Wijziging beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2015 voor zorgkantoren

De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland,

Gelet op artikel 91, eerste lid van de Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 4.4 van het Besluit Wfsv, juncto 4.2.4, tweede lid van de Wet langdurige zorg, de Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2015 en de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2015;

heeft in zijn vergadering van 29 februari 2016 besloten:

ARTIKEL I

De Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2015 voor zorgkantoren worden als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Het Zorginstituut verdeelt over het jaar 2015 een totaalbedrag van 75,757 miljoen euro aan besteedbare middelen beheerskosten over de zorgkantoren.

B

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

In het eerste lid wordt de eerste volzin vervangen door:

Uiterlijk op de eerste werkdag van mei 2016 stelt het Zorginstituut over het jaar 2015 het beheerskostenbudget, verminderd met 2,000 miljoen euro, nader vast.

C

Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7a

  • 1. Het Zorginstituut reserveert een bedrag van 2,000 miljoen euro voor de kosten die de zorgkantoren maken in verband met externe juridische kosten naar aanleiding van huisbezoeken in het kader van de PGB.

  • 2. Het Zorginstituut zal het in het eerste lid genoemde bedrag in de definitieve vaststelling 2015 aanwenden voor de vergoeding van de door de zorgkantoren ingediende kosten.

D

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

Onder vernummering van het tweede tot het vierde lid worden de volgende leden ingevoegd:

  • 2. Het Zorginstituut vergoedt de in artikel 7a bedoelde kosten naar werkelijke kosten met inachtneming van de correcties van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

  • 3. In afwijking van het tweede lid vergoedt het Zorginstituut de in het artikel 7a bedoelde kosten naar evenredigheid van de per zorgkantoor ingediende kosten, wanneer de totale kosten hoger zijn dan 2,000 miljoen euro.

ARTIKEL II

Dit besluit wordt aangehaald als: Wijziging beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten zorgkantoren Wlz 2015.

Dit besluit wordt in de Staatscourant geplaatst. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na uitgifte van de Staatscourant waarin deze wordt geplaatst.

Voorzitter Raad van Bestuur A. Moerkamp

Goedgekeurd door de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij brief van 25 maart 2016, kenmerk 950933-148906-Z.

TOELICHTING

In de Wlz is in artikel 4.2.4 een onderscheid gemaakt tussen de taken van de Wlz-uitvoerders in de hoedanigheid van zorgkantoor en de overige taken. In aansluiting hierop is in de Aanwijzing van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) voor 2015: kenmerk 702090-131223-Z, (hierna de Aanwijzing) een splitsing aangebracht in de budgetten voor de taken die de zorgkantoren uitvoeren en de overige taken van de Wlz-uitvoerders. Deze overige taken worden formeel uitgevoerd door de Wlz-uitvoerders maar in de praktijk geheel of gedeeltelijk uitbesteed aan de zorgkantoren.

De staatssecretaris van VWS heeft bij Nadere aanwijzing (kenmerk 874087-144486-Z) de besteedbare middelen beheerskosten Wlz voor het jaar 2015 met 9,865 miljoen euro naar boven bijgesteld. Dit bedrag is bestemd ter dekking van de uitgaven voor de uitvoering van de Wlz door zowel de Wlz-uitvoerders als de zorgkantoren. In deze beleidsregels wordt een deel van die besteedbaar gestelde middelen bestemd voor de zorgkantoren. De middelen die het Zorginstituut met de Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz zorgkantoren 2015 eerder heeft vastgesteld, zijn door de staatssecretaris naar boven bijgesteld.

Met deze wijziging van de beleidsregels heeft het Zorginstituut een bedrag van 6,476 miljoen euro toegevoegd aan de middelen bestemd voor de zorgkantoren. Het totaalbudget voor de zorgkantoren voor het jaar 2015 komt hiermee op 75,757 miljoen euro. Dit bedrag is als volgt berekend:

Omschrijving

Bedrag (1 = 1 mln)

Eerder vastgesteld totaalbudget zorgkantoren Wlz

69,281

Loon/prijs bijstelling (-1,35%)

–0,850

Structurele uitvoering PGB

–1,129

Incidentele toevoeging voor Bewuste keuze gesprekken

0,109

Incidentele vermindering voor huisbezoeken PGB

–0,424

Incidentele toevoeging voor de afbouw pilot ZZP

0,100

Incidentele toevoeging voor Trekkingsrechten PGB

5,850

Incidentele toevoeging voor extra inspanningen i.v.m. overgangsrecht

0,820

Incidentele toevoeging voor juridische kosten i.v.m. huisbezoeken PGB

2,000

Totaal

75,757

Nacalculatie voor loon- en prijsbijstelling

De besteedbare middelen worden jaarlijks aangepast op grond van de werkelijke loon- en prijsontwikkeling. Voor het jaar 2015 wordt nu uitgegaan van een loon- en prijsontwikkeling van 0,15%. Het bedrag van de verhoging op grond van de loon- en prijsontwikkeling bedraagt 0,095 miljoen euro (0,15% van 62,970 miljoen euro, zijnde de structurele middelen voor 2015). Aangezien voorcalculatorisch 0,945 miljoen euro is verstrekt, zullen de middelen 0,850 miljoen euro neerwaarts worden bijgesteld.

Persoonsgebonden budget (PGB)

In 2015 gaat het Zorginstituut uit van een vast bedrag van 196,20 euro per verzekerde aan wie een PGB is verleend. In de Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten zorgkantoren Wlz 2015 is het Zorginstituut uitgegaan van een schatting van 35.000 PGB dossiers. Inmiddels is vastgesteld op basis van de tweede kwartaalstaat 2015 dat het aantal PGB dossiers 29.247 bedraagt. In de toelichting op de Beleidsregels zorgkantoren Wlz 2015 is opgenomen dat wanneer de werkelijke daling van het aantal budgethouders afwijkt van de geraamde daling, het PGB budget hierop zal worden aangepast.

Bewuste keuze gesprekken met nieuwe budgethouders

In de Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten zorgkantoren Wlz 2015 is het Zorginstituut uitgegaan van 4.500 nieuwe bewuste-keuze-gesprekken. Hoewel het totaal aantal bewuste keuze gesprekken per 31 december 2015 nog niet bekend is, zal het bijbehorende budget verhoogd worden met 0,109 miljoen euro, aangezien is geschat dat er 420 gesprekken meer zullen plaatsvinden. In de Nadere vaststelling 2015 zal het Zorginstituut dit deelbudget voorlopig verdelen op basis van de aantallen PGB.

Mocht het werkelijk aantal gesprekken van de bijgestelde raming zodanig afwijken dat het totaal aan besteedbaar gestelde middelen te laag is, dan zal het bedrag via een nadere aanwijzing worden bijgesteld.

Huisbezoeken PGB budgethouders

Sinds 2013 zijn zorgkantoren bestaande budgethouders via huisbezoeken persoonlijker gaan benaderen. Met ingang van 2015 is hiervoor structureel 5,000 miljoen euro aan het beheerskostenbudget toegevoegd, uitgaande van landelijk 10.000 huisbezoeken en 500 euro voor één of meerdere afgelegde huisbezoeken per budgethouder. Inmiddels wordt verwacht dat het aantal huisbezoeken voor 2015 zal uitkomen op 9.153. Dit houdt in dat het budget met 0,424 miljoen euro wordt verlaagd.

Pilot zzp’ers

De Pilot voor de zzp’ers wordt in 2015 afgebouwd. Voor de continuïteit van de uitvoering is het van belang dat de ICT-voorziening, de verwerking van de transacties en de support aan cliënten voor 2015 is gegarandeerd. Voor de afbouw van deze pilot is incidenteel nog 0,100 miljoen euro aan het beheerskostenbudget toegevoegd.

Incidentele toevoeging voor extra inspanningen Trekkingsrechten PGB

De invoering van trekkingsrechten voor PGB-houders heeft in 2015 geleid tot veel extra werkzaamheden bij de zorgkantoren. Het gaat hierbij onder andere om aanvullende bemensing van het Front Office, herstelacties ter correctie van budgetten en tarieven, beoordelingen en herbeoordelingen van zorgovereenkomsten en zorgbeschrijvingen en de beëindiging van Wlz-Wmo-combinatiecontracten. De kosten van deze extra inspanningen komen voor 2015 uit op 5,850 miljoen euro. Dit bedrag is in 2015 incidenteel aan de besteedbare middelen toegevoegd.

Incidentele toevoeging voor extra inspanningen i.v.m. overgangsrecht

De invoering van de Wlz vergt in de aanvangsfase extra werkzaamheden rondom het overgangsrecht van bijzondere groepen zoals de wlz-indiceerbaren. Om hieraan tegemoet te komen wordt incidenteel 0,820 miljoen euro aan de besteedbare middelen toegevoegd.

Incidentele toevoeging voor juridische kosten a.g.v. huisbezoeken PGB

In meerdere gevallen hebben de huisbezoeken PGB geleid tot procedures waarbij externe juridische hulp noodzakelijk bleek. Aangezien dit tot hoge kosten kan leiden, is er voor 2015 incidenteel een extra bedrag beschikbaar gesteld van maximaal 2,000 miljoen euro. Deze middelen kunnen alleen worden aangewend voor externe juridische hulp die in 2014 en 2015 aantoonbaar heeft geleid tot meerkosten.

Het Zorginstituut reserveert dit bedrag en keert dit uit bij de definitieve vaststelling 2015. Alvorens tot uitkering over te gaan, doen de zorgkantoren in de loop van 2016 een opgave van hun externe juridische kosten aan het Zorginstituut. Vervolgens zullen deze opgaven door de NZa worden gecontroleerd.

Indien de door de zorgkantoren ingediende kosten onder het beschikbaar gestelde bedrag van 2,000 miljoen euro blijven, vloeien de overblijvende middelen terug in het Fonds langdurige zorg. Als het ingediende bedrag boven het beschikbaar gestelde bedrag uitkomt, zullen de kosten naar evenredigheid van de per zorgkantoor ingediende kosten worden vergoed.

Voorzitter Raad van Bestuur A. Moerkamp

Naar boven