De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op de artikelen 164, vierde lid, en 166, van de Wet primair onderwijs BES;
Besluit:
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a. wet:
-
Wet primair onderwijs BES;
Artikel 2. Bedrag per leerling
Het bedrag per leerling, bedoeld in artikel 164, eerste lid, van de wet, bedraagt
USD 4.300,00.
Artikel 3. Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid
De omvang van de bekostiging, bedoeld in artikel 166 van de wet, bedraagt USD 37.500,00
als het aantal leerlingen op de teldatum, bedoeld in artikel 102 van de wet, groter
is dan nul.
Artikel 4. Betaalritme
De maandelijkse betaling van de bekostigingsbedragen voor personeelskosten, bedoeld
in artikel 2 en artikel 3, vindt plaats op grond van de volgende percentages:
|
Augustus
|
7,13%
|
|
September
|
7,13%
|
|
Oktober
|
7,13%
|
|
November
|
7,13%
|
|
December
|
7,15%
|
|
Januari
|
9,33%
|
|
Februari
|
9,33%
|
|
Maart
|
9,33%
|
|
April
|
9,33%
|
|
Mei
|
9,33%
|
|
Juni
|
9,33%
|
|
Juli
|
8,35%
|
Artikel 5. Inwerkingtreding
-
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2016.
-
2. Deze regeling heeft betrekking op het schooljaar 2016–2017 en vervalt met ingang
van 1 augustus 2026, met dien verstande dat deze van toepassing blijft voor het tijdvak
waarvoor zij gelding had.
Artikel 6. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bekostiging personeel PO BES 2016–2017.
TOELICHTING
Algemeen
Met deze regeling worden het bedrag per leerling en het P&A-budget voor de personele
bekostiging voor het primair onderwijs in Caribisch Nederland vastgesteld voor het
schooljaar 2016–2017.
Wijziging ten opzichte van schooljaar 2015–2016
Het bedrag per leerling is gestegen van USD 3085,33 naar USD 4.300,00. Dit is het
gevolg van een analyse van de toereikendheid van de bekostiging en de introductie
van een nieuw bekostigingsmodel.
Bij de invoering van de lumpsumsystematiek voor de scholen in Caribisch Nederland
in 2011 is afgesproken om na drie jaar een analyse uit te voeren van de toereikendheid
van de bekostiging. Destijds is bij gebrek aan informatie over de financiële positie
van de scholen gekozen voor een overgangsbekostiging. Op basis van de jaarrekeningen
van 2011, 2012 en 2013 is een analyse uitgevoerd van de toereikendheid van de bekostiging.
De uitkomst van de analyse is dat de bekostiging over het algemeen toereikend is,
maar dat er niet te rechtvaardigen verschillen bestaan tussen scholen.
De analyse van de bekostiging heeft geleid tot het voornemen om vanaf het schooljaar
2016–2017 een nieuw model te introduceren voor de personele bekostiging. Het nieuwe
model bestaat uit een bedrag per leerling en enkele aanvullende bekostigingsgrondslagen.
Het bedrag per leerling wordt krachtens artikel 164, vierde lid, van de wet, vastgesteld
in deze regeling. Het P&A-budget is een vorm van aanvullende bekostiging. Het P&A-budget
wordt gelet op artikel 166 van de wet in deze regeling vastgesteld. De hoogte van
het P&A-budget is in 2016/2017 ongeveer een vierde van het P&A-budget van 2015/2016.
De rest van het P&A-budget zit verwerkt in het bedrag per leerling.
De overige bij het nieuwe model behorende aanvullende bekostigingsgrondslagen worden
van kracht door een wijziging van het Besluit bekostiging WPO BES die op dit moment
in procedure is. De regering streeft ernaar het gewijzigde besluit op 1 augustus 2016
in werking te laten treden. De hoogte van de bekostiging die wordt verstrekt voor
de aanvullende bekostigingsgrondslagen, zal op dat moment door een wijziging van1 deze regeling worden bepaald.
De hoogte van de bekostiging volgt uit de analyse van de jaarrekeningen 2011, 2012
en 2013. De bekostiging doet recht aan de eilandspecifieke omstandigheden en moet
toereikend worden geacht voor alle scholen om voor een goede onderwijskwaliteit te
zorgen. De herverdeeleffecten ten opzichte van de voorafgaande schooljaren zijn klein.
De totale personele bekostiging komt er als volgt uit te zien:
-
1.) Bedrag per leerling: USD 4.300,00
-
2.) Aanvullende bekostiging voor kleine scholen, schoolleiding, onderwijsachterstanden
én P&A-budget: USD 150.000,00*
-
3.) Aanvullende bekostiging voor zorg voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte
op Sint Eustatius en Saba: 14,77% van 1 + 2*
-
4.) Aanvullende bekostiging in verband met het prijspeil voor Sint Eustatius en Saba:
16,00% van 1+2+3*
-
5.) Aanvullende bekostiging voor een bestuur met één school op een eiland: USD 100.000*
Het betaalritme van de onderdelen 1 en 2 wordt geregeld in artikel 4 van deze regeling.
Onderdeel 5 volgt hetzelfde betaalritme. De onderdelen 3 en 4 zullen een ander betaalritme
hebben.
Het betaalritme voor onderdeel 3 zal als volgt zijn*:
|
Augustus
|
8,30%
|
|
September
|
8,30%
|
|
Oktober
|
8,30%
|
|
November
|
8,30%
|
|
December
|
8,53%
|
|
Januari
|
8,30%
|
|
Februari
|
8,30%
|
|
Maart
|
8,30%
|
|
April
|
8,30%
|
|
Mei
|
8,30%
|
|
Juni
|
8,30%
|
|
Juli
|
8,47%
|
Het betaalritme voor onderdeel 4 zal als volgt zijn2:
|
Augustus
|
7,25%
|
|
September
|
7,25%
|
|
Oktober
|
7,25%
|
|
November
|
7,25%
|
|
December
|
7,35%
|
|
Januari
|
9,05%
|
|
Februari
|
9,05%
|
|
Maart
|
9,05%
|
|
April
|
9,05%
|
|
Mei
|
9,05%
|
|
Juni
|
9,05%
|
|
Juli
|
9,35%
|
Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid
De wijzigingen hebben geen gevolgen voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. De
Dienst Uitvoering Onderwijs heeft aangegeven dat de regeling uitvoerbaar en handhaafbaar
is.
Administratieve lasten
De administratieve lasten voor de scholen veranderen door de wijzigingen ten opzichte
van het voorgaande schooljaar niet.
Financiële gevolgen
De totale personele bekostiging stijgt van ongeveer € 11,65 mln. in 2015/2016 naar
ongeveer € 11,80 mln. in 2016/2017.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker