Regeling van de Minister van Economische Zaken van 15 maart 2016, nr. WJZ / 16030377, tot wijziging van de Regeling statistieken goederenverkeer

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 38c, eerste en derde lid, van de Wet op het Centraal Bureau voor de statistiek;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling statistieken goederenverkeer wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De hoogte van de in artikel 10, eerste lid, van verordening 638/2004 bedoelde statistische drempels wordt vastgesteld op:

    • a. € 1.000.000,– aan waarde van de per jaar vanuit de andere lidstaten van de Europese Unie ontvangen goederen;

    • b. € 1.200.000,– aan waarde van de per jaar naar de andere lidstaten van de Europese Unie verzonden goederen.

2. In het tweede lid wordt: de jaren 2014 en 2015’ vervangen door: de jaren 2016 en 2017.

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt uiterlijk op de zestigste kalenderdag van elk jaar de in artikel 38c, eerste lid, onderdeel a, van de wet bedoelde opgave over het daaraan voorafgaande jaar verstrekt, indien de directeur-generaal van het CBS de mogelijkheid heeft geboden om jaaropgave te doen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 15 maart 2016

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

Met deze wijziging worden de statistische drempels voor de jaren 2016 en 2017 vastgesteld in de Regeling statistieken goederenverkeer. Ingevolge artikel 38c, eerste en derde lid, van de Wet op het Centraal bureau voor de Statistiek worden deze drempels per kalenderjaar bij ministeriële regeling vastgesteld.

In artikel 5 van de regeling is de hoogte vastgesteld van de drempels, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van verordening (EG) nr. 638/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de communautaire statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 3330/91 van de Raad (PbEU 2004, L 102; hierna Instrastat-verordening). Bedrijven die met hun invoerwaarde of uitvoerwaarde boven de drempel vallen, moeten Instrastatopgaven doen, de bedrijven met minder handelswaarde worden niet bevraagd.

De drempels voldoen aan de sinds 2014 geldende voorwaarde uit de Instrastatverordening dat daarmee 93% van de handelswaarde voor invoer en 97% van de handelswaarde voor uitvoer wordt waargenomen. Zowel voor de invoer als voor de uitvoer gold in 2014 en 2015 een drempel van € 1.500.000. Omdat de totale handelswaarde van de vrijgestelde bedrijven is toegenomen, wordt met deze drempel niet meer voldaan aan de voorwaarde dat 93% respectievelijk 97% van de handelswaarde wordt waargenomen. Daarom wordt nu de drempel verlaagd voor de jaren 2016 en 2017.

Verder wordt het met deze wijzigingsregeling mogelijk gemaakt dat bedrijven in plaats van maandelijkse opgaven, jaarlijkse opgaven kunnen doen, als het CBS dat aangeeft. Dat is bepaald in het nieuwe tweede lid van artikel 6.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2016. Hiermee wordt afgeweken van het beleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Dat beleid biedt een afwijkingsmogelijkheid indien nodig voor de uitvoering of implementatie van Europese regelgeving. Vooruitlopend op de formele vaststelling van deze regeling heeft het CBS de lagere drempelwaarden al met ingang van 1 januari 2016 toegepast.

Door het verlagen van de drempels nemen de administratieve lasten voor bedrijven toe met € 0,4 miljoen. De mogelijkheid tot jaaropgave in plaats van maandopgave leidt tot een vermindering van de administratieve lasten met € 3,6 miljoen. Per saldo is de lastenreductie naar verwachting € 3,2 miljoen.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven