Besluit van het Ministerie van Defensie houdende de beperking aan de openbaarheid van het archief van de Politieke Leiding van het Ministerie van Defensie 1976–1991 (1992), bij overbrenging naar een archiefbewaarplaats (Besluit beperking openbaarheid)

4 maart 2016

Nr. DMO 2015003998

De Minister van Defensie,

Overwegende dat een aantal dossiers in het archief van de Politieke Leiding van het Ministerie van Defensie 1976 – 1991 (1992) beperkingen aan de openbaarheid behoeven:

Gelet op artikel 15, lid 1, onder a en b van de Archiefwet 1995 en artikel 10 van het Archiefbesluit 1995;

Gehoord het advies van de algemene rijksarchivaris d.d. 19-02-2015, met kenmerk NA/2015/14694.

Besluit:

Artikel 1

Met het oog op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van nog levende personen zijn de inventarisnummers, genoemd in de eerste kolom beperkt openbaar tot 1 januari van het jaar, genoemd in de tweede kolom. De beperking vervalt indien ten overstaan van de beheerder van het Nationaal Archief, de algemene rijksarchivaris, is aangetoond dat de persoon (of personen) op wie het dossier betrekking heeft, is (zijn) overleden.

Inventarisnummers:

Beperkt openbaar tot 1 januari:

127

2049

128

2049

190

2060

193

2060

287

2064

387

2061

Artikel 2

Met het oog op het belang van de Staat en zijn bondgenoten zijn de inventarisnummers, genoemd in de eerste kolom beperkt openbaar tot 1 januari van het jaar, genoemd in de tweede kolom.

Inventarisnummers:

Beperkt openbaar tot 1 januari:

621

2061

1045

2062

1046

2066

1058

2056

1059

2058

1060

2059

1061

2060

1062

2061

1063

2065

1064

2055

1065

2058

1066

2059

1067

2059

1068

2060

1069

2060

1070

2061

1071

2061

1072

2061

1073

2062

1074

2063

1075

2063

1076

2064

1077

2065

1078

2066

Artikel 3

Raadpleging of gebruik van de archiefbescheiden geborgen onder de inventarisnummers genoemd in artikel 1, is, tot openbaarwording, uitsluitend mogelijk na voorafgaande schriftelijk verkregen toestemming van de algemene rijksarchivaris, die aan zijn toestemming voorwaarden kan verbinden. Behandeling van verzoeken tot inzage en het verlenen van inzage zelf geschieden volgens de daarvoor bij het Nationaal Archief geldende procedures.

Artikel 4

Het vervaardigen van reproducties van documenten geborgen onder de inventarisnummers genoemd in artikel 1, is, tot openbaarwording, uitsluitend mogelijk na voorafgaande schriftelijke toestemming van de algemene rijksarchivaris, die aan zijn toestemming voorwaarden kan verbinden.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. Dit besluit wordt als bijlage gevoegd bij de ‘Verklaring van Overbrenging van het archief van de Politieke Leiding van het Ministerie van Defensie 1976–1991 (1992)’.

Den Haag, 4 maart 2016

De Minister van Defensie, voor deze, Secretaris-generaal M. Gazenbeek waarnemend

Een belanghebbende kan tegen dit besluit bezwaar maken op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit kan door een bezwaarschrift in te dienen bij de desbetreffende bezwaarinstantie.

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het besluit is geplaatst.

TOELICHTING

Beperkt openbaar op grond van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer

De archiefbescheiden geborgen onder de inventarisnummers genoemd in artikel 1 zijn beperkt openbaar met het oog op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van nog levende personen. Deze bescheiden bevatten bijzondere persoonsgegevens.

De beperkingen van de inventarisnummers 127 en 128 gelden tot 100 jaar na geboortedatum van de persoon op wie deze dossiers betrekking hebben. Voor de dossiers geborgen onder de inventarisnummers 190, 193, 287 en 387 gelden de beperkingen tot 75 jaar na sluiting van de dossiers. In laatstgenoemde dossiers worden meerdere personen genoemd van wie de geboortedata slechts met onevenredig veel moeite achterhaald kunnen worden. Men kan er van uitgaan dat 75 jaar na sluiting van de dossiers de in de bescheiden genoemde personen zullen zijn overleden.

Hoewel de beschrijvingen van een aantal andere inventarisnummers (zie bijvoorbeeld inventarisnummer 122, 126, 140, 141, 151 en 162) wellicht anders doen vermoeden, zijn er geen redenen om ook van die dossiers de openbaarheid te beperken. In deze (en andere) gevallen gaat het om Kamervragen en het aanpassen van regelgeving (en dus niet om individuele personen).

Beperking van de openbaarheid als hierboven bedoeld houdt in dat de archiefbescheiden niet zonder meer openbaar zijn: raadpleging is slechts mogelijk met toestemming van de algemene rijksarchivaris, die bij elk verzoek tot inzage een belangenafweging maakt tussen de belangen van de verzoeker en de belangen van de personen van wie gegevens in het dossier zijn opgenomen (zie artikel 3 van dit besluit). De behandeling van een verzoek tot inzage en de inzage zelf geschieden volgens de daarvoor bij het Nationaal Archief gangbare procedures.

Beperkt openbaar op grond van het belang van de Staat of zijn bondgenoten

Voor de archiefbescheiden geborgen onder de inventarisnummers genoemd in artikel 2 van dit besluit geldt dat deze niet openbaar zijn met het oog op het belang van de staat of zijn bondgenoten.

De dossiers geborgen onder de inventarisnummers 621, 1045 en 1046 zijn niet openbaar omdat daarin gegevens voorkomen die betrekking hebben op de activiteiten van inlichtingendiensten. Voor de dossiers geborgen onder de inventarisnummers 1058 – 1063 geldt dat deze gegevens bevatten over (inter)nationaal beleid en overleg betreffende kernwapens. De dossiers geborgen onder de inventarisnummers 1064 – 1078 bevatten gegevens die betrekking hebben op de beveiliging van kernwapens.

De beperking aan de openbaarheid van de in artikel 2 van dit besluit genoemde inventarisnummers gelden tot 75 jaar na sluiting van deze dossiers. Voor deze termijn is gekozen na overleg met de Hoofddirectie Bedrijfsvoering.

Indien een onderzoeker informatie wil uit de dossiers waarvan de openbaarheid is beperkt met het oog op het belang van de staat en zijn bondgenoten, kan hij een verzoek daartoe indienen bij de minister van Defensie. Het verzoek zal worden behandeld als een verzoek in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur.

Naar boven