Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 4 april 2016, nr. MinBuza-2016.173312, houdende wijziging van de Sanctieregeling Al-Qa’ida 2011

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Financiën;

Gelet op Verordening (EU) nr. 2016/363 van de Raad van 14 maart 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 tot vaststelling van beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa’ida-netwerk (Pb L 68);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977,

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2, tweede lid, van de Sanctieregeling Al-Qa’ida 2011 komt te luiden:

  • 2. De bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 2 bis en 4 van Verordening (EG) nr. 881/2002, is de Minister van Financiën dan wel de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking elk voor het gebied waartoe hun competentie zich uitstrekt. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 881/2002, is, afhankelijk van de aard van de informatie, de Minister van Financiën dan wel de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

TOELICHTING

De onderhavige wijziging van de Sanctieregeling Al-Qa’ida 2011 strekt tot het aanwijzen van de bevoegde autoriteiten als gevolg van Verordening (EU) nr. 2016/363 van de Raad van 14 maart 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 tot vaststelling van beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa’ida-netwerk (Pb L 68). In deze verordening wordt uitvoering gegeven aan Besluit (GBVB) 2016/368 van de Raad van 14 maart 2016 tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de leden van de Al-Qa’ida-organisatie en andere daarmee verbonden personen, groepen ondernemingen en entiteiten (Pb L 68). In voornoemd besluit heeft de Raad van de Europese Unie het toepassingsgebied van de beperkende maatregelen uitgebreid met personen en entiteiten die banden hebben met de organisatie ISIS.

Voor meer informatie over de beperkende maatregelen zij verwezen naar de website www.rijksoverheid.nl/sancties.

Ten slotte kan worden gemeld dat de onderhavige regeling strekt tot naleving van internationale verplichtingen en dat uit dien hoofde inwerkingtreding niet plaatsvindt conform de Vaste Verander Momenten-systematiek.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven