Bekendmaking bestemmingsplan ‘Centrum Kanaleneiland, deelgebied 4 en 5’ en bij behorend besluit tot vaststelling van hogere waarden

Logo Utrecht

Burgemeester en wethouders van Utrecht maken, ter voldoening aan het bepaalde in artikel 3.8, lid 4, van de Wet ruimtelijke ordening, bekend dat met ingang van 24 maart 2016 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage ligt het op 10 maart door de raad vastgestelde bestemmingsplan ‘Centrum Kanaleneiland, deelgebied 4 en 5’ dat is vastgelegd in het digitale bestand NL.IMRO.0344.BPCENTRUMDEELGEB45-VA01.gml, met ondergrond NL.IMRO.0344.BPCENTRUMDEELGEB45-VA0.dgn. Bij de vaststelling heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan gewijzigd ten opzichte van het ontwerp.

 

Plangebied en doelstelling

De grens van het plangebied wordt globaal gevormd door de Churchilllaan, het Amsterdam-Rijnkanaal, de Rooseveltlaan en de Trumanlaan.

De hoofddoelstelling van het bestemmingsplan is om de nieuwe ontwikkelingen binnen deelgebied 4 en 5, planologisch-juridisch mogelijk te maken. De ontwikkelingen omvatten het realiseren van vier nieuwe woontorens, het mogelijk maken van een extra bouwlaag ter plaatse van de eengezinswoningen, uitbreiding van de al aanwezige horecagelegenheid, eventuele realisatie van bergingen, het herinrichten van de openbare ruimte, het beheren van de bestaande situatie en het vastleggen van de functionele en ruimtelijke structuur.

 

Besluit hogere waarden HW 1131

Burgemeester en wethouders hebben op 29 februari 2016 ten behoeve van de vestiging van geluidgevoelige functies hogere waarden vastgesteld voor de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting ingevolge artikel 83 van de Wet geluidhinder vanwege wegverkeerslawaai.

 

Wijzigingen

De raad heeft bij de vaststelling het bestemmingsplan gewijzigd. De wijzigingen hebben zowel betrekking op de verbeelding (plankaart) als op de regels. In Hoofdstuk 2 van het bij het raadsbesluit behorende vaststellingsrapport worden de wijzigingen uitgebreid toegelicht.

 

Inzien

Het bestemmingsplan en het besluit hogere waarden liggen ter inzage van donderdag 24 maart gedurende zes weken, dus tot en met woensdag 4 mei 2016 in het Stadskantoor, Stadsplateau 1, 5e verdieping, 3521 AZ, Utrecht.

Het bestemmingsplan is digitaal raadpleegbaar:

- via de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl; (deze versie is authentiek en rechtsgeldig boven alle andere versies)

- via de gemeentelijke website www.utrecht.nl/bestemmingsplannen

 

Beroep

Gedurende de termijn van terinzagelegging kan tegen het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan en het besluit tot vaststelling van hogere waarden beroep worden ingesteld door een belanghebbende die tijdig zijn zienswijzen over het ontwerpbestemmingsplan heeft ingebracht, door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij geen zienswijzen tegen het bestemmingsplan heeft ingebracht of door een belanghebbende die bezwaar heeft tegen de wijzigingen die de gemeenteraad bij de vaststelling ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan heeft aangebracht.

 

Crisis- en herstelwet

Op dit besluit is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd.

 

Het beroep kan worden ingesteld bij:

Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State

Postbus 20019

2500 EA Den Haag

 

Voor het instellen van beroep zijn griffierechten verschuldigd. Het is niet mogelijk om per e-mail beroep in te stellen.

 

Verzoek voorlopige voorziening

Het indienen van een beroepschrift schort de werking van het besluit niet op. Als een spoedeisend belang aanwezig is, kan de indiener van een beroepschrift een afzonderlijk verzoek om een voorlopige voorziening (schorsingsverzoek) indienen bij de Voorzitter van de voornoemde Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als dat verzoek binnen de termijn van terinzagelegging wordt gedaan, treedt het besluit niet in werking zolang de Voorzitter niet over het verzoek heeft beslist.

Ook voor een verzoek om een voorlopige voorziening zijn griffierechten verschuldigd.

 

Naar boven