Wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen

Logo Gelderland

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland maken bekend dat de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Beuningen, Druten, Groesbeek (per 1 januari 2016 Berg en Dal geheten), Heumen, Nijmegen en Wijchen en het college van Gedeputeerde

Staten van de provincie Gelderland hebben besloten de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen te wijzigen.

 

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Beuningen, Druten, Groesbeek (per 1 januari 2016 Berg en Dal geheten), Heumen, Nijmegen en Wijchen en het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

 

overwegende dat:

 

  • door de herindeling van de gemeenten Groesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen een nieuwe gemeente is ontstaan per 1 januari 2015;

  • de Wet gemeenschappelijke regelingen is gewijzigd en deze gewijzigde wet bij koninklijk besluit in werking is getreden per 1 januari 2015;

  • het wenselijk is om de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen vanwege de herindeling en de wetswijziging op onderdelen aan te passen en aan te vullen en tevens enkele overige wijzigingen daarin mee te nemen;

 

gezien het daartoe strekkende verzoek van het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen;

 

gelet op het bepaalde in artikel 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de verkregen toestemming van Provinciale Staten van de provincie Gelderland en van de raden van de gemeenten Beuningen, Druten, Groesbeek (per 1 januari 2016 Berg en Dal geheten), Heumen, Nijmegen en Wijchen;

 

BESLUITEN

 

vast te stellen de navolgende wijziging tot aanpassing van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen:

 

ARTIKEL I  

In artikel 1, eerste lid, worden aan de begripsomschrijvingen toegevoegd de onderdelen “n” en ”o”, luidend:

  • n.

    BRIKS taken: de taken op het terrein van Bouwen, Ruimtelijke ordening, Inritvergunningen, Kappen en Slopen;

  • o.

    actualisatie van de begroting:

    • een deelnemer die lopende een begrotingsjaar meer taken inbrengt dan in een begroting is voorzien en die niet leiden tot verhoging van de bijdragen van de andere deelnemers;

of;

  • een verschuiving die binnen de begrotingsposten plaatsheeft die niet leidt tot een verhoging van de bijdragen van de deelnemers.

ARTIKEL II  

In artikel 3, eerste lid, wordt in het woord “ORN” tussen de “R” en de “N” een D geplaatst.

 

ARTIKEL III  

Artikel 5, eerste lid komt te luiden:

  • 1.

    Ter behartiging van het belang genoemd in artikel 2 kunnen de deelnemers de uitvoering onderbrengen bij het openbaar lichaam van de overige taken in het omgevingsrecht, waaronder in ieder geval de overige milieu taken niet vallend onder het basistakenpakket, BRIKS-taken, taken betreffende de Huisvestingswet, Leegstandswet, Monumentenwet en Algemene plaatselijke verordening met betrekking tot de leefomgeving dan wel de daarvoor in de plaats getreden wet- en regelgeving.

 

ARTIKEL IV  

In artikel 11, eerste lid wordt “9” vervangen door: 8.

 

Artikel 11, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Namens elke deelnemer maakt één deelnemer deel uit van het algemeen bestuur met uitzondering van de gemeente Nijmegen die twee leden kent.

 

In artikel 11, derde lid, wordt “Elke deelnemer wijst uit zijn midden een plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur aan” geschrapt en wordt ingevoegd: Een lid van het algemeen bestuur kan niet tevens medewerker in dienst van of op grond van een overeenkomst van opdracht werkzaam zijn voor het samenwerkingsverband, dan wel in dienst van de provincie Gelderland.

 

In artikel 11, vierde lid, wordt aan het einde toegevoegd: met uitzondering van schriftelijke stemmingen.

 

De tabel in artikel 11, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

 

Deelnemer

Aantal stemmen

Gemeente Beuningen

3

Gemeente Druten

2

Gemeente Groesbeek

5

Gemeente Heumen

2

Gemeente Nijmegen

8

Gemeente Wijchen

2

Provincie Gelderland

4

 

ARTIKEL V  

In artikel 12, eerste lid, wordt “in hun eerste vergadering na inwerkingtreding van deze regeling” geschrapt.

 

Artikel 12, tweede lid, wordt vernummerd tot artikel 12, derde lid, met vernummering van het derde tot en met zevende lid tot vierde tot en met achtste lid, door invoeging van een nieuw tweede lid, luidend:

  • 2.

    Elke deelnemer wijst uit zijn midden een plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur aan.

 

Artikel 12, achtste lid (nieuw) komt te luiden:

  • 7.

    Alle overige leden van dit artikel zijn ook van toepassing op de plaatsvervangende leden.

 

ARTIKEL VI  

In artikel 14 worden het tweede tot en met vijfde lid geschrapt. Er wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidend:

  • 2.

    Het algemeen bestuur kan bevoegdheden overdragen aan het dagelijks bestuur tenzij de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet maar in ieder geval met uitzondering van de bevoegdheden tot het vaststellen van de begroting alsmede de wijzigingen daarvan en de jaarrekening.

 

Artikel 14, zesde lid, wordt vernummerd tot artikel 14, derde lid.

 

Artikel 14, zevende lid, wordt geschrapt.

 

Artikel 14, achtste lid wordt vernummerd tot artikel 14, vierde lid.

 

ARTIKEL VII  

In artikel 16, eerste lid, wordt “in zijn eerste vergadering na inwerkingtreding van deze regeling” geschrapt.

 

In artikel 16, zevende lid, wordt ”,niet zijnde de voorzitter,” geschrapt.

 

In artikel 16, achtste lid, wordt “,niet zijnde de voorzitter,” geschrapt en wordt ingevoegd: waaronder begrepen de voorzitter.

 

ARTIKELVIII

In artikel 17, derde lid, wordt “ten minste” vervangen door: meer dan.

 

In artikel 17, vierde lid, wordt “tweede” vervangen door: derde.

 

In artikel 17, vijfde lid, wordt “derde” vervangen door: vierde.

 

ARTIKEL IX  

Artikel 18, tweede lid, wordt vernummerd tot artikel 18, vierde lid.

 

Er wordt een nieuw artikel 18, tweede lid, toegevoegd, luidend:

  • 2.

    Het dagelijks bestuur benoemt en ontslaat het personeel, waaronder begrepen de directeur. Onder benoeming van personeel wordt tevens verstaan de tewerkstelling op grond van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

 

Artikel 18, derde lid, wordt vernummerd tot artikel 18, vijfde lid.

 

Er wordt een nieuw artikel 18, derde lid toegevoegd, luidend:

  • 3.

    Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het vaststellen van een regeling omtrent de ambtelijke organisatie van het openbaar lichaam, alsmede de rechtspositieregelingen voor de directeur en het overige personeel.

 

Artikel 18 lid 4 (oud) vervalt.

 

Er wordt een nieuw artikel 18, zesde tot en met achtste lid toegevoegd, luidend:

  • 6.

    Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten met uitzondering van privaatrechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in artikel 55a van de Wet.

  • 7.

    Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het voeren van rechtsgedingen namens de regeling.

  • 8.

    Het dagelijks bestuur stelt alle overige regelingen vast die noodzakelijk zijn.

 

ARTIKEL X  

In artikel 19, eerste lid, wordt ” in zijn eerste vergadering na inwerkingtreding van deze regeling” geschrapt.

 

Artikel 19, derde en vierde lid, worden vernummerd tot artikel 19, vierde en vijfde lid.

 

Er wordt een nieuw artikel 19, derde lid toegevoegd, luidend:

  • 3.

    De voorzitter kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan het algemeen bestuur. Het ontslag gaat in zodra in opvolging is voorzien.

 

ARTIKEL XI  

In artikel 27, eerste lid, wordt “vóór 1 juli” vervangen door: niet eerder dan 8 weken nadat deze aan de gemeenteraden en Provinciale Staten is verzonden.

 

In artikel 27, derde lid wordt “1” vervangen door: 15.

 

In artikel 27, negende lid, wordt “15 juli” vervangen door: 1 augustus.

 

Aan artikel 27 wordt een nieuw tiende lid toegevoegd, luidend:

  • 10.

    Een actualisatie van de begroting wordt door het algemeen bestuur vastgesteld zonder de toepassing van de procedure zoals omschreven in artikel 27, eerste tot en met negende lid.

 

Artikel 27, elfde lid (nieuw), komt te luiden:

  • 11.

    Artikel 27, eerste tot en met negende lid is van overeenkomstige toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting met uitzondering van de in de leden vermelde data.

 

ARTIKEL XII  

In artikel 28, tweede lid, wordt “8 en 9” vervangen door: en 8.

 

Artikel 28, derde tot en met vijfde lid worden vernummerd tot artikel 28, vierde tot en met zesde lid.

 

Aan artikel 28 wordt een nieuw derde lid toegevoegd, luidend:

  • 3.

    Het dagelijks bestuur zendt de vastgestelde jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling doch in ieder geval vóór 15 juli aan de minister.

 

ARTIKEL XIII  

Artikel 29, eerste en tweede lid worden vernummerd tot artikel 29, derde en vierde lid.

 

Aan artikel 29 wordt een nieuw eerste en tweede lid toegevoegd, luidend:

  • 1.

    Het dagelijks bestuur doet een voorstel tot verdeling van een batig exploitatiesaldo aan het algemeen bestuur en de deelnemers toekomen tegelijkertijd met het verzenden van de jaarrekening conform artikel 28, tweede lid, juncto artikel 27, derde lid.

  • 2.

    Indien besloten wordt een batig saldo geheel of deels onder de deelnemers te verdelen geschiedt dit op basis van de mate van inbreng of gerealiseerde omzet van het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft.

 

In artikel 29, derde lid (nieuw), wordt “wordt toegevoegd” vervangen door: kan worden toegevoegd. Tevens wordt “van 2,5%...... de laatste van de twee” geschrapt en wordt toegevoegd: van een bedrag dat conform het door het algemeen bestuur bepaalde weerstandsvermogen nodig is.

 

Artikel 29, vijfde lid (nieuw), wordt gewijzigd door het vervangen van “tweede” door: vierde.

 

ARTIKEL XIV  

Artikel 35 wordt vernummerd tot artikel 35, eerste lid.

 

Aan artikel 35 wordt een nieuw tweede lid toegevoegd, luidend:

  • 2.

    Het algemeen bestuur kan besluiten tot aansluiting bij een regionale ombudsfunctie in plaats van aansluiting bij de Nationale ombudsman.

 

ARTIKEL XV  

In artikel 38, eerste lid, wordt na ”….waarop” de zin verder geschrapt en vervangen door: deze op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt.

 

In artikel 38, tweede lid, wordt “26” vervangen door: 53 en wordt aan het einde toegevoegd “en publicatie”.

 

ARTIKEL XVI  

Artikel 40 wordt geschrapt met vernummering van artikel 41 tot artikel 40.

 

Aldus besloten door

 

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beuningen, in de vergadering van 14 april 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Beuningen, verleend in de vergadering van 9 juni 2015;

 

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Druten, in de vergadering van 9 juni 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Druten, verleend in de vergadering van 28 mei 2015;

 

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groesbeek, in de vergadering van 27 oktober 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Groesbeek, verleend in de vergadering van 26 november 2015;

 

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heumen, in de vergadering van 21 april 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Heumen, verleend in de vergadering van 28 mei 2015;

 

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen, in de vergadering van 10 november 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Nijmegen, verleend in de vergadering van 25 november 2015;

 

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijchen, in de vergadering van 11 december 2015, met toestemming van de raad van de gemeente Wijchen, verleend in de vergadering van 10 december 2015;

 

het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, in de vergadering van 3 november 2015, met toestemming van het college van Provinciale Staten van de provincie Gelderland, verleend in de vergadering van 16 december 2015.

 

Gepubliceerd te Arnhem.

Namens Gedeputeerde Staten van Gelderland.

F.J.E. Weijens

 

Toelichting op de wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen

 

 

Algemene toelichting

 

Herindeling

De herindeling van de gemeenten Groesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen tot de nieuwe gemeente Groesbeek (na 1 januari 2016 Berg en Dal geheten) maakt het noodzakelijk dat een aantal bepalingen uit de tekst gewijzigd wordt, zoals het aantal leden van het bestuur en de stemverhouding. Op basis van de Wet algemene regels herindeling dient een tekst binnen zes maanden nadat een herindeling heeft plaatsgevonden te zijn aangepast.

 

Wetswijziging

Tevens is een wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen door het parlement goedgekeurd en is deze bij koninklijk besluit op 1 januari 2015 in werking getreden. Deze wetswijziging heeft ook gevolgen voor de tekst van de Gemeenschappelijke regeling van de ODRN. De meeste gewijzigde artikelen hebben rechtstreekse werking en gelden van de dag van inwerkingtreding. Wel is het daarbij van belang de tekst van de Gemeenschappelijke regeling van de ODRN daarop aan te passen.

 

Overige wijzigingen

Daarnaast is een aantal tekstuele wijzigingen aangebracht die los staan van de herindeling resp. de wetswijziging.

 

Dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur heeft het wenselijk geacht dat de tekst wordt gewijzigd en heeft dit aan het algemeen bestuur laten weten. Dit laatste bestuur heeft ingestemd met de wenselijkheid en heeft het dagelijks bestuur opdracht verstrekt te komen tot invulling van de wijziging en deze in procedure te brengen bij de deelnemers.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Bij de begripsomschrijvingen is het woord BRIKS omschreven en toegevoegd. Tevens is toegevoegd het begrip actualisatie van de begroting. Voor een actualisatie van de begroting is niet de begrotingsprocedure van toepassing maar vindt vaststelling plaats door het algemeen bestuur zonder de toepassing van de begrotingsprocedure.

 

Artikel 3

In de huidige tekst stond nog vermeld dat de afkorting van de omgevingsdienst ORN was. Dat moet zijn ODRN.

 

Artikel 5

In artikel 5 worden ter verduidelijking een aantal taken vermeld die onder de overige taken van het omgevingsrecht worden begrepen die door de ODRN kunnen worden uitgeoefend.

 

Artikel 11

Door de herindeling neemt het aantal deelnemers af. Van de huidige deelnemers blijven er 7 over. In de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen is bepaald dat het aantal leden van het dagelijks bestuur nooit de meerderheid van de leden van het algemeen bestuur mag uitmaken. Het algemeen en dagelijks bestuur van de ODRN zijn van mening dat een dagelijks bestuur van 4 leden gelet op de jonge zich ontwikkelende organisatie gewenst is. Echter door de bepaling uit de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen zou dat niet meer kunnen. De oplossing die hiervoor gevonden is is het aantal leden van het algemeen bestuur te verhogen van 7 naar 8 door de gemeente Nijmegen twee leden te laten aanwijzen. Daarmee komt het aantal leden van het algemeen bestuur op 8 en maken de 4 leden van het dagelijks bestuur niet meer de meerderheid uit. Overigens dient dit onderscheiden te worden van het stemmental per deelnemer. Dit wordt separaat geregeld. Zie tabel in de tekst van de gemeenschappelijke regeling.

 

Artikel 11, derde lid, wordt hier geschrapt en geplaatst in artikel 12 waar het gaat over de aanwijzing van de bestuursleden.

 

Bij het opstellen van de tekst van de GR in 2012 is een bepaling opgenomen waarbij bepaald is dat naast een meerderheid tevens nodig is dat 3 deelnemers voor zijn. Deze bepaling kan in de praktijk problemen geven bij schriftelijke stemmingen. Het kenmerk van schriftelijke stemmingen is dat deze geheim zijn. Dat houdt in dat niet bekend mag en kan zijn wie wat gestemd heeft. Indien alle deelnemers aanwezig zijn is het, gelet op het aantal stemmen dat nodig is voor een meerderheid, mogelijk te bepalen dat minstens drie deelnemers voor hebben gestemd. Indien niet elke deelnemer aanwezig is en er wel een meerderheid is, is het niet mogelijk te bepalen of drie deelnemers voor hebben gestemd. Het aantal schriftelijke stemmingen is beperkt en betreft personen. In de praktijk zal het niet veel voorkomen. Bij de niet-schriftelijke stemmingen kan het blijven bestaan omdat elke deelnemer zich uitspreekt voor of tegen en op die wijze kan bepaald worden of drie deelnemers voor hebben gestemd. Overigens zijn voor belangrijke beslissingen gekwalificeerde meerderheden vereist die altijd met drie of meer deelnemers pas mogelijk zijn.

 

De tabel met de stemmentallen per deelnemer is ook aangepast. Daarvoor is de inbreng van elke deelnemer gebruikt. Dit heeft geleid tot een aantal aanpassingen aan het stemmental. Het meest opvallende is de wijziging van de nieuwe gemeente Groesbeek. Door de samenvoeging en de grotere inbreng neemt het stemmental van deze gemeente toe. De provincie Gelderland brengt wel minder in maar blijft binnen de marge van de staffel. Door een verfijning van de staffel om er voor te zorgen dat minimaal drie deelnemers nodig zijn voor een meerderheid veranderen de stemmentallen voor de meeste andere deelnemers ook enigszins.

 

De nieuwe staffel is als volgt:

0-2%

1

2-5%

2

5-10%

3

10-15%

4

15-20%

5

20-30%

6

30-50%

7

50%plus

8

 

Artikel 12

Deze bepaling is gewijzigd omdat de regeling inmiddels in werking is getreden en de aanwijzing van de leden niet meer plaatsheeft in de eerste vergadering na de inwerkingtreding. Tevens is hier toegevoegd dat de deelnemers tevens plaatsvervangende leden aanwijzen met doornummering van de andere leden. Deze bepaling was het artikel 11, derde lid, oud.

 

Artikel 14

In de bevoegdheden is het nodige gewijzigd. In de nieuwe wet worden meer bevoegdheden toegewezen aan het dagelijks bestuur in plaats van aan het algemeen bestuur om de organisatie van een gemeenschappelijke regeling meer in overeenstemming te brengen met het dualisme dat al is ingevoerd bij de gemeenten en provincies. Daarmee vervallen verscheidene bevoegdheden voor het algemeen bestuur. Zie ook artikel 18 over de bevoegdheden van het dagelijks bestuur. Tevens is nu een algemene bepaling opgenomen die het mogelijk maakt dat het algemeen bestuur bevoegdheden overdraagt aan het dagelijks bestuur. Onder de oude wet mocht dit alleen voor bevoegdheden die als zodanig in de tekst zelf werden genoemd. Een aantal bevoegdheden mag het algemeen bestuur niet overdragen en die betreffen met name de financiële zaken.

 

Artikel 16

Hiervoor geldt hetzelfde als gesteld bij artikel 12 met uitzondering van het aanwijzen van plaatsvervangende leden omdat een dagelijks bestuur deze niet kent.

Tevens heeft de nieuwe wet het mogelijk gemaakt dat individuele leden van het dagelijks bestuur kunnen worden ontslagen. Dat was in de oude wet alleen mogelijk indien het nadrukkelijk in de tekst van de Gemeenschappelijke regeling stond zoals bij de ODRN. Nieuw echter daarbij is dat ook de voorzitter kan worden ontslagen. Dat was voorheen niet mogelijk. Om die reden wordt nu dit vermeld in de passage over ontslag.

 

Artikel 17

Artikel 17, derde lid is in overeenstemming gebracht met de formulering in de Provinciewet. In de tekst van artikel 17, vierde lid stond nog een onjuiste verwijzing. De verwijzing in dat lid moest zijn naar het derde lid terwijl daar een verwijzing naar het tweede lid stond. Ditzelfde geldt voor de wijziging van artikel 17, vijfde lid. Daarin stond een verkeerde verwijzing vermeld.

 

Artikel 18

In dit artikel worden de nieuwe bevoegdheden van het dagelijks bestuur vermeld. Tevens zijn de leden daardoor wat van plaats verschoven. Het betreft het benoemen, schorsen en ontslaan van het personeel inclusief de directeur, het opstellen van allerlei regelingen voor het personeel, het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten met uitzondering van privaatrechtelijke rechtshandelingen zoals het oprichten en deelnemen in rechtspersonen zoals stichtingen, maatschappen en vennootschappen. Deze zijn in beperkte gevallen alleen toegestaan door het algemeen bestuur echter door het bepaalde van artikel 9 sub e is de ODRN hiertoe niet bevoegd. Tevens is het dagelijks bestuur bevoegd tot het voeren van rechtsgedingen en het vaststellen van alle overige regelingen.

 

Artikel 19

Hier is toegevoegd dat ook de voorzitter ontslag kan nemen. Deze bepaling ontbrak.

