Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 20 april 2016, nr. IENM/BSK-2016/75826 tot wijziging van de Subsidieregeling verwijderen asbestdaken in verband met het mogelijk maken van een hersteltermijn voor aanvragen waarbij de asbestverwijdering niet in het LAVS is opgenomen

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 10, vierde lid, en 13 van het Kaderbesluit subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling verwijderen asbestdaken wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot vierde tot en met zesde lid, wordt een lid ingevoegd luidende:

  • 3. De aanvraag bevat het nummer dat is toegewezen aan het object in het landelijk asbestvolgsysteem waaronder de melding van de verwijdering van een asbestdak is ingevoerd.

2. Het vijfde (nieuw) lid komt te luiden:

  • 5. De factuur, bedoeld in het vierde lid, bevat ten minste de volgende gegevens:

    • a. de adresgegevens van het object waarvan het asbestdak is verwijderd;

    • b. het aantal verwijderde m2 asbestdak.

B

Artikel 7, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel d wordt de puntkomma vervangen door ‘,of’;

2. Aan het slot van onderdeel e wordt de puntkomma vervangen door een punt en vervalt ‘of’;

3. Onderdeel f vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

1. Aanleiding

Per 1 januari 2016 is de Subsidieregeling verwijderen asbestdaken opengesteld. Een voorwaarde voor subsidieverlening is dat de asbestverwijdering is opgenomen in het landelijk asbestvolgsysteem (LAVS). Dit maakt zowel de indiening van de subsidieaanvraag, als de handhaafbaarheid, een stuk eenvoudiger.

Gebruik van het LAVS is echter (nog) niet verplicht voorgeschreven en veel asbestverwijderingen worden nog niet vrijwillig gemeld in het LAVS. Uit de eerste ervaringen met de subsidieregeling blijkt dat een aanzienlijk deel van de subsidieaanvragen daardoor niet in aanmerking komt voor subsidie. Het doel van de subsidieregeling is een laagdrempelige stimulans te vormen voor de verwijdering van asbestdaken. Dit doel wordt niet bereikt doordat veel aanvragen niet voldoen aan de vereisten van de subsidieregeling en de huidige regeling weinig ruimte voor herstel kent.

De subsidieregeling bood geen ruimte om de aanvraag aan te vullen of te herstellen als een aanvraag is ingediend zonder voorafgaande melding in het LAVS. Het is wenselijk om in het geval dat een asbestverwijdering niet is opgenomen in het LAVS de aanvrager de mogelijkheid te bieden om de inschrijving aan te vullen. Deze wijzigingsregeling maakt dit mogelijk.

2. Hersteltermijn mogelijk maken

Het bieden van het aanvullen van de aanvraag met het LAVS nummer door middel van een hersteltermijn wordt mogelijk door het schrappen van de afwijzingsgrond en het aanscherpen van de inhoudsvereisten van de aanvraag. Dit heeft tot gevolg dat een aanvraag die wordt ingediend voordat de melding in het LAVS is ingevoerd of zonder vermelding van het juiste LAVS nummer weliswaar niet voldoet aan de formele vereisten voor het in behandeling nemen van de aanvraag, maar herstel mogelijk is.

In het geval de inhoud van de aanvraag niet voldoet aan de formele vereisten voor de aanvraag, waaronder de eisen die op grond van deze regeling worden gesteld, wordt op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid geboden om dit verzuim te herstellen. Indien, binnen de gestelde termijn, alsnog aan de indieningvereisten wordt voldaan, wordt de aanvraag in behandeling genomen.

De Algemene wet bestuursrecht geeft geen vaste termijn die moet worden geboden om een gebrek in een aanvraag te herstellen. Het bestuursorgaan kan dit op basis van redelijkheid bepalen. De Rijksdienst voor ondernemend Nederland, die deze subsidieregeling uitvoert, zal namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu een redelijke termijn bieden voor herstel, als een aanvraag wordt ingediend zonder LAVS nummer.

Een aanvraag is alleen volledig als, naast de andere voorwaarden, een LAVS nummer wordt opgegeven waaronder de melding van de verwijdering in het LAVS is geregistreerd. Een LAVS nummer van een ander object dan waarvoor subsidie wordt aangevraagd voldoet vanzelfsprekend niet. Een aanvraag met een LAVS nummer van een object waarvoor (nog) geen melding van een verwijdering is geregistreerd in het LAVS, voldoet evenmin aan de eisen.

3. Vereenvoudiging eisen aan factuur

Uit de eerste aanvragen blijkt dat de factuur van de asbestverwijdering vaak niet voldoet aan de eisen voor subsidieverlening. In dat geval moet de asbestverwijderaar een nieuwe factuur opstellen zodat deze bij de aanvraag kan worden bijgevoegd. Het is van belang dat bepaalde informatie in de factuur wordt opgenomen om te verifiëren dat de asbestsanering waarvoor subsidie wordt aangevraagd ook daadwerkelijk is uitgevoerd. Dat kan bij nader inzien echter ook met minder gegevens dan in de subsidieregeling werden vereist. Daarom worden de eisen aan de factuur in artikel 6, vierde lid, beperkt tot het adres van het object en de aantal m² asbestdak. De overige informatie kan worden geverifieerd door het LAVS te raadplegen.

4. Uitvoering, administratieve lasten en handhaving

Het concept van deze regeling is besproken met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, die de regeling uitvoert. De wijziging van de regeling maakt de uitvoering eenvoudiger. Het bieden van een hersteltermijn en het verwerken van de aangevulde aanvraag is eenvoudiger dan de verwachte bezwaren en beroepen bij het afwijzen van aanvragen.

Het schrappen van enkele voorwaarden voor de aanvraag vermindert de administratieve lasten ook iets. Met name in het geval de asbestverwijderaar geen factuur heeft opgesteld die voldoet aan de eisen van de subsidieregeling, wordt een vermindering van de administratieve lasten bereikt. Aangezien er minder eisen gelden voor de aanvraag zal de aanvrager minder vaak terug moeten naar de verwijderaar voor een aangepaste factuur.

De eisen aan de factuur waren oorspronkelijk opgenomen als controlemechanisme voor de gegevens die door de aanvrager van de subsidie worden aangeleverd. De factuur moet worden opgesteld door een gecertificeerd verwijderingsbedrijf, die zelf niet de aanvraag voor subsidie doet. De meeste gegevens moeten door het bedrijf echter ook in het LAVS worden ingevuld. De verwachting is dat de wijziging in deze regeling daardoor geen nadelig gevolg heeft voor de handhaafbaarheid van de regeling.

5. Inwerkingtreding

Met deze regeling wordt een onwenselijke situatie die tijdens de uitvoering van de subsidieregeling is gebleken, verholpen. Omdat dit een ondergeschikte wijziging betreft, zonder grote gevolgen voor de rechten en plichten van burgers of de uitvoeringspraktijk, wordt geen gelegenheid geboden voor internetconsultatie. Eveneens wordt gebruik gemaakt van de uitzonderingsmogelijkheid op de gebruikelijke termijn tussen publicatie en inwerkingtreding en de vaste verandermomenten (Aanwijzingen voor de regelgeving, aanwijzing 174, vierde lid, onder c). Dit om de ongewenste situatie zo snel mogelijk te beëindigen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

Naar boven