Benoeming en bezoldiging voorzitter van het bestuur Luchtverkeersleiding Nederland, Ministerie van Infrastructuur en Milieu

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu deelt hierbij mede dat bij besluit van 11 april 2016 de heer drs. M.W.A. van Dorst met ingang van 1 mei 2016 voor de duur van vijf jaren is benoemd tot voorzitter van het bestuur van Luchtverkeersleiding Nederland.

Bij gezamenlijk besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, is de bezoldiging van de heer drs. M.W.A. van Dorst, op basis van artikel 2.4, tweede lid, van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), voor deze benoemingsperiode vastgesteld op maximaal EUR 229.000,- per kalenderjaar. Dit bedrag zal de gehele benoemingsperiode niet worden geïndexeerd.

Toelichting

Luchtverkeersleiding Nederland (hierna: LVNL) valt onder de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Topfunctionarissen bij LVNL zijn dan ook onderworpen aan het WNT-bezoldigingsmaximum. Op grond van artikel 2.4 van de WNT kan op individuele basis worden besloten dat partijen een hogere bezoldiging mogen overeenkomen dan de maximumbezoldiging. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben conform artikel 2.4, eerste lid, van de WNT in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad besloten, dat de heer drs. M.W.A. van Dorst op individuele basis in aanmerking komt voor een hogere bezoldiging dan het WNT-bezoldigingsmaximum in verband met de vervulling van het voorzitterschap van het bestuur van LVNL. Daartoe wordt het volgende opgemerkt.

LVNL is een organisatie die als voornaamste verantwoordelijkheid heeft een veilige en efficiënte begeleiding van het vliegverkeer boven Nederland. LVNL levert hoogwaardige luchtverkeersleiding in het Nederlandse luchtruim. De luchthaven Schiphol behoort daarbij tot de meest complexe onderdelen van het Europese luchtruim.

Voor de luchtverkeersleiders is het van groot belang dat de voorzitter van het bestuur van LVNL gezag uitstraalt, waarbij het noodzakelijk is dat de bestuursvoorzitter ruime ervaring heeft in de luchtvaartsector hetzij als luchtverkeersleider, hetzij als piloot.

Daarnaast staat LVNL voor de opgave bij te dragen aan grote aanpassingen in de Europese luchtvaartsector en de realisatie van nationale luchtvaartprojecten zoals Lelystad en de civiel-militaire samenwerking. LVNL kampt daarnaast met een tekort aan luchtverkeersleiders en heeft LVNL te maken met de aanpassing van de arbeidsvoorwaarden naar aanleiding van het onderzoek van de commissie-Vreeman.

Deze opgaven vereisen bijzondere management- en onderhandelingskwaliteiten, empathisch vermogen en een afkomst uit de sector zelf, hetzij als luchtverkeersleider, hetzij als piloot/gezagvoerder. Daarnaast is het essentieel dat de nieuwe voorzitter die kwaliteiten heeft om namens Nederland een stempel te drukken op die transformatie en de belangen van Nederland zichtbaar te vertalen.

Naast de noodzaak voor genoemde specifieke kwaliteiten is op dit moment sprake van schaarste op de arbeidmarkt, ook internationaal, waarmee het verantwoord is in dit unieke geval een uitzondering toe te staan.

De heer drs. M.W.A. van Dorst

Tijdens de wervingsprocedure is een kandidaat gevonden die aan het profiel en de gestelde eisen voldoet, de heer drs. M.W.A. van Dorst. De heer Van Dorst is piloot, tot voor kort Executive vicepresident Flight Operations bij KLM en lid van het Operations Committee van IATA. Hierdoor beschikt hij over een unieke combinatie van kennis en ervaring in de luchtvaartsector – nationaal en internationaal – en heeft tevens managementervaring opgedaan bij KLM. Hij heeft hierdoor zowel gezag in de sector als bij de luchtverkeersleiders.

De heer Van Dorst had in zijn vorige functie een bezoldiging die beduidend hoger lag dan de bezoldiging in het onderhavige besluit. Hij is daarmee bereid genoegen te nemen met een lagere bezoldiging om deze overstap naar de publieke sector te maken.

Tegen deze achtergrond heeft het kabinet besloten tot een uitzondering op basis van artikel 2.4 van de WNT.

Naar boven