Wijziging van de Regeling loonbelasting- en premietabellen 1990

10 maart 2016

Nr. DB/2016/75M

Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken Directie Directe Belastingen

De Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op de artikelen 25, 26, 27b en 32a van de Wet op de loonbelasting 1964;

Besluit:

ARTIKEL I

In de Regeling loonbelasting- en premietabellen 1990 worden de in de bijlagen A tot en met G, J en K opgenomen tabellen vervangen door de in de bijlagen I tot en met IX van deze regeling opgenomen tabellen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen die ter inzage worden gelegd bij de directie Directe Belastingen van het Ministerie van Financiën.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes

TOELICHTING

Deze regeling strekt ertoe met ingang van 1 april 2016 een aantal nieuwe loonbelasting- en premietabellen vast te stellen die als vervanging dienen voor een aantal loonbelasting- en premietabellen die met ingang van 1 januari 2016 zijn vastgesteld. De laatstgenoemde tabellen zijn zoals gebruikelijk vastgesteld op basis van de voorstellen zoals deze half november door de Tweede Kamer zijn aanvaard en sluiten aan bij de rekenregels die op dat moment in verband met de benodigde verwerkingstijd zijn verstrekt aan de ontwikkelaars van loonsoftware. De wijzigingen die voortvloeien uit de novelle die het Belastingplan 2016 heeft gewijzigd, zijn derhalve niet in die tabellen verwerkt. De voor de tabellen relevante wijziging uit de novelle betreft een aanpassing van de tarieven in de tweede en derde schijf van de loonbelasting waardoor deze tarieven met 0,2%-punt minder verlaagd werden. Daarmee geldt voor 2016 een tarief in de tweede schijf van de loonbelasting van 12,25% en een tarief in de derde schijf van de loonbelasting van 40,4%. De nieuwe tabellen per 1 april 2016 zijn, in lijn met artikel 25, derde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, zodanig vastgesteld, dat de in de verstreken loontijdvakken van 2016 ontstane afwijking zoveel mogelijk in de nog niet verstreken loontijdvakken van 2016 ongedaan wordt gemaakt. Om dit te bewerkstelligen is bij het vaststellen van de tabellen gerekend met een tarief van de tweede schijf van de loonbelasting van 12,31% en met een tarief van de derde schijf van de loonbelasting van 40,46%. Vanwege het incidentele karakter van het loon waarop de tabellen voor bijzondere beloningen worden toegepast, worden in de tabellen voor bijzondere beloningen per 1 april 2016 de op grond van de novelle in 2016 in de Wet op de loonbelasting 1964 opgenomen tarieven vermeld, dus zonder rekening te houden met de omstandigheid dat in de eerste drie maanden van 2016 in voorkomende gevallen lagere tarieven zijn toegepast. De in de bijlagen H1 en I2 van de Regeling loonbelasting- en premietabellen 1990 opgenomen tabellen wijzigen niet als gevolg van de maatregelen uit de novelle. In de situaties waarop deze tabellen zien, blijven de tabellen gelden die per 1 januari 2016 zijn vastgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes


X Noot
1

De tabel voor uitvoerders van aangenomen werk en thuiswerkers, hun hulpen, degenen wier arbeidsverhouding ingevolge artikel 2c van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 als dienstbetrekking wordt beschouwd en sekswerkers op wie artikel 2g van dat besluit wordt toegepast ingevolge artikel 2.2 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011.

X Noot
2

De tabel voor degenen die uitkeringen ontvangen ingevolge de Participatiewet.

Naar boven