Vaststelling bestemmingsplan Brabantpark, Teteringsedijk 97

Logo Breda

Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 3 maart 2016 het bestemmingsplan Brabantpark, Teteringsedijk 97 (NL.IMRO.0758 2012006003-0401) heeft vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in het realiseren van 130 zelfstandige studenteneenheden op de locatie Teteringsdijk 97.

Bestemmingsplan

Het bestemmingsplan is ten opzichte van het ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan gewijzigd vastgesteld en deze wijzigingen zijn n het raadsbesluit vastgelegd.

Wet geluidhinder

De studenteneenheden worden, conform de Wet geluidhinder, aangemerkt als een geluidsgevoelige bestemming. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat op de gevels niet overal kan worden voldaan aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde. Het college van burgmeester en wethouders hebben op 5 januari 2016 daarom ontheffing verleend van de voorkeusgrenswaarde middels een besluit tot het vaststellen van een hogere waarde voor de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting.

Ter inzage

Het bovengenoemde plan en het besluit hogere waarde liggen ter inzage van 24 maart tot en met 4 mei 2016. Het plan en het besluit zijn te raadplegen op de gemeentelijke website: www.breda.nl/ruimtelijkeplannen (kies de link 'Ruimtelijke plannen van de Gemeente Breda'). Ook ligt het vastgestelde bestemmingsplan en het besluit ter inzage bij de Infobalie in het Stadskantoor, Claudius Prinsenlaan 10 te Breda.

Beroep

Tot en met 4 mei 2016 is het voor belanghebbenden mogelijk om tegen de vaststelling van het bestemmingsplan en het besluit schriftelijk beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA te Den Haag. Het indienen van een beroepschrift schorst de werking van het bestreden besluit niet. In spoedeisende gevallen kunnen belanghebbenden tegen het besluit een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en Herstelwet is op deze beroepsprocedure van toepassing. Dit betekent, dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert tegen het besluit. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard indien binnen de beroepstermijn geen gronden zijn ingediend. Na ommekomst van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden worden aangevoerd.

Het gevolg van het van toepassing zijn van de Crisis- en Herstelwet is verder dat:

  • -

    De rechter uitspraak moet doen binnen zes maanden na afloop van de beroepstermijn;

  • -

    Decentrale overheden niet meer in beroep kunnen gaan tegen een besluit van een ander overheidsorgaan, tenzij het besluit tegen hen is gericht.

Informatie

Heeft u vragen? Neem contact op met de gemeente via www.breda.nl/contact

Naar boven