besluit tot 44e wijziging Regeling Regio Rivierenland

Logo Tiel

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeenten Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, Zaltbommel en West Maas en Waal, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

 

gelezen de brief van het Dagelijks Bestuur van de Regio Rivierenland van 15 oktober 2015 met betrekking tot de 44e wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Rivierenland .

 

overwegende dat het Algemeen Bestuur van de Regio Rivierenland op 15 oktober 2015 heeft besloten om de deelnemende gemeenten voor te stellen de Regeling Regio Rivierenland te wijzigen met betrekking tot Basismobiliteit;

 

gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet en de Regeling Regio Rivierenland, zoals deze luidt na de 43e wijziging.

 

besluiten:

tot vaststelling van de 44e wijziging van de Regeling Regio Rivierenland, luidende als volgt:

 

 

 

Artikel I

Aan artikel 5, eerste lid, wordt een onderdeel toegevoegd dat komt te luiden als volgt:

  • d.

    het organiseren van het vraagafhankelijke sociaal recreatief vervoer van inwoners in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

Artikel II

Aan artikel 7 wordt, onder vernummering van het vijfde lid tot lid 6, een lid toegevoegd dat komt te luiden als volgt:

  • 5.

    Ten behoeve van de uitvoering van de in artikel 5, eerste lid, onder d, genoemde taken komt aan het bestuur van het openbaar lichaam de bevoegdheid toe tot

    • a.

      het zorgdragen voor de inkoop van diensten en het beheer daarvan;

    • b.

      het vervullen van de rol van opdrachtgever bij overeenkomsten met vervoerders en de regiecentrale, en

    • c.

      het zorgdragen voor de ondersteuning en organisatie van het regionale vervoersoverleg.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016, onverminderd het bepaalde in artikel 26, tweede lid, van de wet.

 

Aldus besloten door

de raad van de gemeente………………………… in zijn vergadering van ……………………

de griffier, de voorzitter,

 

het college van de gemeente……………………in zijn vergadering van ……………………

de secretaris, de voorzitter,

 

de burgemeester van de gemeente………………op…………………………………

Naar boven