Wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Rivierenland

Logo Gelderland

Gedeputeerde Staten van Gelderland maken bekend dat de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel en het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland hebben besloten de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Rte wijzigen.

 

 

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel en het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

overwegende dat:

  • -

    de Wet gemeenschappelijke regelingen is gewijzigd en deze wet bij koninklijk besluit in werking is getreden per 1 januari 2015;

  • -

    het wenselijk is om de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Rivierenland vanwege de wetswijziging op onderdelen aan te passen en tevens enkele andere wijzigingen daarin mee te nemen;

gezien het daartoe strekkende verzoek van het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Rivierenland;

gelet op het bepaalde in artikel 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de verkregen toestemming van Provinciale Staten van de provincie Gelderland en van de raden van de gemeenten Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel;

BESLUITEN

vast te stellen de navolgende wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Rivierenland:

ARTIKEL I

Artikel 1, eerste lid, onderdelen a tot en met n worden verletterd tot: artikel 1, eerste lid, onderdelen b tot en met o.

In artikel 1, eerste lid, wordt een onderdeel a toegevoegd, luidend:

a.actualisatie van de begroting: hiervan is sprake als het algemeen bestuur de aangepaste begroting vaststelt zonder dat er sprake is van nieuw beleid. Er mag wel sprake zijn van aanpassingen in de programma’s en/of andere aanpassingen mits er niet sprake is van nieuw beleid c.q. ontwikkeling van nieuwe uitgangspunten die nog niet eerder onder de aandacht zijn gebracht van de gemeenteraden en Provinciale Staten;.

In artikel 1, eerste lid, wordt een onderdeel toegevoegd onder p, luidend:

a.wijziging van de begroting: er is sprake van een wijziging van de begroting op het moment dat het algemeen bestuur nieuw beleid ontwikkelt en dit in de begroting gaat opnemen. Het moet gaan om items die niet eerder aan de orde zijn geweest in de begroting en om die reden ook nog niet onder de aandacht zijn gebracht bij de gemeenteraden en Provinciale Staten;.

In artikel 1, eerste lid, onderdeel n (nieuw) wordt “2.0” vervangen door: 2.1 en de toekomstige opvolgers daarvan.

ARTIKEL II

Artikel 5, eerste lid komt te luiden:

1. Ter behartiging van het belang genoemd in artikel 2 kunnen de deelnemers de uitvoering onderbrengen bij het openbaar lichaam van de overige taken in het omgevingsrecht, waaronder in ieder geval de overige milieu taken niet vallend onder het basistakenpakket, BRIKS-taken, taken betreffende de Huisvestingswet, Leegstandswet, Monumentenwet en Algemene plaatselijke verordening met betrekking tot de leefomgeving dan wel de daarvoor in de plaats getreden wet- en regelgeving.

ARTIKEL III

Artikel 11, derde lid, komt te luiden:

1.Een lid van het algemeen bestuur kan niet tevens medewerker in dienst van of op grond van een overeenkomst van opdracht werkzaam zijn voor het samenwerkingsverband dan wel in dienst van de provincie Gelderland.

ARTIKEL IV

Artikel 12, eerste lid 1 komt te luiden:

1.De deelnemers wijzen uit hun midden plaatsvervangende leden van het algemeen bestuur aan.

ARTIKEL V

In artikel 14 wordt het tweede tot en met vijfde lid geschrapt.

Een nieuw tweede lid wordt ingevoegd, luidend:

1.Het algemeen bestuur kan bevoegdheden overdragen aan het dagelijks bestuur met uitzondering van de bevoegdheden tot het vaststellen van de begroting alsmede wijzigingen daarvan en het vaststellen van de jaarrekening.

Artikel 14, zesde lid, wordt vernummerd tot artikel 14, derde lid.

Artikel 14, zevende lid, wordt geschrapt.

Artikel 14, achtste lid, wordt vernummerd tot artikel 14, vierde lid.

ARTIKEL VI

Artikel 15, eerste lid, wordt aangevuld met: onverminderd het bepaalde in artikel 14, derde lid, van de wet.

ARTIKEL VII

In artikel 16, eerste lid, wordt geschrapt: “in zijn eerste vergadering na inwerkingtreding van deze regeling”.

In artikel 16, vierde lid, wordt geschrapt: “, niet zijnde de voorzitter,”.

In artikel 16, vijfde lid, wordt geschrapt “niet zijnde” en ingevoegd: waaronder begrepen.

ARTIKEL VIII

In artikel 17, vierde lid, wordt “lid 2” vervangen door: het derde lid.

In artikel 17, vijfde lid, wordt “lid 3” vervangen door: het vierde lid.

ARTIKEL IX

Artikel 18, tweede lid wordt vernummer tot artikel 18, vijfde lid.

Er wordt een nieuwe tweede lid aan artikel 18 toegevoegd, luidend;

1.Het dagelijks bestuur benoemt en ontslaat het personeel, waaronder begrepen de directeur. Onder benoeming van personeel wordt tevens verstaan de tewerkstelling op grond van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

In artikel 18, derde lid, wordt geschrapt “Het dagelijks bestuur stelt voor de directeur een instructie vast die tenminste de taken van de directeur en de aansturing van het personeel betreft” door het invoegen van de nieuwe tekst: Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het vaststellen van een regeling omtrent de ambtelijke organisatie van het openbaar lichaam, alsmede de rechtspositieregelingen voor de directeur en het overige personeel.

In artikel 18, vierde lid, wordt geschrapt “Het dagelijks bestuur kan in afwijking van artikel 14, tweede lid, in spoedeisende gevallen tot schorsing van de directeur overgaan. Het dagelijks bestuur doet daarvan terstond mededeling aan het algemeen bestuur. De schorsing vervalt, wanneer het algemeen bestuur haar niet in zijn volgende vergadering bekrachtigt” en ingevoegd: Het dagelijks bestuur stelt alle overige regelingen vast die noodzakelijk zijn.

Artikel 18, zesde lid, komt te luiden:

1.Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het vaststellen van een regeling omtrent de ambtelijke organisatie van het openbaar lichaam, alsmede de rechtspositieregelingen voor de directeur en het overige personeel.

Er wordt een nieuw zevende en achtste lid aan artikel 18 toegevoegd, luidend:

  • 1.

    Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten met uitzondering van privaatrechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in artikel 55a van de Wet.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het voeren van rechtsgedingen namens de regeling.

ARTIKEL X

In artikel 19, eerste lid wordt geschrapt ”in zijn eerste vergadering na inwerkingtreding van deze regeling”.

Artikel 19, derde en vierde lid worden vernummerd tot artikel 19, vierde en vijfde lid.

Aan artikel 19 wordt een nieuw derde lid toegevoegd, luidend:

1.De voorzitter kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan het algemeen bestuur. Het ontslag gaat in zodra in opvolging is voorzien.

ARTIKEL XI

Artikel 29, eerste lid, wordt gewijzigd door het vervangen van “vóór 1 juli” door: niet eerder dan 8 weken nadat deze aan de gemeenteraden en Provinciale Staten is verzonden.

Artikel 29, tweede lid wordt gewijzigd door het vervangen van “1” door: 15 en het verwijderen van het woord “en”.

Artikel 29, achtste lid, wordt gewijzigd door het vervangen van “15 juli” door: 1 augustus.

Artikel 29, negende lid, wordt gewijzigd door het vervangen van “Dit artikel is, met uitzondering van de daarin genoemde data, van overeenkomstige toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting” door: Bij wijzigingen van de begroting wordt de procedure voor vaststelling van de begroting gevolgd. Gemeenteraden en Provinciale Staten worden in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen.

Aan artikel 29 worden een tiende, elfde en twaalfde lid toegevoegd, luidend:

  • 1.

    Bij een actualisatie van de begroting wordt de begroting door het algemeen bestuur vastgesteld. Actualisaties worden ter informatie verstuurd naar de gemeenteraden en Provinciale Staten.

  • 2.

    Conform artikel 59, vijfde lid, van de Wet is het bepaalde in artikel 59, eerste, derde en vierde lid, van de Wet, niet van toepassing op af- en overschrijvingen op de posten van de begroting, alsmede op andere ontwerpwijzigingen, voor zover daaruit geen verhoging van de gemeentelijke bijdragen voortvloeit.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur biedt een voorstel als in het elfde lid bedoeld, uiterlijk drie weken voor de voorgenomen datum van vaststelling aan het algemeen bestuur aan.”

ARTIKEL XII

Artikel 31, derde lid, wordt gewijzigd door het vervangen van “eenparigheid” door: tweederde.

ARTIKEL XIII

Artikel 33, eerste lid, wordt gewijzigd door het schrappen van “in de eerste vergadering volgend op de inwerkingtreding van deze regeling”.

Artikel 33, tweede lid, wordt gewijzigd door het schrappen van “in de eerste vergadering volgend op de inwerkingtreding van deze regeling”.

Artikel 33, vierde lid, wordt gewijzigd door het schrappen van “in de eerste vergadering volgend op de inwerkingtreding van deze regeling”.

ARTIKEL XIV

Artikel 39, eerste lid, wordt gewijzigd door het vervangen van “na de dag waarop gedeputeerde staten haar ingevolge artikel 52, eerste lid, aanhef en onder j, in samenhang met artikel 27 van de Wet in het register hebben opgenomen” door: waarop die conform de geldende regelgeving bekendgemaakt is.

Artikel 39, tweede lid, wordt gewijzigd door het vervangen van “26” door “53” en wordt aan het einde toegevoegd: en bekendmaking.

ARTIKEL XV

Artikel 40 komt te vervallen.

Aldus besloten door

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Buren, in de vergadering van 5 januari 2016, met toestemming van de raad van de gemeente Buren, verleend in de vergadering van 15 december 2015;

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg, in de vergadering van 8 december 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Culemborg, verleend in de vergadering van 19 november 2015;

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geldermalsen, in de vergadering van 17 november 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Geldermalsen, verleend in de vergadering van 15 december 2015;

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaal, in de vergadering van 3 november 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Lingewaal, verleend in de vergadering van 10 december 2015;

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel, in de vergadering van 10 november 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Maasdriel, verleend in de vergadering van 17 december;

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe, in de vergadering van 27 oktober 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Neder-Betuwe, verleend in de vergadering van 10 december 2015;

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neerijnen, in de vergadering van 2 november 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Neerijnen, verleend in de vergadering van 17 december 2015;

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel, in de vergadering van 10 november 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Tiel, verleend in de vergadering van 16 december 2015;

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Maas en Waal, in de vergadering van 20 oktober 2015, met toestemming van de raad van de gemeente West Maal en Waal, verleend in de vergadering van 3 december 2015;

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaltbommel, in de vergadering van 13 oktober 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Zaltbommel, verleend in de vergadering van 10 december 2015;

het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, in de vergadering van 3 november 2015, met toestemming van het college van Provinciale Staten van de provincie Gelderland, verleend in de vergadering van 16 december 2015.

 

Gepubliceerd te Arnhem

Namens Gedeputeerde Staten van Gelderland

F.J.E. Weijens

 

Toelichting op de wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Rivierenland

Algemene toelichting

Wetswijziging

Het parlement heeft de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) goedgekeurd en deze is op 1 januari 2015 in werking getreden bij koninklijk besluit. Deze wetswijziging heeft gevolgen voor de tekst van de Gemeenschappelijke regeling van de Omgevingsdienst Rivierenland (ODR). De meeste gewijzigde artikelen hebben rechtstreekse werking en gelden van de dag van inwerkingtreding van de wet. Wel is het daarbij van belang de tekst van de GR hierop aan te passen.

Overige wijzigingen

Daarnaast is er een aantal tekstuele wijzigingen en enkele vanuit de organisatie aangedragen zaken die los staan van de wetswijziging.

Dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur heeft het wenselijk geacht dat de tekst wordt gewijzigd en heeft dit aan het algemeen bestuur laten weten. Dit laatste bestuur heeft ingestemd met de wenselijkheid en heeft het dagelijks bestuur opdracht verstrekt te komen tot invulling van de wijziging en deze in procedure te brengen bij de deelnemers.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Bij de begripsomschrijvingen zijn de begrippen “actualisatie van de begroting” en “wijziging van de begroting” omschreven en toegevoegd. Dit heeft te maken met de wijziging van artikel 29, waarin de actualisatie en de wijziging van de begroting is opgenomen. Een definitie van deze begrippen zorgt ervoor dat er geen discussie ontstaat over de betekenis hiervan. Daarnaast zijn de overige begripsomschrijvingen door de toevoeging vernummerd. Tot slot is het begrip “robuust” onder het nieuwe sub n. gewijzigd en is er een meer toekomstbestendige formulering opgenomen.

Artikel 5

In artikel 5 wordt ter verduidelijking een aantal taken vermeld die onder de overige taken van het omgevingsrecht worden begrepen die door de ODR kunnen worden uitgeoefend.

Artikel 11

Het derde lid wordt hier geschrapt en geplaatst in artikel 12 waar het gaat over aanwijzing van de bestuursleden.

Artikel 12

Deze bepaling is geschrapt omdat dit een dubbeling bevat met artikel 11.

Artikel 14

In de bevoegdheden is het nodige gewijzigd. In de nieuwe wet worden meer bevoegdheden toegewezen aan het dagelijks bestuur in plaats van het algemeen bestuur om de organisatie van een gemeenschappelijke regeling meer in overeenstemming te brengen met het dualisme dat al is ingevoerd bij de gemeenten en provincies. Daarmee vervallen verscheidene bevoegdheden voor het algemeen bestuur. Zie ook artikel 18 over de bevoegdheden van het dagelijks bestuur. Tevens is nu een algemene bepaling opgenomen die het mogelijk maakt dat het algemeen bestuur bevoegdheden overdraagt aan het dagelijks bestuur. Onder de oude wet mocht dit alleen voor bevoegdheden die als zodanig in de tekst zelf werden genoemd. Een aantal bevoegdheden mag het algemeen bestuur niet overdragen en die betreffen met name de financiële zaken. Zie hiervoor artikel 33 en 33 Wgr.

Artikel 15

Dit artikel is aangevuld met de zinsnede over hetgeen is bepaald in artikel 14, derde lid van de wet. Hierin wordt geregeld dat het dagelijks bestuur nooit meer dan de helft van de leden van het algemeen bestuur mag uitmaken.

Artikel 16

Hiervoor geldt hetzelfde als gesteld bij artikel 12 met uitzondering van het aanwijzen van plaatsvervangende leden omdat een dagelijks bestuur deze niet kent. Tevens heeft de nieuwe wet het mogelijk gemaakt dat individuele leden van het dagelijks bestuur kunnen worden ontslagen. Dat was in de oude wet alleen mogelijk indien het nadrukkelijk in de tekst van de Gemeenschappelijke regeling stond zoals bij de ODR. Nieuw echter daarbij is dat ook de voorzitter kan worden ontslagen. Dat was voorheen niet mogelijk. Om die reden wordt nu dit vermeld in de passage over ontslag.

Artikel 17

Artikel 17, derde lid is in overeenstemming gebracht met de formulering in de Provinciewet. In de tekst van artikel 17, vierde en vijfde lid stonden nog onjuiste verwijzingen. De verwijzingen in die leden moest zijn naar het derde lid terwijl daar een verwijzing naar het tweede lid stond, respectievelijk vierde terwijl er derde lid stond.

Artikel 18

In dit artikel worden de nieuwe bevoegdheden van het dagelijks bestuur vermeld. Tevens zijn de leden daardoor wat van plaats verschoven. Het betreft het benoemen, schorsen en ontslaan van het personeel inclusief de directeur, het opstellen van allerlei regelingen voor het personeel, het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten met uitzondering van privaatrechtelijke rechtshandelingen zoals het oprichten en deelnemen in rechtspersonen zoals stichtingen, maatschappen en vennootschappen. Deze zijn in beperkte gevallen alleen toegestaan door het algemeen bestuur echter door het bepaalde van artikel 9 sub e is de ODR hiertoe niet bevoegd. Tevens is het dagelijks bestuur bevoegd tot het voeren van rechtsgedingen.

Artikel 19

Hier is toegevoegd dat ook de voorzitter ontslag kan nemen. Deze bepaling ontbrak.

Artikel 29

Voor de begroting is een aantal bepalingen gewijzigd volgens de wijzigingen in de nieuwe Wgr. De begroting mag niet eerder dan na 8 weken nadat de begroting is opgestuurd worden vastgesteld door het algemeen bestuur. In de oude bepaling stond vermeld dat de begroting vóór 1 april moest worden opgestuurd. Dit is aangepast en gesteld op 15 april conform de nieuwe wet. Ook de datum dat de begroting moet worden opgestuurd aan het ministerie is verschoven en gesteld op 1 augustus in plaats van 15 juli. De bedoeling van de wijziging in de wet is om de deelnemers beter in staat te stellen de begroting door te nemen en zienswijzen op te stellen.

Verder zijn het tiende tot en met dertiende lid aan artikel 29 toegevoegd. Het begrip actualisatie van de begroting wordt geïntroduceerd. Het expliciet opnemen van actualisatie en wijziging van de begroting is conform de door het algemeen bestuur vastgestelde bestuursrapportage 2013 (2 september 2013) en heeft als doel de betreffende procedure vast te leggen. Daarin is opgenomen dat het gewenst is om gemeenteraden en Provinciale Staten te informeren over de stand van zaken.Deze rapportage was de eerste bestuursrapportage van de ODR. In de rapportage zijn - zoals aangekondigd bij de begroting - diverse actualiseringen opgenomen van de programma’s en budgetten. In artikel 29, negende lid, van de Gemeenschappelijke regeling ODR (oud) wordt gesproken over wijzigingen van de begroting van de ODR. Het artikel geeft aan dat bij wijziging van de begroting dezelfde procedure van toepassing is als bij vaststelling van de begroting. Er is sprake van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. Vanwege de voortgang van de besluitvorming en de daaraan gekoppelde bedrijfsvoering is het goed om deze eerste keer te bepalen wanneer dit artikel van toepassing moet worden verklaard.

Voor een omschrijving van het begrip actualisatie van de begroting wordt verwezen naar artikel 1, eerste lid, onderdeel a van de regeling en met oog op het verschil met de wijziging van de begroting naar onderdeel p. Doordat het begrip actualisatie van de begroting wordt ingevoerd is niet heel artikel 29 van toepassing op wijzigingen van de begroting. Het is wenselijk om actualisatie makkelijk mogelijk te maken ter voorkoming van de administratieve rompslomp die een algehele wijziging met zich brengt. Er is geen sprake van actualisatie als sprake is van wijziging in budget of uitgangspunten, maar alleen als sprake is van budgetneutrale wijzigingen.

Ter verduidelijking van het nut van het introduceren van de mogelijkheid tot actualisatie de volgende voorbeelden:

Voorbeeld 1

Stel in de begroting is het volgende geraamd:

Salarissen 100.000

Inhuur 60.000

Daadwerkelijk gerealiseerd:

Salarissen 90.000, inhuur 70.000

Conclusie = budgetneutraal, maar niet conform de posten zoals opgenomen in de begroting. Bij de mogelijkheid van actualisatie op dit punt hoeft de procedure van wijziging niet gevolgd te worden.

Voorbeeld 2:

Programmabegroting, bijvoorbeeld vergunningverlening milieu.

Door de partners is een budget per programma vastgesteld.

Bij het invullen en of realiseren van de Werkprogramma’s kan er een ander budget uit komen, waardoor er meer geld besteed wordt aan handhaving milieu, in plaats van vergunningverlening milieu. Dit is budgetneutraal, maar betreft wel een wijziging van de begroting. Een dergelijke actualisatie vindt uiteraard plaats in overleg met de betreffende partner.

Verder is bepaald dat actualisaties ter informatie worden verstuurd naar de gemeenteraden en Provinciale Staten.

Artikel 31

Eenparigheid van stemmen geeft een vetorecht en dus bestaat de mogelijkheid van één AB-lid een besluit in de zin van dit artikel tegen te houden. Het is dus makkelijker te besluiten met tweederde meerderheid.

Artikel 33

Deze bepaling is gewijzigd omdat de regeling inmiddels in werking is getreden en de niet meer aan de orde is dat in de eerste vergadering na inwerkingtreding een archiefverordening wordt vastgesteld, een archiefbewaarplaats wordt aangewezen en een besluit informatiebeheer wordt vastgesteld.

Artikel 39

De inwerkingtreding is nu niet meer gekoppeld aan de inschrijving in het register maar na de bekendmaking. Dit is juridisch logischer en heeft ook praktische redenen. Bekendmaking is namelijk gemakkelijker vast te stellen dan de inschrijving.

Artikel 40

Dit artikel kan vervallen omdat er geen sprake meer is van een eerste begroting.

Naar boven