BELEIDSREGELS OM

ZELFMELDBELEID OM per 22 april 2016

In het Verbeterprogramma Maatschappelijke Veiligheid van het Openbaar Ministerie1 kondigt het OM in reactie op het rapport van de commissie Hoekstra concrete maatregelen aan. Aan deze maatregelen wenst zij samen met de betrokken ketenpartners op korte termijn invulling te geven. De maatregelen op het gebied van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen raken aan het zgn. zelfmeldbeleid.2 Vooruitlopend op een wijziging van de vigerende wet- en regelgeving en de relevante OM-beleidsregels hanteert het OM per 22 april 2016 het volgende beleid.

Psychische gesteldheid

De in bijlage 1 van de Aanwijzing executie opgenomen catalogus van gevallen waarin de status van zelfmelder in beginsel niet wordt toegekend, is niet limitatief. De psychische gesteldheid van de veroordeelde kan meewegen bij het bepalen of hij in aanmerking komt voor de status van zelfmelder. Dit geldt met name indien er mogelijk sprake is van een gevaar voor de veiligheid van de samenleving (‘verward persoon’). Ook anderszins kan aan de zijde van het OM sprake zijn van gerede twijfel over de vraag of betrokkene, gelet op zijn psychische gesteldheid, zal verschijnen op een oproep. Indien het OM van oordeel is dat de psychische gesteldheid van veroordeelde aan melden in de weg staat, blijft aanmerking als zelfmelder achterwege.

Intrekking

In bijzondere situaties kan een reeds verkregen status ook worden ingetrokken. Dit speelt onder meer wanneer zich tijdens de zelfmeldprocedure nieuwe informatie aandient over de psychische gesteldheid van betrokkene. Bijvoorbeeld wanneer een zelfmelder opnieuw in aanraking komt met de politie dan wel dat er sprake is van enige psychische problematiek, die duidt op een mogelijk gevaar voor de veiligheid van de samenleving. In een dergelijk geval kan de officier van justitie of advocaat-generaal beslissen de zelfmeldprocedure met betrekking tot betrokkene stop te zetten en tot onmiddellijke tenuitvoerlegging van de straf over te gaan.

Actualisering

De bijlage is verder geactualiseerd.

BIJLAGE 1

Gelet op het hiervoor beschreven beleid geldt ten aanzien van de Aanwijzing Executie (2014A013), Stcrt. 2014, 37617, per 22 april 2016 het volgende.

Bijlage 1 bij de Aanwijzing wordt als volgt gewijzigd:

De tweede paragraaf wordt vervangen door:

‘Wanneer een veroordeelde voor toewijzing van de status van zelfmelder in aanmerking komt, verzendt de Divisie Individuele Zaken van DJI een oproepbrief naar de veroordeelde.’

In de derde paragraaf wordt na ‘komt’ ingevoegd:

‘of geen gehoor geeft aan de oproeping’ (...)

Aan het slot van de vierde paragraaf wordt de laatste situatie (‘de bijzondere aard en ernst van het strafbaar feit waarvoor aan de veroordeelde straf is opgelegd daaraan in de weg staan.’) vervangen door:

‘de bijzondere aard en ernst van het strafbaar feit waarvoor aan de veroordeelde straf is opgelegd of de psychische gesteldheid van de veroordeelde, met name indien deze duidt op een mogelijk gevaar voor de veiligheid van de samenleving, daaraan in de weg staan.

In bijzondere situaties kan een verkregen status worden ingetrokken, indien daartoe naar het oordeel van het OM aanleiding bestaat. Hierbij kan gedacht worden aan de situatie waarin een zelfmelder opnieuw in aanraking komt met de politie dan wel dat er sprake is van enige psychische problematiek, die duidt op een mogelijk gevaar voor de veiligheid van de samenleving’ (...).


X Noot
1

Brief van het Ministerie van V&J aan de Tweede Kamer d.d. 20 november 2015

X Noot
2

Een zelfmelder is een veroordeelde met een onherroepelijke onvoorwaardelijke vrijheidsstraf, die zich, na een daartoe ontvangen oproep, zelf dient te melden bij een penitentiaire inrichting voor het ondergaan van de opgelegde vrijheidsstraf. Het CJIB bepaalt in opdracht van het OM of een veroordeelde met een lopend vonnis in aanmerking komt voor de status van zelfmelder.

Naar boven