Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 29 maart 2016, nr. IENM/BSK-2016/34362, tot wijziging van het subsidieplafond in de Subsidieregeling beheersing GSM-R interferentie in verband met de apparaatskosten

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 3, aanhef en onderdeel a, en 4, tweede lid, van de Kaderwet subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 3 van de Subsidieregeling beheersing GSM-R interferentie komt te luiden:

Artikel 3

Het subsidieplafond bedraagt € 28.000.000,–.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

Deze regeling wijzigt het subsidieplafond van de Subsidieregeling beheersing GSM-R interferentie in verband met de apparaatskosten. Het subsidieplafond wordt verlaagd van € 30.000.000,– naar € 28.000.000,–. Het verschil van € 2.000.000,– is het bedrag samenhangend met apparaatskosten. Ook de apparaatskosten moeten uit het subsidiebudget van € 30.000.000,– worden betaald.

De verlaging van het subsidieplafond heeft geen gevolgen voor het bedrag dat een subsidieaanvrager maximaal aan subsidie kan ontvangen.

Voor projecten waarvoor na 15 december 2015, 17:00 uur, maar uiterlijk op 30 september 2016, 17:00 uur, een volledige aanvraag is ontvangen, bedraagt de subsidie per spoorvoertuig 100% van de subsidiabele kosten, doch maximaal overeenkomende met het aantal van filters voorziene of verbeterde ETCS Data Only Radios (EDORs) of GSM-R-treinradio’s per spoorvoertuig maal € 2.500,–.

Gelet op het maximum aantal spoorvoertuigen dat nog voor subsidie in de kosten van de aanschaf en installatie van een filter bij een EDOR of een GSM-R-treinradio, of van een verbeterde GSM-R-treinradio of een verbeterde EDOR in aanmerking zou kunnen komen, is het resterende subsidiebudget ruim voldoende voor deze spoorvoertuigen om de maximale subsidie van € 2.500,– per spoorvoertuig te verlenen.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de uitvoering en de handhaving. Evenmin heeft zij gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven noch heeft zij relevante bedrijfseffecten.

De inwerkingtreding van de regeling met ingang van 1 april 2016 is overeenkomstig de Vaste Verandermomenten.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

Naar boven