TOELICHTING
Algemeen deel
1. De wijziging
De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij
(hierna: Rav) die is vastgesteld op grond van de Wet ammoniak en veehouderij.
In de Rav zijn ammoniakemissiefactoren opgenomen die nodig zijn bij toepassing van
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet ammoniak en veehouderij, het Activiteitenbesluit
milieubeheer en het Besluit emissiearme huisvesting. Daarnaast wordt de Rav gebruikt
in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbwet 1998). De emissiefactoren
in de Rav worden gebruikt bij het berekenen van de ammoniakemissie en bij het beoordelen
of huisvestingssystemen in dierenverblijven voldoen aan de maximale emissiewaarden
in het Besluit emissiearme huisvesting.
De bijlagen 1, 2 en 3 zijn op een aantal punten geactualiseerd. Het betreft nieuwe
versies van stalbeschrijvingen, nieuwe additionele technieken, nieuwe voer- en managementsystemen
en aangepaste reductiepercentages en eindnoten. Tevens is een aantal fouten hersteld,
onder meer door het alsnog vermelden van een eindnoot of het juist weergeven van een
formule. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.
2. Gevolgen
Administratieve lasten
De wijzigingsregeling bevat geen meldings-, registratie- of onderzoeksverplichtingen
en brengt geen verhoging van administratieve lasten met zich mee.
Effecten voor het bedrijfsleven
Er treedt geen stijging van nalevingskosten op als gevolg van deze wijziging. Doordat
meer systemen zijn opgenomen krijgen veehouders meer keuzemogelijkheden waarbij de
kosten van de verschillende mogelijkheden variëren.
De voer- en managementmaatregelen in bijlage 2 geven veehouderijen de mogelijkheid
om de ammoniakemissie verder te reduceren, waardoor er meer ruimte is voor verkrijging
van de benodigde vergunningen, met name op grond van de Nbwet 1998. Dit genereert
een potentieel positief effect voor bedrijven.
Lasten voor de overheid
Er is geen sprake van wijziging van de bestuurlijke lasten.
Effecten voor het milieu
De gevolgen voor het milieu zijn in beginsel positief. De invoering van nieuwe, innovatieve
systemen die de emissie van ammoniak reduceren en de voer- en managementmaatregelen
kunnen lokaal een oplossing bieden voor situaties waar natuurgebieden met stikstof
zijn overbelast. Op termijn kunnen innovatieve systemen – na aanscherping van de maximale
emissiewaarden – leiden tot een verdere reductie van de ammoniakemissie. Naast de
reductie van de emissie van ammoniak hebben technieken vaak ook een reducerend effect
op de emissie van geur en fijn stof.
3. Consultatie
De verschillende meetrapporten, systeembeschrijvingen en andere gegevens die de basis
vormen voor de emissiefactoren in bijlage 1 zijn in opdracht van het Ministerie van
Infrastructuur en Milieu door deskundigen op volledigheid en juistheid beoordeeld.
Zij hebben advies uitgebracht over de te hanteren emissiefactoren voor de verschillende
huisvestingssystemen. De voer- en managementmaatregelen zijn in opdracht van het Ministerie
van Economische Zaken door deskundigen beoordeeld, waarbij advies is uitgebracht over
het wel of niet opnemen van een maatregel in bijlage 2.
4. Inwerkingtreding
Omdat een snelle invoering van innovatieve technieken van groot belang is voor betrokken
marktpartijen en het milieu, is afgezien van de vaste verandermomenten en een minimuminvoeringstermijn
van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding van de regeling op grond van
de afwijkingsmogelijkheid die is vermeld in aanwijzing 174 van de Aanwijzingen voor
de regelgeving.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I, onderdeel A
Bijlage 1 is op verschillende punten geactualiseerd en aangevuld. Hierna wordt per
diercategorie aangegeven welke huisvestingssystemen aan bijlage 1 zijn toegevoegd
en welke andere wijzigingen in bijlage 1 zijn opgenomen.
Hoofdcategorie A: rundvee
A 1 diercategorie melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar
Bij het huisvestingssysteem met RAV-code A1.17 is het versienummer BWL 2012.02.V2
(nieuw: BWL 2012.02.V3) gewijzigd. Reden van de wijziging is een verduidelijking van
de uitvoering van het ventilatiesysteem.
Aan de huisvestingssystemen met RAV-code A 1.28 en A 1.29 is eindnoot 19 toegevoegd.
Bij de eerdere opname van deze huisvestingssystemen in de Rav is dit abusievelijk
niet gebeurd. In eindnoot 19 is opgenomen dat voor deze huisvestingssystemen een voorlopige
emissiefactor is vastgesteld als bedoeld in de Beleidsregels voorlopige emissiefactoren
Regeling ammoniak en veehouderij.
Hoofdcategorie D: varkens:
Bij het huisvestingssysteem met RAV-code D 1.1.3 is het versienummer BWL 2006.07.V1
(nieuw: BWL 2006.07.V2) gewijzigd. Reden van de wijziging is het vervallen van de
exacte diepte van de mestput en het vervangen door een minimaal vloeistofniveau bij
aanvang van de mestronde.
Bij het huisvestingssysteem met RAV-code D 3.2.7.2.1, is het versienummer BWL 2004.05.V3
(nieuw: BWL 2004.05.V4) gewijzigd. Reden van de wijziging is het opnemen van technische
uitvoeringseisen bij renovatie van het huisvestingssysteem.
Aan de categorie D4 Additionele technieken is de additionele techniek ‘Schuine putwand
in mestkanaal’ toegevoegd. Reden is het algemeen beschikbaar maken van deze techniek.
Hoofdcategorie E: kippen
Bij het huisvestingssysteem met RAV-code E 2.10 vervalt eindnoot 11, in overeenstemming
met de andere vermeldingen van dit huisvestingssysteem in de Rav.
Bij het huisvestingssysteem met RAV-code E 2.11.2 is het versienummer BWL 2004.10.V2
(nieuw BWL 2004.10.V3) gewijzigd. Reden van de wijziging is de toevoeging van een
beluchtingsoptie.
Bij de huisvestingssystemen met RAV-code E 3.7en E 5.14 wordt de omschrijving van
BWL 2011.13 gewijzigd. In de omschrijving wordt ‘indirect gestookte warmteheaters’
vervangen door ‘warmteheaters’. Van E 3.7 wordt tevens het versienummer gewijzigd.
Reden van de wijzigingen is correctie van een foutieve vermelding in de Rav.
Hoofdcategorie F: Kalkoenen:
Bij de huisvestingssystemen met RAV-code F 1.6, F2.6 en F 4.8 wordt de omschrijving
en het versienummer van BWL 2011.13.V3 gewijzigd. Reden van de wijziging is correctie
van een foutieve vermelding in de Rav.
Van de huisvestingssystemen met RAV-code F 1.6, F 1.7, F 2.6, F 2.7, F 4.8, F 4.9,
F 6.5 en F 6.6 wordt het versienummer aangepast. Hiermee is het versienummer in de
Rav in overeenstemming gebracht met de actuele versie van de stalbeschrijving. Van
de huisvestingssystemen met RAV-code F 1.6, F2.6 en F 4.8 wordt de omschrijving van
BWL 2011.13 gewijzigd. In de omschrijving wordt ‘indirect gestookte warmteheaters’
vervangen door ‘warmteheaters’
Hoofdcategorie G: Eenden
Van G 4.4 en G 4.5 wordt het versienummer aangepast. Hiermee is het versienummer in
de Rav in overeenstemming gebracht met de actuele versie van de stalbeschrijving.
Eindnoten
Onder de tabel in bijlage 1 vervalt in eindnoot 16 de categorie E 6.100, omdat open
opslag van mest binnen een inrichting op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer
niet meer is toegestaan.
In eindnoot 22 wordt het versienummer aangepast. Hiermee is het versienummer in de
Rav in overeenstemming gebracht met de actuele versie van de stalbeschrijving.
Daarnaast wordt een eindnoot 27 toegevoegd, waardoor helder is in welke situaties
de ‘Schuine putwand in mestkanaal’ als additionele techniek kan worden ingezet.
Artikel I, onderdeel B
Bijlage 2 is geactualiseerd. In deze bijlage zijn voor twee voer- en managementmaatregelen
nieuwe versies opgenomen.
Bij PAS 2015.03 is het reductiepercentage bij D 1.1 gewijzigd, zodat het rekenkundig
klopt. Hierdoor verandert bij D 1.2 en D 1.3 het versienummer.
In de maatregel met kenmerk PAS 2015.08 is de voorwaarde om de maatregel toe te kunnen
passen gewijzigd. De eis van het certificaat is komen te vervallen en vervangen door
het kunnen overleggen van het bewijs dat weidemelk is geleverd.
Artikel I, onderdeel C
In bijlage 3 was de formule 100% – (V x ((100% – RV1) x (100% – RV2)) – K x ((100%
– RK1) x (100% – RK2)) rekenkundig niet correct. ‘(V’ is gewijzigd in: V.
De correcte formule is: 100% – V x ((100% – RV1) x (100% – RV2)) – K x ((100% – RK1)
x (100% – RK2)).
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
S.A.M. Dijksma