 

Artikel 27

Voor de begroting is een aantal bepalingen gewijzigd. De begroting mag niet eerder dan na 8 weken nadat de begroting is opgestuurd worden vastgesteld door het algemeen bestuur. In de oude bepaling stond vermeld dat de begroting vóór 1 april moest worden opgestuurd. Dit is aangepast en gesteld op 15 april conform de nieuwe wet. Overigens wordt daar gesproken over de begrotingskaders maar die worden al eerder in de regio Nijmegen door het regionaal portefeuillehouders overleg Financiën vastgesteld voor alle gemeenschappelijke regelingen. In de plaats van het zenden van de kaders wordt de begroting al verzonden. Ook de datum dat de begroting moet worden opgestuurd aan het ministerie is verschoven en gesteld op 1 augustus in plaats van 15 juli. De bedoeling van de wijziging in de wet is om de deelnemers beter in staat te stellen de begroting door te nemen en zienswijzen op te stellen.

Tevens wordt het begrip actualisatie van de begroting geïntroduceerd. Voor een omschrijving van het begrip wordt verwezen naar artikel 1 lid 1 sub o. Het wordt hierdoor mogelijk om beperkte wijzigingen binnen de begroting die niet leiden tot een wijziging van de bedragen van de deelnemers door het algemeen bestuur te laten vaststellen zonder de brede procedure van zienswijzen. Doordat het begrip actualisatie van de begroting wordt ingevoerd is niet geheel artikel 27 van toepassing op wijzigingen van de begroting. Dit is ook verwoord in artikel 17, elfde lid nieuw.

 

Artikel 28

Hier zijn ook wat data veranderd. Doordat de rekening vóór 15 juli moet worden opgestuurd aan het ministerie is de verwijzing naar het negende lid van artikel 27 vervallen. Daarvoor in de plaats is een nieuw derde lid van artikel 28 opgesteld.

 

Artikel 29

In de huidige tekst stond niet vermeld dat bij het aanbieden van de jaarrekening ook een voorstel wordt gedaan tot het verdelen van een batig exploitatiesaldo. Daar is nu verandering gekomen. Tevens wordt nu bepaald dat indien een (deel)verdeling onder de deelnemers wordt voorgesteld dit naar de mate van inbreng dan wel gerealiseerde omzet zal zijn die elke deelnemer heeft gegenereerd bij de ODRN. Met het laatste wordt vooruit gelopen op de output financiering per 1 januari 2016. In het derde lid van dit artikel is opgenomen dat een batig saldo ook kan worden toegevoegd aan het weerstandsvermogen zoals dat door het algemeen bestuur wordt vastgesteld. Het ministerie van BZK heeft laten weten dat aan de hoogte van het weerstandsvermogen van de omgevingsdiensten nadrukkelijk aandacht dient te worden besteed. In het bij artikel 27 al genoemde overleg van de portefeuillehouders Financiën is hier ook aandacht aan besteed.

 

Artikel 35

De ODRN heeft een eigen klachtenregeling opgesteld. Omdat in de regeling van de ODRN niet stond vermeld dat een aansluiten van de regeling bij een regionale ombudsfunctie tot de mogelijkheden behoorde was de ODRN automatisch aangesloten bij de Nationale ombudsman. Echter om voor de toekomst de mogelijkheid van aansluiting bij een regionale ombudsfunctie mogelijk te maken wordt deze nu vermeld in de tekst van de regeling. Daarmee is niet gezegd dat ODRN aansluit bij een regionale regeling maar de mogelijkheid wordt geschapen. Of dat ook daadwerkelijk geschiedt zal bij separaat besluit van het algemeen bestuur moeten gebeuren op voorstel van het dagelijks bestuur.

 

Artikel 38

De wijze van bekendmaken en daarmee inwerkingtreden is gewijzigd. De regeling dient in de Staatscourant te worden gepubliceerd om in werking te kunnen treden. Tevens dient de regeling te worden ingeschreven in de daartoe bestemde registers.

 

Artikel 40

Dit artikel kan vervallen omdat de ODRN op 7 november 2012 in werking is getreden en de eerste begroting al is opgesteld.

 

Artikel 41 oud wordt omgenummerd tot artikel 40 nieuw.

Naar boven