Besluit van de Minister van Economische Zaken van 24 april 2016, nr. WJZ/16044692, houdende wijziging van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2015

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2015 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, onderdeel g, wordt na ‘benoeming,’ ingevoegd: goedkeuring van benoemingen,.

2. Onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het slot van artikel 5, eerste lid, onderdeel i, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • j. aangelegenheden op het gebied van de Wet hergebruik van overheidsinformatie, waaronder begrepen het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, voor zover niet behorend tot het werkterrein van een hoofd van dienst.

B

Na artikel 11 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11a

Aan de Nationaal Coördinator Groningen wordt mandaat en machtiging verleend inzake:

  • a. benoeming, schorsing, ontslag en vergoeding van de leden van de Raad van Arbiters Aardbevingsschade;

  • b. benoeming, schorsing, ontslag en vergoeding van de leden van de Commissie bijzondere situaties.

C

Artikel 12, tweede lid, komt als volgt te luiden:

  • 2. Aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken wordt voorts volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van verplichtingen inzake het verlenen van opdrachten aan externe juridische dienstverleners, met uitzondering van verplichtingen op het werkterrein van de hoofden van dienst, genoemd in artikel 1, onderdeel d, onder 15°, 16° en 17°.

D

De bijlage wordt gewijzigd als volgt:

1. Onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het slot van paragraaf II, derde lid, onderdeel m, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • n. aangelegenheden op het gebied van de Wet hergebruik van overheidsinformatie, voor zover niet behorend tot het werkterrein van een hoofd van dienst.

2. Onder vervanging van de puntkomma door een punt aan het einde van paragraaf III, onderdeel A, derde lid, onderdeel e, vervalt onderdeel f.

3. Paragraaf III, onderdeel G, vervalt.

4. Onder verlettering van paragraaf XVI, tweede lid, onderdelen c tot en met g tot d tot en met h, wordt een onderdeel ingevoegd luidende:

  • c. het toezien op de naleving van het bij of krachtens de Wet windenergie op zee bepaalde;.

5. Paragraaf XVI, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Het Staatstoezicht op de mijnen bestaat uit:

    • a. de directie Toezichtsbeleid;

    • b. de directie Bestuurszaken;

    • c. de directie Ondergrond en Boren;

    • d. de directie Engineering en Netbeheer.

6. Onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het slot van paragraaf XVIII, tweede lid, onderdeel mm, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • nn. het in opdracht van een hoofd van dienst voeren van het secretariaat van een adviescollege of adviescommissie, inclusief het betalen van de vergoedingen aan leden daarvan en het regelen van alle benodigde faciliteiten.

7. Onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het einde van paragraaf XIX, tweede lid, onderdeel e, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f. het uitvoeren van subsidieregelingen op het terrein van verbetering van telecommunicatievoorzieningen in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

ARTIKEL II

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2016, waarbij artikel I, onderdeel C en artikel I, onderdeel D, tweede en derde lid, terugwerken tot en met 1 april 2016 en artikel I, onderdeel D, zesde lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2016.

  • 2. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 april 2016, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 mei 2016.

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid, treedt artikel I, onderdeel D, zevende lid, in werking met ingang van 1 juli 2016.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 april 2016

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen zes weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK ’s-Gravenhage.

Naar boven