij Elburg

Datum: 19 april 2016

Nummer: RWS-2016/15171

Zaaknummer: WTW15827

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Begripsbepaling

In deze beschikking wordt verstaan onder:

‘de hoofdingenieur-directeur’:

de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Midden-Nederland, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht;

‘het hoofd district Noord’:

het hoofd van het district Midden-Nederland Noord, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht;

‘het hoofd afdeling vergunningverlening’:

het hoofd afdeling vergunningverlening, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht;

‘de waterbeheerder’:

de Minister van Infrastructuur en Milieu, per adres Rijkswaterstaat Midden-Nederland, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht, per e-mailadres: handhaving-middennederland@rws.nl;

‘BABS’:

Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer;

‘Svw’:

Scheepvaartverkeerswet;

‘Bpr’:

Binnenvaartpolitiereglement;

‘Awb’:

Algemene wet bestuursrecht.

OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT

Lifetime-Sport te Elburg wil het kitesurfen mogelijk maken op het Veluwemeer. Lifetime-Sport is voornemens een nieuwe kitesurfzone op het Veluwemeer te realiseren en een kitesurfschool te vestigen. Lifetime-Sport heeft daarom een verzoek ingediend tot het nemen van een verkeersbesluit voor het aanwijzen van een kitesurfgebied in het Veluwemeer nabij Elburg.

Naast de aanvraag voor een verkeersbesluit heeft Lifetime-Sport ook een aanvraag op basis van de Waterwet ingediend voor het plaatsen en behouden van een ballenlijn en boeien in het Veluwemeer nabij Elburg. Deze aanvraag is geregistreerd onder kenmerk wtw18841. Deze beschikking is verleend op 7 april 2015, met kenmerk RWS-2015/14461.

Juridisch kader

Op grond van artikel 9.05, lid 2 van het Binnenvaartpolitiergelement is het verboden om te varen met een door een vlieger voortbewogen plank. In het derde lid van dat artikel staat aangegeven dat de bevoegde autoriteit vaarwegen of gedeelten daarvan kan aanwijzen waarop het verbod, bedoeld in het tweede lid, overdag niet van toepassing is.

Op grond van artikel 2 Scheepvaartverkeerswet ben ik bevoegd een verkeersbesluit te nemen. Daarbij dien ik de in artikel 3 Svw opgenomen belangen in acht te nemen van onder meer een vlotte en veilige doorvaart en het voorkomen of beperken van schade en veiligheidsrisico’s in verband met schepen.

Op grond van artikel 5 Svw kan ik beslissen een verkeersteken aan te brengen en op grond van artikel 7 Svw kan ik besluiten, al dan niet onder voorwaarden, een ontheffing te verlenen van een verkeersbesluit.

In bijlage 7 van het Bpr zijn de verkeerstekens opgenomen. Onder A van deze bijlage de verbodstekens.

In bijlage 8 van het Bpr zijn regels opgenomen ten aanzien van de markering van het vaarwater.

Op grond van artikel 2 van het BABS mag het bevoegd gezag bij het nemen van een verkeersbesluit uitsluitend gebruikmaken van verkeerstekens die een gebod of verbod bevatten zoals is opgenomen in bijlage 7 en 8 van het Bpr.

Belangenafweging en motivering

Omdat steeds meer mensen de kitesurfsport willen beoefenen, is de behoefte aan kitesurfgebieden toegenomen. Lifetime-Sport te Elburg wil daarom het kitesurfen mogelijk maken op het Veluwemeer. Lifetime-Sport is voornemens een nieuwe kitesurfzone op het Veluwemeer te realiseren en een kitesurfschool te vestigen.

Door het aanwijzen van een kitesurfzone wordt het overige scheepvaartverkeer nabij het aangewezen gedeelte geïnformeerd dat er kitesurfers aanwezig kunen zijn. Bij het aanwijzen van de kitesurfzone is rekening gehouden met de afstand tot de scheepvaartroute, de scheiding van diverse recreatievormen zoals zwemmen en windsurfen en het houden van voldoende afstand tot de aangewezen gebieden vallende onder de Natuurbeschermingswet.

De kitesurfzone wordt gemarkeerd met betonning in het Veluwemeer. Op de betonning worden borden met aanwijzingen geplaatst.

Door de genomen maatregelen zijn de belangen van de Scheepvaartverkeerswet in acht genomen.

Overleg

Bij de voorbereiding van het besluit heb ik zienswijzen gevraagd aan de gemeente Elburg, de Provincie Flevoland, de Hiswa en de Gastvrije Randmeren.

De Provincie Flevoland heeft aangegeven al een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet te hebben afgegeven en om die reden geen bezwaar te hebben. De Gastvrije Randmeren heeft ook positief gereageerd en geeft aan al langere tijd in gesprek te zijn met Lifetime Sport voor het realiseren van het kitesurfgebied. De Hiswa heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.

De gemeente Elburg heeft aangegeven de conceptversie van het Besluit te willen zien. Naar aanleiding van het toezenden van de conceptversie van het Besluit, heeft de gemeente positief gereageerd en geeft aan dat de gemeentelijke belangen niet rechtstreeks worden geschaad bij het nemen van dit besluit.

Procedure

Door mij is geen voorbereidingsprocedure op grond van de Algemene wet bestuursrecht, afdeling 3.4, gevolgd. Reden hiervan is, dat ik ervan uitga dat andere belanghebbenden door het nemen van dit besluit niet in hun rechten worden aangetast.

BESLUIT:

Op grond van vorenstaande overwegingen besluit ik op grond van de artikelen 2, 3, 5 en 7 van de Scheepvaartverkeerswet, juncto artikel 2 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het Scheepvaartverkeer juncto bijlage 7 en 8 van het Binnenvaartpolitiereglement:

  • 1. dat het een gemarkeerde kitesurfzone betreft op de locatie zoals aangegeven in Bijlage 1 van dit verkeersbesluit;

  • 2. dat de kitesurfzone kenbaar wordt gemaakt door de aan te brengen betonning met het aanwijzingsteken E.20 ‘zeilplanken toegestaan’ met onderbord ‘Skysurfen’, van bijlage 7 van het Bpr;

  • 3. dat deze verkeersmaatregel van kracht is jaarlijks in de periode 1 april tot en met 30 september.

ONDERTEKENING

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, het hoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat Midden-Nederland, R.M. Kok

MEDEDELINGEN

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu en worden gezonden aan de hoofdingenieur-directeur van RWS Midden-Nederland, t.a.v. de afdeling Werkenpakket, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. de naam en het adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en

  • d. de gronden van het bezwaar.

Indien een bezwaarschrift is ingediend, is het mogelijk om daarnaast een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de rechtbank binnen het rechtsgebied waarin de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. Het verzoek dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. de naam en het adres van de verzoeker;

  • b. de dagtekening;

  • c. de gronden van het verzoek (motivering).

Bij het verzoek dient voorts een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd. Zo mogelijk wordt tevens een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft, overgelegd. Naar aanleiding van het verzoek kan de Voorzieningenrechter een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

Voor de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. De griffier van de betrokken rechtbank wijst de verzoeker na indiening van diens verzoek op de verschuldigdheid van het griffierecht en bericht de verzoeker binnen welke termijn en op welke wijze het verschuldigde griffierecht moet worden voldaan.

Indien het bezwaar- en/of verzoekschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het verzoek noodzakelijk is, dient de indiener zorg te dragen voor een vertaling.

BIJLAGE 1. SITUATIETEKENING

Behorende bij de beschikking van de Minister van Infrastructuur en Milieu van heden.

Naar boven